tijdschrift 1

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

deadline tijdschrift vrijdag 19 maart

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

1.1 Leerdoelen

  1. Je kent het verschil tussen de tekstsoorten uiteenzetting, beschouwing, betoog, recensie, interview en een column.
  2. Je kunt teksten schrijven vanuit verschillende schrijfdoelen.
  3. Je kunt de inhoud van een tekst afstemmen op de doelgroep.
  4. Je kunt teksten aantrekkelijk maken voor je publiek.
  5. Je kunt feedback vragen, geven en verwerken om teksten zo goed mogelijk te maken.
  6. Je kunt samenhang en structuur aanbrengen in een tekst.

Slide 7 - Tekstslide

1.2 De redactie

Vorm met klasgenoten een groep / een redactie. Iedereen heeft een eigen rol en samen zijn jullie verantwoordelijk voor het eindresultaat.
  1. Hoofdredacteur (zorgt dat er een taakverdeling wordt gemaakt en dat gemaakte afspraken worden nagekomen) 
  2. Eindredacteur (controleert de teksten van anderen op inhoud, spelling, enz.) 
  3. Vormgever (is eindverantwoordelijke voor het ontwerpen/vormgeven) 
  4. Een vierde (en eventueel vijfde) groepslid kan worden ingezet als extra eindredacteur of vormgever.  

Slide 8 - Tekstslide

1.3 Eisen tijdschrift
  1.  Het tijdschrift bestaat uit minimaal acht pagina’s (incl. voor- en achterkant).
  2.  Jullie tijdschrift bevat minimaal: 
  3. ▪ twee uiteenzettingen van ± 450 woorden.
  4. ▪ een interview
  5. ▪ een recensie
  6. ▪ een betoog
  7. ▪ een column
  8. Het tijdschrift kan en mag verder worden aangevuld met bijvoorbeeld een pagina met diversen (ontspanning/amusement, dus puzzels, strips, enz.).
  9. Het tijdschrift heeft een duidelijk thema. De inhoud van de artikelen wordt daarop afgestemd.
  10. De taken worden binnen de groep eerlijk verdeeld in inzichtelijk gemaakt voor de docent.
  11. Het tijdschrift ziet er verzorgd uit en leest prettig. Dus: zorg voor een mooie opmaak van de tijdschriftpagina’s, met een pakkende titel, tussenkopjes, passende foto’s, kies gezamenlijk een lettertype en vormgeving enzovoort. Tip: bekijk een aantal tijdschriften ter inspiratie.
  12. Je bent zelf verantwoordelijk voor het opmaken en printen van het tijdschrift. Je kiest zelf de tool waarmee je het tijdschrift vormgeeft, maar we raden hiervoor www.jilster.nl aan.
  13. Het tijdschrift bevat creatieve en originele elementen. 
  14. Je levert het tijdschrift uiterlijk vrijdag 19 maart in (op papier) bij je docent, of als de school nog gesloten is, bij de receptie.
  15.  In het tijdschrift wordt op correcte wijze verwezen naar bronnen. Teksten waarin plagiaat wordt gepleegd (het kopiëren/overnemen van tekst(gedeelten) zonder bronvermelding) worden beoordeeld met het cijfer 1. Daarmee benadeel je dus je groepsgenoten!

Slide 9 - Tekstslide

1.4 Beoordeling

Je eindcijfer (dat weging 1 heeft als voortgangscijfer voor je rapport) is het gemiddelde cijfer van de volgende onderdelen (zie beoordelingsmodel achterin de module):
  1. Proces en samenwerking (ook feedback geven)
  2. Creativiteit/originaliteit
  3. Verzorging (opmaak en spelling/formuleren)
  4. Teksten (uiteenzetting 1 en 2, interview, recensie, betoog, column)

Slide 10 - Tekstslide

2.3 Samenwerking vastleggen

Als groep moeten jullie goed gaan samenwerken om alles op tijd af te krijgen, maar vooral ook om met de hulp van elkaar een mooi eindproduct tot stand te brengen. Jullie hebben elkaar ook nodig als het om de planning gaat: voordat de vormgever je tekst kan opmaken, heeft hij/zij wel op tijd jouw tekst nodig. Het is dan ook niet voor niets dat 10 procent van je cijfer verdiend kan worden met goed samenwerken. Jullie gaan als groep daarom duidelijke afspraken maken. De hoofdredacteur spreekt een eerlijke en duidelijke taakverdeling af met de groep en communiceert die met de docent.
Bij het tijdschriftproject gebruiken jullie de website Trello om alle taken, afspraken, documenten, teksten, feedback, enz. op één plek bij elkaar te brengen. De hoofdredacteur maakt hiervoor een bord aan (zie 2.5) en deelt dit met de groepsleden én de docent.

Slide 11 - Tekstslide

TRELLO: hoofdredacteur

Slide 12 - Tekstslide

TRELLO

Slide 13 - Tekstslide

TRELLO

Slide 14 - Tekstslide

tijdschrift

Slide 15 - Woordweb