OV2: Fairtrade

Fairtrade
1 / 31
volgende
Slide 1: Woordweb
ProductkennisBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Fairtrade

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Fairtrade?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De term Fairtrade bestaat uit twee Engelse woorden: 'fair' en 'trade... kan jij dit vertalen? en Wat bedoelen ze hier met?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fairtrade wat 'eerlijk' en 'handel' betekent.
 Het gaat dus, zoals deze woorden al doen vermoeden, om eerlijke handel. 

De oorsprong ervan brengt ons meer dan vijftig jaar terug in de tijd. 

Als reactie op de toenemende hongersnood en armoede in de landen van het Zuiden, zette één idee onze manier van denken op zijn kop: “Trade, not aid”.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is Fairtrade nodig?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fairtrade helpt boeren en arbeiders in ontwikkelingslanden een betere plek te verwerven in de handelsketen, zodat ze kunnen leven van hun werk en kunnen investeren in een duurzame toekomst. 

Fairtrade is zowel een keurmerk als een wereldwijde beweging. 

Samen maken we de wereld eerlijk, met gelijke kansen voor iedereen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trade, Not aid.
Dit wil zeggen : Ruil, niet helpen. Wat bedoelen ze hier juist?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In Azië, Afrika en Zuid- Amerika verkeren veel kleinschalige boeren continu in onzekerheid over hun inkomen. 

Daarnaast zijn ze overgeleverd aan de sterk fluctuerende wereldmarktprijs, waardoor de opbrengst van de oogst vaak te laag is om het hele gezin te kunnen onderhouden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Zonder een betrouwbaar inkomen kunnen ze niet investeren in hun onderneming, de toekomst van hun kinderen en in de gemeenschap. 

Hierdoor blijft de armoede in stand. 

Fairtrade doorbreekt deze vicieuze cirkel door standaarden te zetten die boeren de mogelijkheid bieden om zichzelf te ontwikkelen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Together we make change!
Want samen sta je sterker. 
Samen weet je meer.
 Samen bereik je meer. 

Fairtrade wil de positie van kleinschalig werkende boeren helpen versterken. Krachtenbundeling is de eerste, onmisbare stap in dat proces. Fairtrade werkt daarom met organisaties, nooit met individuele boeren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken heeft de volgende voordelen:
Organisatievorming geeft boeren een betere onderhandelingspositie, ze kunnen niet meer tegen elkaar uitgespeeld worden.

Organisatievorming brengt schaalvergroting; boeren kunnen gezamenlijk landbouwmiddelen inkopen, transport organiseren en de export en verwerking samen regelen.
Coöperatieleden krijgen training over bijvoorbeeld vergroting van productie, kwaliteitsverbetering en milieu en wisselen best practices uit.

Boeren vormen de ruggengraat van het platteland en kunnen gezamenlijk invloed uitoefenen op de ontwikkeling van hun regio

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De minimumprijs

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou een minimumprijs?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kopers die producten afnemen bij Fairtrade boerencoöperaties zijn verplicht een minimumprijs te betalen. Deze minimumprijs moet de boeren in staat stellen de kosten voor duurzame productie te dekken. Deze handelsvoorwaarde is er om de boeren te beschermen wanneer de wereldmarktprijs daalt. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de wereldmarktprijs lager is dan de minimumprijs, wordt tenminste de minimumprijs betaald. 

Als de wereldmarktprijs hoger is dan de minimumprijs, ontvangen de coöperaties uiteraard de hogere wereldmarktprijs. Het fungeert dus als vangnet dat zekerheid biedt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkt onze huidige markt met een minimum/maximumprijs?
A
JA
B
NEE

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Fairtrade premie
Coöperaties ontvangen van hun afnemers een Fairtrade premie bovenop de prijs die zij betalen voor de producten.

 De boeren beslissen democratisch waar zij deze premie aan besteden.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Het gaat hierbij vaak om bedrijfsontwikkeling voor de boeren, zoals verbetering van productiviteit, kwaliteit en infrastructuur. Voor arbeiders op plantages komt de Fairtrade premie ten goede aan gemeenschapsprojecten zoals onderwijs en gezondheidszorg.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale én milieucriteria
Ook de boeren en de coöperatie zelf moeten aan eisen voldoen.
Fairtrade staat voor duurzame productie en ontwikkeling. 

De basis hiervoor is milieuvriendelijke teelt, respect voor arbeidsrechten en een transparante, democratische werkwijze in de boerencoöperaties.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1:
Waar gaat pieter naartoe om fairtrade bananen te onderzoeken?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2:
Wat doet een bananenboer?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3 :
Leg uit, hoe komt de banaan in België. Omschrijf dit in verschillende stappen.


Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht!
Je krijgt enkele papieren met vragen , gebruik de website van Fairtrade om deze vragen op te lossen.
surf naar de website : 
https://www.fairtradenederland.nl/producten/

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

De poll (Emoji)
Voor het uitvragen van emoties bij bepaalde onderwerpen, komt het emoji type goed van pas.

Met de poll kun je leerlingen bevragen met stellingen tijdens de (klassikale of gedeelde) les. Deze stellingen hebben geen goede of foute antwoorden, maar kunnen juist gebruikt worden om discussies te starten en meningen uit te vragen.
Noteer 2 dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Noteer 2 dingen waarover je meer wilt weten.

Slide 30 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Noteer wat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 31 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.