3.3 Het hart

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 3.3
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Mini-check
4.	Instructie
5.	Zelfstandig werken
6.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je werkboek van biologie en open deze op blz. 176

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- kun je de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen

- Kun je de kenmerken en functies van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen

3. Arrangementen en mini-check

Verdiept arrangement: niemand

Iedereen doet mee met de mini-check

In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven. 

Sleep de onderdelen naar het hart.

Rechterboezem

Rechterkamer

Linkerboezem

Linkerkamer

De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed

1. sneller stroomt
2. niet terugstroomt in de boezems
3. niet terugstroomt in de kamers
4. langzamer stroomt

Wie maakt wat?

Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan ga je zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 7 op blz. 176 t/m 181. Lees de theorie goed door! 

De rest doet mee met de instructie.

Het hart

Het hart is een holle spier.
-> over het hart lopen kleine slagaders en aders:

• Kransslagader = zuurstofrijk en rijk aan voedingsstoffen

• Kransaders = veel koolstofdioxide 

buitenaanzicht

Het hart

De harttussenwand vormt de scheiding tussen de linker- en de rechterhelft van het hart.

Het hart bestaat uit: 

- twee boezems (linker- en rechterboezem)

- twee kamers (linker- en rechterkamer).

binnenaanzicht

Let op: links en rechts zijn bij het hart omgedraaid.

Werking van het hart

De werking van het hart bestaat uit 3 fases:

1. Samentrekking van boezems
   
2. Samentrekking van kamers
   
3. Hartpauze = zowel kamers als boezems zijn ontspannen
   

De hartslag begint als de boezems zijn volgestroomd met bloed uit holle aders en longaders

Hartkleppen

Halvemaanvormige kleppen

Kleppen

1. Hartkleppen: scheiden boezems en kamers, zodat bloed niet terugstroomt naar de boezems.
2. Halvemaanvormige kleppen: aan het begin van longslagader en aorta, zodat bloed niet terugstroomt in de kamers.
   

5. Begeleid inoefenen

Vind je het nog lastig of had je alle vragen van de mini-check fout? Dan maken we samen opdracht 1.

De rest gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 7 op blz. 176 t/m 181. 

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig paragraaf 3.3 opdracht 1 t/m 7 op blz. 176 t/m 181.  (3 overslaan)

Ben je klaar?

1. Nakijken

2. 8 + 9 maken

3. Test je zelf

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen waar je moeite mee had?

Evaluatie lesdoelen: 

- kun je de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen?

- Kun je de kenmerken en functies van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen?

                  

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

Donderdag 22 december

3.3 opdracht 1 t/m 7

Toetsen: 

Donderdag 22 december

SO paragraaf 3.1 t/m 3.3

Welke functie hebben de kransslagaders?

1. Voedingsstoffen en zuurstof vervoeren naar het hart zelf.
2. Voedingsstoffen en zuurstof vervoeren naar de hartkamers.
3. Afvalstoffen en CO2 afvoeren vanaf het hart zelf.
4. Afvalstoffen en CO2 afvoeren uit de hartkamers.

Wat is het hart?

1. een spier
2. een long
3. een slagader
4. een ader