Taalproject les 3 brugklas mavo 22/23

Taalproject

Hé mattie, fa waka? Mag ik die kapot lauwe patas van je lenen? Ik ga chillen met m´n matties en dan kan ik niet met kapot gare aankomen. Schiet ff op, anders krijg je baffoes op je noso (nossoe). Ik ga namelijk zo loesoe en dan blaas ik em op mijn scooba, zodat ik nog een beetje op tijd ben. Wat balhaar, mag ik je patas alleen lenen als ik je shagga geef? Fa2 (fattoe) zeker. Dat is skeer, bander, je hebt zeker geen doekoe om zelf shagga te regelen.
Lees deze tekst. 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalproject

Hé mattie, fa waka? Mag ik die kapot lauwe patas van je lenen? Ik ga chillen met m´n matties en dan kan ik niet met kapot gare aankomen. Schiet ff op, anders krijg je baffoes op je noso (nossoe). Ik ga namelijk zo loesoe en dan blaas ik em op mijn scooba, zodat ik nog een beetje op tijd ben. Wat balhaar, mag ik je patas alleen lenen als ik je shagga geef? Fa2 (fattoe) zeker. Dat is skeer, bander, je hebt zeker geen doekoe om zelf shagga te regelen.
Lees deze tekst. 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe talen kunnen veranderen
  • weet je hoe een kunsttaal ontstaat
  • heb je nagedacht over je eigen kunsttaal

Slide 2 - Tekstslide

Korte herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Verwant 
  • Talen zijn aan elkaar verwant. 
  • Door de woorden, klanken en grammatica uit verschillende talen met elkaar te vergelijken, kunnen we bepalen of ze een gemeenschappelijke voorouder hebben. 
  •  Reconstrueren hoe die voorouder, de prototaal, ongeveer moet hebben geklonken. 
  • Door taalvergelijking weten we dat het Nederlands, Duits en Engels tot dezelfde taalfamilie behoren en dat ze allemaal afstammen van het Proto-Germaans. 
  • Op dezelfde manier kunnen we ook taalverwantschappen achterhalen die nog verder teruggaan. 
  • Zo hebben taalwetenschappers ook het Proto-Indo-Europees gereconstrueerd: de voorouder van de meeste Europese talen.

Slide 4 - Tekstslide

Door woorden uit verschillende talen met elkaar te vergelijken, kunnen vroegere vormen ontdekt worden.

Slide 5 - Tekstslide

Oud Nederlands, Middelnederlands en Nieuwnederlands
  • Oudnederlands van ± 700 tot 1150 na Christus
  • Middelnederlands van 1150 na Christus tot 1500 (na Christus) 
  • Nieuwnederlands = het Nederlands na 1500 --> spreken we nu nog!
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?'
'Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve ik en jij. Waar wachten we nog op?' 

Slide 6 - Tekstslide

Nieuwe lesstof

Slide 7 - Tekstslide

Verwant 
  • Heel grote families, zoals de Indo-Europese, komen bijna niet voor. 
  • Meer dan de helft van de ongeveer 140 taalfamilies in de wereld bestaat uit minder dan 10 talen. 
  • Er zijn ook een hoop talen die, voor zover we weten, aan geen enkele andere taal verwant zijn. 
  • Op de kaart op de volgende dia is globaal te zien hoe de verschillende taalfamilies over de wereld zijn verspreid.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe evolueren talen?

  • Talen die aan elkaar verwant zijn, gaan na verloop van tijd vaak steeds meer van elkaar verschillen. 
  • Het Nederlands is bijvoorbeeld een verre neef van het Hindi, maar de overeenkomsten zijn op het eerste gezicht ver te zoeken. 
  • Die grote verschillen ontstaan doordat talen                              constant aan het veranderen zijn. 
  • Dat gebeurt op alle niveaus, van klanken tot
     woorden, uitdrukkingen en grammatica.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom veranderen talen? 
  • Allerlei oorzaken, zoals migratie en kolonisatie. 
  • Als groepen zich afsplitsen en naar een nieuw gebied trekken, begint hun taal zich onafhankelijk van die van de achterblijvers te ontwikkelen 
  • Verandering vaak ook onder invloed van                        talen die al door andere bewoners van het                 nieuwe gebied worden gesproken.

Slide 11 - Tekstslide

 Taalcontact niet de enige oorzaak van taalverandering
  • Sprekers proberen bijvoorbeeld (onbewust) hun taal zo simpel en regelmatig mogelijk te maken. --> Meervoudsvorm musea steeds vaker vervangen door de vorm museums, door net als bij veel andere meervoudsvormen gewoon een -s achter het woord te plakken. 
  • Verandering komt vaak van onderaf de taal binnen:                               ze beginnen in spreektaal en worden meestal veel                          later pas als correct gezien.

