7.3 Opkomst van duurzame energie

5.2 Koude oorlog
7.3 Opkomst duurzame energie
deel 1
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.2 Koude oorlog
7.3 Opkomst duurzame energie
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 7.3 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Noem 2 gevolgen van de opwarming van de aarde.

Slide 4 - Open vraag

Waardoor stijgt de zeespiegel?
A
Doordat het te veel regent boven de zee.
B
Door het toenemende aantal vissen in de zee.
C
Door het smelten van de ijskappen.
D
Doordat het koud is, zet het water uit.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van klimaatverandering?
A
extremer weer
B
nieuwe bosgebieden
C
stijging zeeniveau
D
uitsterven van diersoorten

Slide 6 - Quizvraag

Door klimaatverandering zal extreme hitte ...?
A
afnemen.
B
toenemen.
C
hetzelfde blijven.
D
verdwijnen.

Slide 7 - Quizvraag

Leervragen
Vertellen wat fossiele brandstoffen zijn en vertellen wat de nadelen hiervan zijn
Aan het eind van de les kan je...
Vertellen welke voor-en nadelen duurzame energiebronnen hebben
Vertellen wat biomassa is en wat de voor en nadelen hiervan zijn
weet je wat de energietransitie is

Slide 8 - Tekstslide

Brandstoffen
Fossiele brandstoffen zoals aardgas, aardolie en steenkool zijn ontstaan door planten en dierenresten. 

Je kunt ze gebruiken om energie op te wekken. Dit heeft ook nadelen:
  • Er komt CO2 in de atmosfeer.
  • Ze raken op.

Hoe noem je brandstoffen die op kunnen raken? uitputbare energiebronnen


Slide 9 - Tekstslide

Energiebronnen
Er zijn ook energiebronnen die niet op kunnen raken en die minder schadelijk zijn voor het milieu. Dat is duurzame energie of groene energie.

De overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie, heet de energietransitie.

Wat staat in het Klimaatakkoord van Parijs?
Afspraken om meer te doen om de opwarming van de aarde tegen te gaan.



Slide 10 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
Duurzame energiebronnen zijn bijvoorbeeld wind, zon en water.

Hoe wek je windenergie op?
De wind laat wieken van een windmolen draaien.

Hoe wek je zonne-energie op?
Zonnepanelen zetten zonlicht en zonnewarmte om in energie.


Slide 11 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
Hoe wek je energie op met waterkracht?
  •  Met stromend water van rivieren of zee. Bijvoorbeeld door golven of getijden (eb en vloed).
  • Met stuwdammen kun je een stuwmeer bouwen.

Slide 12 - Tekstslide

Nadelen
Welke voordeel heeft duurzame energie?
Het raakt niet op.

Welke nadelen heeft windenergie?
Er is niet altijd genoeg wind op land. Wel op zee, maar dan moet de energie verplaatst worden. 

Slide 13 - Tekstslide

Nadelen
Welke nadelen heeft zonne-energie?
Er is niet genoeg zon als het bewolkt is en ‘s nachts is het donker.

Welke nadelen heeft waterkracht?
  • Een stuwmeer verandert het landschap.
  • Getijdenenergie kan schadelijk zijn voor zeedieren.

Slide 14 - Tekstslide

Biomassa
Biomassa is biologisch afval dat wordt gebruikt als brandstof voor energie. Bijvoorbeeld mest, plantenresten, houtsnippers.

Waarom is biomassa wel duurzaam?
Je hoeft er geen nieuwe grondstoffen voor te winnen.

Waarom is biomassa niet duurzaam?
Bij de verbranding komt CO2 vrij.



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Biobrandstof
Biobrandstof  is brandstof die gemaakt wordt van gewassen, zoals koolzaad en suikerriet.

Wanneer is biobrandstof niet duurzaam?
Als bossen worden gekapt en akkers plaats moeten maken om biomassa te leveren.


Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide

Biomassa is een energiebron.

Waarvan is biomassa afkomstig?







A
Van diepere aardlagen
B
Van lucht en water
C
Van planten en dieren
D
Van plastic afval

Slide 19 - Quizvraag

Mest is een voorbeeld van biomassa.
Dit is....
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag


Waarom is het gebruik van biomassa als energiebron niet volledig duurzaam?
A
Bij verbranding komt CO2 vrij.
B
Het kan opraken als het veel wordt gebruikt.
C
Het vervoeren kost ook energie.
D
Tussen het afval zit ook plastic.

