Bereid een gesprekje voor dat bestaat uit minimaal 10 zinnen.
Gebruik zinnen uit Unit 2.
Het onderwerp is:
Er is volgende week een festival waar je graag naar toe wilt. Je hebt echter nog niemand om mee samen te gaan en ook het vervoer is nog niet geregeld. Je belt je beste vriend / vriendin op. Vertel iets over het festival.
Het gesprek heeft een opening, middenstuk en slot. Het gesprekje bevat minimaal, een begroeting en een afspraak met tijd en datum. Je maakt dus samen afspraken om naar het festival te gaan.