laatste les voor examen ivio

VSO het Dok - Eindhoven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

VSO het Dok - Eindhoven

Slide 1 - Tekstslide

IVIO examen Engels
Onderdeel: Engels 

Slide 2 - Tekstslide

Woorden of zinnen overschrijven
Als je bij een opdracht woorden of zinnen over moet schrijven, maak dan geen fouten!
Denk ook aan de HOOFDLETTERS, punten, komma's, uitroepteken en vraagtekens.


Slide 3 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?
- Schrijf een hoofdletter aan het begin van een zin.
- Schrijf een hoofdletter bij namen van mensen (voor en achternaam) en huisdieren.
- Schrijf een hoofdletter bij aardrijkskundige namen, zoals: plaatsen, landen, beroemde gebouwen, rivieren, meren, en zo verder.
- Schrijf een hoofdletter bij de dagen van de week, maanden van het jaar en vakanties en feestdagen.  
- Schrijf het woord 'ik' overal in de zin, altijd met een hoofdletter 'I'.

Slide 4 - Tekstslide

Beantwoord de vragen
In je IVIO examen Engels kom je heel vaak de opdracht tegen:
'Beantwoord de vragen in korte Engelse zinnen. 

Is deze vraag goed beantwoord?

Waar woont Karl?
Chicago.

Slide 5 - Tekstslide

Geeft antwoord in een korte Engelse zin op de vraag: Waar woont Karl?

Slide 6 - Open vraag

Beantwoord de vragen
'Beantwoord de vragen in korte Engelse zinnen. Alleen ja of nee is niet voldoende.

Is deze vraag goed beantwoord?

How old are you?
42.

Slide 7 - Tekstslide

Geeft antwoord in een korte Engelse zin op de vraag: How old are you?

Slide 8 - Open vraag

verbeter de zin, gebruik hoofdletters en leestekens.
mei favourite city is london

Slide 9 - Open vraag

verbeter de zin, gebruik hoofdletters en leestekens.
we visited paris last yier

Slide 10 - Open vraag

verbeter de zin, gebruik hoofdletters en leestekens
we have eksems next week ontuesday

Slide 11 - Open vraag

Denk aan het volgende...
- Maak geen overschrijffouten bij opdrachten waar je woorden en zinnen moet overschrijven.
- Vergeet bij het overschrijven de hoofdletters en leestekens niet.
- Geef antwoord in korte zinnen als dat gevraagd wordt! Dus alleen 'no' antwoorden is altijd fout. 
- Gebruik hoofdletters en leestekens als je zinnen moet schrijven. Iedere zin begint altijd met een HOOFDLETTER en eindigt met een leesteken (.-?-!).
- Lees de opdrachten goed zodat je weet wat je moet doen. 
- Denk logisch en rustig na, je hebt genoeg tijd bij het examen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide