Oefenen vogeltje

Vogeltje
Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

 

Bereken de frequentie van de toon.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vogeltje
Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

 

Bereken de frequentie van de toon.

Slide 1 - Tekstslide

Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

Bereken de frequentie van de toon.

Wat vul ik in achter 'gegeven'?
A
h=30 m
B
3.500.000 blaadjes
C
f=0,00034 Hz
D
T=0,00034 seconde

Slide 2 - Quizvraag

Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

Bereken de frequentie van de toon.

Wat vul ik in achter 'gevraagd'?
A
bereken f
B
bereken T
C
bereken v
D
f

Slide 3 - Quizvraag

Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

Bereken de frequentie van de toon.

Welke formule pas ik toe?
A
T=1/f
B
f=1/T
C
f=1/t
D
iets met 60

Slide 4 - Quizvraag

Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

Bereken de frequentie van de toon.

Welke berekening vul ik uit?
A
0,00034 : 1
B
1 : 0,00034
C
1 : 30
D
1 : 3500000

Slide 5 - Quizvraag

Vogeltje (2)
Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

 

Bereken hoe lang het duurt het voordat het geluid van de vogel bij mijn oor aan komt.  

Slide 6 - Tekstslide

Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

Bereken hoe lang het duurt het voordat het geluid van de vogel bij mijn oor aan komt.

Welke informatie kan ik gebruiken?
A
hoogte boom = 30 meter
B
3500000 blaadjes
C
T = 0,00034 seconde

Slide 7 - Quizvraag

Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

Bereken hoe lang het duurt het voordat het geluid van de vogel bij mijn oor aan komt.

Welke informatie mis ik nog voor deze berekening?
A
De tijd tot mijn oor
B
De geluidssnelheid
C
De frequentie

Slide 8 - Quizvraag

Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

Bereken hoe lang het duurt het voordat het geluid van de vogel bij mijn oor aan komt.

Welke formule pas ik toe?
A
f=1/T
B
v=s/t
C
v=1/f

Slide 9 - Quizvraag

Vogeltje (3)
Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.


Ik hoor het geluid met een sterkte van 50 dB. Plotseling komen er 3 vogels bij zitten.
Bereken hoe hard het geluid is dat ik nu hoor.  

Slide 10 - Tekstslide

Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

Ik hoor het geluid met een sterkte van 50 dB. Plotseling komen er 3 vogels bij zitten.
Bereken hoe hard het geluid is dat ik nu hoor.

Welke informatie wordt gegeven?
A
f= 0,00034 Hz
B
30 meter hoge boom
C
geluidssterkte = 50dB
D
geluidssterkte = 50dB, er komen 3 vogels bij

Slide 11 - Quizvraag

Er zit een vogeltje te zingen in een 30 meter hoge boom. Ik sta onder de boom. De boom zit vol met groene blaadjes wel 3.500.000. De stembanden van de vogel hebben een trillingstijd van 0,00034 seconde.

Ik hoor het geluid met een sterkte van 50 dB. Plotseling komen er 3 vogels bij zitten.
Bereken hoe hard het geluid is dat ik nu hoor.

Welke regel moeten we toepassen?
A
verdubbelen = +3dB dus: 2x+3dB
B
verdubbelen = +3dB dus: 3x3dB
C
verdubbelen = +3dB dus: 2x+6dB
D
verdubbelen = +3dB dus: 2x+6dB

Slide 12 - Quizvraag