Slide 21 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met energietransitie?
A
Overgang van duurzame naar fossiele brandstoffen.
B
Het transport van de duurzame energiesoorten.
C
De transitie van waterdamp naar waterdruppels voor energie opwekking.
D
Omschakelen van fossiele naar duurzame energiebronnen.

Slide 22 - Quizvraag

Wat houdt het Klimaatakkoord van Parijs in?
A
Het verhogen van de industriele activiteit
B
Het promoten van fossiele brandstoffen
C
Het negeren van de klimaatverandering
D
Het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het doel van het klimaatakkoord?
A
Dat de temperatuur hoger moet worden
B
De temperatuur beneden de 2 graden houden op aarde
C
De temperatuur beneden de 4 graden houden op aarde
D
De temperatuur moet onder de 1,5 graad blijven

Slide 24 - Quizvraag

5.2 Koude oorlog
Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 94-95-96-97
  • KGT: bladzijde 104-105-106-107

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Warmte uit de aarde. 
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Daarna: lezen in je leesboek. 

Slide 25 - Tekstslide

5.2 Koude oorlog
7.3 Opkomst duurzame energie
deel 2

Slide 26 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 7.3 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 27 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 28 - Tekstslide

Biomassa is een energiebron.

Waarvan is biomassa afkomstig?







A
Van diepere aardlagen
B
Van lucht en water
C
Van planten en dieren
D
Van plastic afval

Slide 29 - Quizvraag

Mest is een voorbeeld van biomassa.
Dit is....
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag


Waarom is het gebruik van biomassa als energiebron niet volledig duurzaam?
A
Bij verbranding komt CO2 vrij.
B
Het kan opraken als het veel wordt gebruikt.
C
Het vervoeren kost ook energie.
D
Tussen het afval zit ook plastic.

Slide 31 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met energietransitie?
A
Overgang van duurzame naar fossiele brandstoffen.
B
Het transport van de duurzame energiesoorten.
C
De transitie van waterdamp naar waterdruppels voor energie opwekking.
D
Omschakelen van fossiele naar duurzame energiebronnen.

Slide 32 - Quizvraag

Wat houdt het Klimaatakkoord van Parijs in?
A
Het verhogen van de industriele activiteit
B
Het promoten van fossiele brandstoffen
C
Het negeren van de klimaatverandering
D
Het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het doel van het klimaatakkoord?
A
Dat de temperatuur hoger moet worden
B
De temperatuur beneden de 2 graden houden op aarde
C
De temperatuur beneden de 4 graden houden op aarde
D
De temperatuur moet onder de 1,5 graad blijven

Slide 34 - Quizvraag

Leervragen
Vertellen wat aardwarmte is
Aan het eind van de les kan je...
Vertellen waarvoor we aardwarmte gebruiken

Slide 35 - Tekstslide

Aardwarmte 
Hoe dieper je de aarde in gaat, hoe warmer het wordt. Dit noem je aardwarmte. 




Slide 36 - Tekstslide

Aardwarmte 
Waarvoor kun je aardwarmte gebruiken?
Je kunt er huizen en kassen mee verwarmen.

Waarom wordt het in Nederland niet veel gebruikt?
Het warme water zit hier diep in de grond en het kost veel geld om het te gebruiken.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Afsluiting

Slide 40 - Tekstslide

Wat is aardwarmte?

Slide 41 - Open vraag

Waarvoor gebruiken we aardwarmte?

Slide 42 - Open vraag

Hoe kan aardwarmte worden opgewekt?
A
Door windmolens
B
Door koeienpoep
C
Door leidingen heel diep onder de grond
D
Door zonnepanelen

Slide 43 - Quizvraag

In welk land in Europa maken ze veel gebruik van aardwarmte?
A
Nederland
B
Rusland
C
Duitsland
D
IJsland

Slide 44 - Quizvraag

5.2 Koude oorlog
Aan de slag
Maken
Klaar?
Vooruitblik
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 98-99-100
  • KGT: bladzijde 108-109-110-111

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Nederland verduurzaamt
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Daarna: lezen in je leesboek. 

Slide 45 - Tekstslide