Slide 12 - Tekstslide

Contact met andere talen zorgt vaak voor taalverandering.
  • Ook in het Nederlands. 
  • Veel invloeden uit het Marokkaans-Arabisch en het Surinaamse Sranan Tongo te herkennen in straattaal.
  • Woorden als ewa (hallo), doekoe (geld), faka (hoe gaat het?), fissa (feest) en tfoe (lelijk/gadver) lijken steeds meer hun      
     weg te vinden naar het Standaardnederlands.

Slide 13 - Tekstslide

Straattaal
Hé mattie, fa waka? Mag ik die kapot lauwe patas van je lenen? Ik ga chillen met m´n matties en dan kan ik niet met kapot gare aankomen. Schiet ff op, anders krijg je baffoes op je noso (nossoe). Ik ga namelijk zo loesoe en dan blaas ik em op mijn scooba, zodat ik nog een beetje op tijd ben. Wat balhaar, mag ik je patas alleen lenen als ik je shagga geef? Fa2 (fattoe) zeker. Dat is skeer, bander, je hebt zeker geen doekoe om zelf shagga te regelen.
Hé gozer, hoe gaat het? Mag ik die supergave schoenen van je lenen? Ik heb met m’n vrienden afgesproken en dan kan ik niet met superlelijke aankomen. Schiet even op, anders sla ik je op je neus. Ik ga er namelijk zo vandoor en dan rijd ik flink door op mijn scooter, zodat ik nog een beetje op tijd ben. Wat sukkel, mag ik je schoenen alleen lenen als ik shag geef? Grapje, zeker. Dat is armoedig, sukkel, je hebt zeker geen geld om zelf shag te regelen.

Slide 14 - Tekstslide

Nieuws in straattaal

Loretta Schrijver 
Nieuwslezer bij RTL van 1989 tot 2007

Let goed op wat zij zegt in het volgende filmpje en probeer wat woorden te onthouden.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat vertelde Loretta?
Welke woorden herkende je?

Slide 17 - Woordweb

Die fissa was tantoe hard, door al die dope pokoes!
A
Dat feest duurde tot zo laat, door al die dure drankjes!
B
Dat feest was heel leuk, door al die gave nummers!
C
Dat festival liep zo uit de hand, door al die drugs!

Slide 18 - Quizvraag

Natuurlijke talen en kunsttalen
Natuurlijke taal: 
Door de eeuwen heen ontstaan en gegroeid, bijvoorbeeld Nederlands.

Kunsttaal: 
Bedacht door mensen, bijvoorbeeld Esperanto.

Slide 19 - Tekstslide

Waarom denk je dat mensen kunsttalen bedenken?

Slide 20 - Woordweb

Waarom kunsttalen?
Al honderden jaren bedenken mensen zelf talen...

  • ... om problemen met internationale communicatie op te lossen.
  • ... omdat sommige natuurlijke talen moeilijk zijn om te leren.
  • ... om volken dichter bij elkaar te brengen.

Slide 21 - Tekstslide

Esperanto
  • Veel van de talen die bedacht zijn, worden niet gesproken. Esperanto wel. 
  • Esperanto is in 1887 bedacht en wordt door ongeveer 100.000 mensen gesproken. 
  • Tegenwoordig zijn er mensen die vanaf hun geboorte zijn opgegroeid met Esperanto.

Slide 22 - Tekstslide

Waarom wordt Esperanto wel door veel mensen gesproken?
Het Esperanto is superregelmatig en combineert kenmerken van bijna alle Europese talen. 

Saluton! – Hallo!                          Bonan tagon! - Goedendag!
Lijkt op Frans 'salut'                     Bon: Frans * Tag: Duits

Slide 23 - Tekstslide

La ŝalmisto de Hamelin
ŝalmisto spreek je uit als 'sjalmisto' = fluitspeler
Als je meer dan 1 Europese taal een beetje kent (zoals: Nederlands, Engels, Frans en Duits) kun je het al aardig volgen.

Video waarin het verhaal van de Rattenvanger van Hamelen wordt verteld in Esperanto. Je krijgt hulp bij het begrijpen:
  • Duidelijke plaatjes 
  • De tekst lees je mee 
  • De verteller is vaak in beeld en spreekt heel duidelijk 

Na deze video weet je waarschijnlijk al hoe het
meervoud gemaakt wordt en hoe je ‘niet’ zegt.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Je eigen taal!
  • In de volgende les gaan jullie in drie- of viertallen een 
eigen taal bedenken.
  • Jullie schrijven een kort verhaaltje in jullie nieuwe taal.
  • Je schrijft er ook een vertaling bij (zodat we het allemaal 
kunnen begrijpen).

Slide 26 - Tekstslide

Werk voor deze les + huiswerk: 

In deze les ga je samen alvast nadenken over jullie taal. 

Dingen die je vooraf moet bepalen:
     - Voor wie is de taal bedoeld?
     - Wat wil je bereiken met jouw eigen taal?
     - Lijkt de taal op een bestaande taal of bedenk je hem helemaal zelf?


Slide 27 - Tekstslide