Herhaling ondernemingsvormen
Ondernemingsvormen
1 / 36
Onderdelen in deze les
Ondernemingsvormen
Slide 1 - Woordweb
Bij welke ondernemingsvormen heb je aandelen?
A
BV
B
NV
C
Eenmanszaak
D
VOF
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een voordeel van eenmanszaak?
A
Je bent hoofdelijk aansprakelijk
B
Je beslist zelf hoeveel winst je investeert
C
Geen boekhouding nodig
D
Je bent altijd alleen
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een nadeel bij een eenmanszaak?
A
Je kan snel een besluit nemen
B
Je kan overleggen met je partner
C
Je hebt een groter vermogen
D
Je bent privé aansprakelijk
Slide 4 - Quizvraag
Een eenmanszaak heeft geen personeel, het is niet voor niets een eenmanszaak.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Bij een eenmanszaak betaal je ...
A
Inkomstenbelasting
B
Vennootschaps-belasting
Slide 6 - Quizvraag
Bij een BV of een NV
A
Ben je een natuurlijk persoon
B
Ben je een rechtspersoon
Slide 7 - Quizvraag
De winstuitkering van een bv en nv noem je
A
rente
B
winst
C
dividend
D
octrooi
Slide 8 - Quizvraag
Van een bv ...
A
... kan niet iedereen aandelen kopen
B
... kan iedereen aandelen kopen
Slide 9 - Quizvraag
Wat voor belasting betaald een BV en NV?
A
inkomstenbelasting
B
vennootschapsbelasting
C
beiden
D
geen van beiden
Slide 10 - Quizvraag
Loodgietersbedrijf Janssen en Zonen BV. Waarom liever BV dan NV?
A
Dan kunnen ze de aandelen verhandelen
B
Gunstigere belasting
C
Dan blijven de aandelen in de familie
D
Dan kunnen ze naar de beurs
Slide 11 - Quizvraag
Het verschil tussen een NV en een BV is
A
dat de eigenaar bij een nv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
B
dat de aandelen bij een bv voor iedereen te koop zijn en bij een nv niet
C
dat de aandelen bij een nv voor iedereen te koop zijn en bij een bv niet
D
dat de eigenaar bij een bv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
Slide 12 - Quizvraag
wie zijn de eigenaren van een nv
A
werknemers
B
directie
C
aandeelhouders
D
overheid
Slide 13 - Quizvraag
Bij een NV zijn de aandelen ...
A
Op naam
B
Aan toonder
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het hoogste percentage dat van toepassing kan zijn op jouw inkomsten in de personenbelasting?
A
10%
B
25%
C
40%
D
50%
Slide 15 - Quizvraag
De oprichting van een BV gebeurt via
A
Onderhandse akte
B
Authentieke akte
Slide 16 - Quizvraag
Bij een NV is een minimumkapitaal nodig van
A
Een symbolische euro
B
18.500 EUR
C
50.000 EUR
D
61.500 EUR
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Een eenmanszaak heeft een voordeliger belastingtarief dan een BV
A
Juist
B
Fout
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
De formaliteiten voor de boekhouding en de administratie zijn strenger bij een eenmanszaak dan bij een vennootschap
A
Juist
B
Fout
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
In een eenmanszaak kan meer dan één persoon werken
A
Juist
B
Fout
Slide 23 - Quizvraag
Het faillissement bij een eenmanszaak kan ook zware financiële gevolgen hebben voor de eigenaar
A
Juist
B
Fout
Slide 24 - Quizvraag
Wanneer twee mensen samen een BV willen oprichten moeten ze beide geld inbrengen.
A
Juist
B
Fout
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Enkel bij de NV is er een minimumkapitaal vereist, bij de BV is dat niet het geval.
A
Juist
B
Fout
Slide 27 - Quizvraag
Enkel de NV kan zijn aandelen op de beurs verkopen
A
Juist
B
Fout
