Aristotleles

Aristotleles
Inleiding
Kennen is waarnemen en onderscheiden
Ethica over vriendschap
Alle zijnden hebben een doel
Deugden


1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aristotleles
Inleiding
Kennen is waarnemen en onderscheiden
Ethica over vriendschap
Alle zijnden hebben een doel
Deugden


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Van wie was Aristoteles een leerling?

Slide 3 - Open vraag

Van wie was Aristoteles korte tijd de leermeester?

Slide 4 - Open vraag

Hoe heet het boek dat in deze video over Aristoteles genoemd wordt?

Slide 5 - Open vraag

Wat is volgens Aristoteles het hoogste doel van de mens?

Slide 6 - Open vraag

Eudaimonia – betekenis (volgens Filosofie Magazine)
Eudaimonia is de ultieme vorm van geluk of zaligheid.  Eudaimonia is geen emotie, maar een toestand, die voortkomt uit het leiden van een goed leven.

Volgens Aristoteles is eudaimonia het doel van het menselijk leven. Het is de taak van de  ethiek, om uit te zoeken hoe je deze toestand kunt bereiken. 

Volgens Aristoteles zijn deugdelijkheid, rationaliteit en verstandige keuzes maken daarbij van belang, evenals relaties met familie en vrienden.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe wordt het hoogste doel van de mens volgens Aristoteles bereikt?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het belang van vriendschap?
(gewoon wat je zelf denkt)

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Met welk begrip is vriendschap volgens Aristoteles nauw verbonden?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat is voortreffelijkheid?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het verschil tussen voortreffelijk en voortreffelijkheid?

Slide 15 - Open vraag

Ga naar Teams en open de bron

Slide 16 - Tekstslide

Lees de eerste bladzijde tot 1155 a 15
Welke voordelen biedt vriendschap?
Som ze in steekwoorden op

Slide 17 - Open vraag

Citeer wat Aristoteles schrijft in 1155 a 14-16

Slide 18 - Open vraag

Bij wie hebben we deze gedachte eerder gelezen? In welke bron?

Slide 19 - Open vraag

Wat bedoelt Aristoteles met het belang van eendracht en het gevaar van tweedracht?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Volgens Aristoteles is vriendschap nog belangrijker dan rechtvaardigheid; leg uit waarom

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Welke drie redenen noemt Aristoteles om van iets of van iemand te houden?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Je kunt op je device gebruikmaken van de tekst van Aristoteles die in Teams staat in de map lesmateriaal onder het tabblad Bestanden in het kanaal Algemeen.

Slide 27 - Tekstslide

Maak nu een definitie van vriendschap zoals Aristoteles die beschreven heeft.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de eerste vorm van vriendschap die Aristoteles onderscheidt? Welke mensen betreft dit vooral?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Wat is de tweede vorm van vriendschap die Aristoteles onderscheidt? Welke mensen betreft dit vooral?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Wat is de derde vorm van vriendschap die Aristoteles onderscheidt? Welke mensen betreft dit vooral?

Slide 35 - Open vraag

Bij Plato zagen we een beetje het zoeken naar de essentie van iets. Dat was dan het Idee. Het ware van iets was het Idee. Dat kon de filosoof dan 'zien'.
Maar Aristoteles zoekt niet perse één essentie van vriendschap. Vriendschap kent verschillende verschijningsvormen. Hij onderscheidt ze. Hij neemt waar en probeert onderscheidend te beschrijven. Welke drie soorten vriendschap onderscheidt Aristoteles?
En aan welke levensfasen koppelt hij ze vooral?

Slide 36 - Open vraag

Probeer nog één keer uit te leggen wat vriendschap en voortreffelijkheid of deugd met elkaar te maken hebben en welke vriendschap je dus moet zoeken.

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Video

Wil je dit in huiswerktijd bekijken en dan opschrijven in je schrift wie onze vrienden zijn volgens Carlo Rovelli?

Slide 39 - Open vraag