Klas2_so_grammatica

Bijwoordelijke en bijvoeglijke bepalingen zijn beide zinsdelen.
A
juist
B
niet juist
1 / 38
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bijwoordelijke en bijvoeglijke bepalingen zijn beide zinsdelen.
A
juist
B
niet juist

Slide 1 - Quizvraag

Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een werkwoord.
A
juist
B
niet juist

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer er 1 werkwoord in een zin staat, is dit altijd de persoonsvorm.
A
juist
B
niet juist

Slide 3 - Quizvraag

Een werkwoordelijk gezegde bestaat altijd alléén uit werkwoorden.
A
juist
B
niet juist

Slide 4 - Quizvraag

Een groot stuk plastic was aan de auto blijven hangen.


aan de auto =
A
lijd.vw
B
meew.vw
C
bijw.bep
D
bijv.bep

Slide 5 - Quizvraag

De erg vrolijke Feline stond haar pas getrouwde nicht lachend op te wachten.

lachend =
A
lijd.vw
B
meew.vw
C
bijw.bep
D
bijv.bep

Slide 6 - Quizvraag

Die grote problemen had Ita snel opgelost.


die grote problemen =
A
lijd.vw
B
meew.vw
C
bijw.bep
D
bijv.bep

Slide 7 - Quizvraag

De taxichauffeur uit Amsterdam wil dergelijke ongewassen klanten niet vervoeren.


uit Amsterdam =
A
lijd.vw
B
meew.vw
C
bijw.bep
D
bijv.bep

Slide 8 - Quizvraag

De taxichauffeur uit Amsterdam wil dergelijke ongewassen klanten niet vervoeren.


dergelijke ongewassen klanten =
A
lijd.vw
B
meew.vw
C
bijw.bep
D
bijv.bep

Slide 9 - Quizvraag

Wie hadden Boele en Guus een uitnodiging voor hun fantastische feest gestuurd?


wie =
A
lijd.vw
B
meew.vw
C
bijw.bep
D
bijv.bep

Slide 10 - Quizvraag


De ervaren gids kan de toeristen zeer snel door de Amsterdamse straatjes leiden.
noteer:  gez.   ond.    lv.    mv.    bwb   bvb 
(zet X als een zinsdeel ontbreekt. Er kunnen méér bwb en bvb in de zin staan!)  

Slide 11 - Open vraag


Waarom kookt die Italiaanse kok altijd zulke flauwe gerechten voor zijn gasten uit het buitenland?
noteer: gez. ond. lv. mv. bwb bvb  
(zet X als een zinsdeel ontbreekt. Er kunnen méér bwb en bvb in de zin staan!)

Slide 12 - Open vraag


Wat ligt daar op de grond in de kantine van De Amsterdamse Mavo?
noteer: gez. ond. lv. mv. bwb bvb  
((zet X als een zinsdeel ontbreekt. Er kunnen méér bwb en bvb in de zin staan!)

Slide 13 - Open vraag


Het gesprek met de minister nam de parlementair journaliste altijd met haar telefoon op.
noteer: gez. ond. lv. mv. bwb bvb  
(zet X als een zinsdeel ontbreekt. Er kunnen méér bwb en bvb in de zin staan!)

Slide 14 - Open vraag


Voor de veiligheid moeten we onze handen goed wassen.
noteer: gez. ond. lv. mv. bwb bvb  
(zet X als een zinsdeel ontbreekt. Er kunnen méér bwb en bvb in de zin staan!)

Slide 15 - Open vraag

WIE heeft Maya met haar huiswerk geholpen?


wie= ....
A
ond
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 16 - Quizvraag

Wat mogen we eigenlijk nog doen in de vakantie?

Wat= ....
A
ond
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 17 - Quizvraag

Wat staat daar op dat bord?

Wat= ....
A
ond
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
Hoe
B
Wie
C
Wat
D
wat voor (een)

Slide 19 - Quizvraag

Wie heeft Maarten na de les extra uitleg gegeven?

Wie= ....
A
ond
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
hij
B
ik
C
mijn
D
zij

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
op
B
tegen
C
in
D
enkele

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
Deze
B
Die
C
Daar
D
Dit

Slide 23 - Quizvraag

Zou iedereen zijn toets goed geleerd hebben?
noteer het hulpwerkwoord / de hulpwerkwoorden

Slide 24 - Open vraag

De eerste gedachte zal niet altijd de juiste zijn.
noteer het hulpwerkwoord / de hulpwerkwoorden

Slide 25 - Open vraag

Mijn moeder zal zich altijd blijven verzetten tegen mobieltjes op mijn kamer.
noteer het hulpwerkwoord / de hulpwerkwoorden

Slide 26 - Open vraag

Mijn oma wordt voor het opknappen van de tuin door een tuinman geholpen.
noteer het hulpwerkwoord / de hulpwerkwoorden

Slide 27 - Open vraag

Welke games heb jij op jouw Xbox  staan?
hww
zww
pers.vnw
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
bez.vnw
voorzetsel
bijwoord
telwoord
welke
jouw
op
staan

Slide 28 - Sleepvraag

 Kun je mij dat boek aangeven dat daar staat?
hww
zww
pers.vnw
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
bez.vnw
voorzetsel
bijwoord
telwoord
je
mij
(1e)dat
daar

Slide 29 - Sleepvraag

Naar welke series heb jij tijdens corona al gekeken? 
hww
zww
pers.vnw
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
bez.vnw
voorzetsel
bijwoord
telwoord
naar
welke
tijdens
gekeken

Slide 30 - Sleepvraag

Dit is al de vijfde week dat we digitale lessen moeten volgen.
hww
zww
pers.vnw
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
bez.vnw
voorzetsel
bijwoord
telwoord
Dit
vijfde
digitale
moeten

Slide 31 - Sleepvraag

Vandaag is de middelste dag van een week met veel toetsen.
hww
zww
pers.vnw
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
bez.vnw
voorzetsel
bijwoord
telwoord
Vandaag
middelste
met
veel

Slide 32 - Sleepvraag

Waarom denk je dat dit dieet niet goed is voor zijn gezondheid?
hww
zww
pers.vnw
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
bez.vnw
voorzetsel
bijwoord
telwoord
Waarom
dit
voor
zijn

Slide 33 - Sleepvraag

Hoe zijn zijn ouders naar Nederland gereisd vanuit Italië?
hww
zww
pers.vnw
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
bez.vnw
voorzetsel
bijwoord
telwoord
Hoe
zijn -1e 
zijn -2e
gereisd 

Slide 34 - Sleepvraag

Heb jij gehoord wie hun de  prijs voor het beste lied heeft uitgereikt?
hww
zww
pers.vnw
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
bez.vnw
voorzetsel
bijwoord
telwoord
jij
wie
hun
beste

Slide 35 - Sleepvraag

Weet jij waarom hij die jongen heeft uitgenodigd voor zijn feest?
hww
zww
pers.vnw
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
bez.vnw
voorzetsel
bijwoord
telwoord
waarom
die
uitgenodigd
zijn

Slide 36 - Sleepvraag

Maak een correcte zin waarin het woord 'genezen'
een zelfstandig ww is.

-je mag de vorm van het woord niet veranderen-

Slide 37 - Open vraag

Maak een correcte zin waarin het woord 'genezen'
een bijvoeglijk nw is.

-je mag de vorm van het woord niet veranderen-

Slide 38 - Open vraag