5.8.2: trappen van vergelijking

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen en huiswerk check
Tijdens het stillezen, controleer ik het huiswerk van enkele leerlingen. Leg dus je werk open voor je op tafel bij §5.8 opdracht 4, 5 en 6
Huiswerk niet gemaakt is voor de volgende les 1x overschrijven van de woordenlijst. 
1mB
1mC
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden leren
Je krijgt 3 minuten om de eerste 10 woorden van de woordenlijst te leren. Je doet dat in stilte. 

Dat kan op de volgende manieren:
- Dek de betekenis af en omschrijf het woord. Eerst op volgorde, daarna door elkaar.
- Dek het woord af en benoem het woord bij de betekenis. Eerst op volgorde, daarna door elkaar.
- Schrijf de woorden met betekenis over. 
- Maak zinnen met de woorden. 
- Eigen ideeën en manier om te leren mag ook. 


timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woordencheck
Welke woorden horen er bij de omschrijving 

1. tot zover we nu zijn, tot op dit moment
2. 1; beangstigen, 2; klem zitten
3. gevoel dat je iets heel vervelend vindt of iets helemaal niet wilt, 2; walging, weerzin.
4. telkens weer, regelmatig
5. 's morgens heel vroeg, voor zonsopgang




Slide 5 - Tekstslide

  1. tot dusver
  2. beklemmen
  3. de afkeer
  4. geregeld
  5. voor dag en dauw
Terugblik 
1. Hoe vorm je een tegenwoordig deelwoord?
2. Leg uit wat een bn is en wat het doet.
3. Maak eens een td van lachen. Gebruik een zin!!
4. Geef eens een voorbeeld van een stoffelijk bn in een zin. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
In deze paragraaf leer je:

  • hoe je een tegenwoordig deelwoord vormt;
  • hoe je bijvoeglijke naamwoorden spelt;
  • hoe je trappen van vergelijking maakt;
  • wanneer je als en dan gebruikt;
  • twintig dicteewoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis

het grootst
groter
groot
Beschrijf de vazen op deze foto.

Wat weet je al over de trappen van vergelijking?



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trappen van vergelijking 
De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken.
Er zijn drie trappen: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies


De overtreffende trap van kort is
A
kort
B
korter
C
kortst

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De stellende trap van geel is
A
geel
B
geler
C
geelst

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De vergrotende trap van lang is
A
lang
B
langer
C
langst

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De vergrotende trap van goed is
A
goed
B
goeder
C
beter
D
best

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De overtreffende trap van weinig is
A
weinig
B
weiniger
C
weinigen
D
minst

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De stellende trap van veel is
A
veel
B
meer
C
meest

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen of onduidelijkheden?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
hoofdstuk 5, §5.8 spelling
- Lezen van de leertekst en maken van opdracht 8 (bekijk evt het uitlegfilmpje)
- maken opdracht 9 en 10 (LET OP; als en dan staat in de leertekst)

Voor degene die het fijn vinden zal ik de eerste twee van elke opdracht voor- en samendoen. 

Klaar?
1. nakijken
2. woorden leren
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Bedenk een kort verhaal bij de afbeelding. 
Gebruik in ieder geval de 
trappen van vergelijking bij groen en 
groot of klein. 
In je verhaal gebruik je ook 
minstens één van de bijzondere trappen 
van vergelijking (goed, graag, veel, weinig).

Slide 19 - Tekstslide

1a. spelende
1b. hinnikend

2a. stoffen
2b. ijzeren
2c. verbrede
2d. gemaakt

Huiswerk
afmaken 
Hoofdstuk 5, §5.8 spelling, opdracht 8, 9, 10

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies