Deel 8a, blok 4, week 3 Les 2 toe- en afname percentages

• Basisschool

20% van 100 = ?

5% van 200 = ?

lesdoel

Ik ga de betekenis van percentages groter dan 100% leren en kan daar sommen mee maken.

welke regel gebruik jij?

Vertel aan elkaar hoe je dit uitrekent.

Er zitten 250 appels in de mand, maar 20% van de appels is verrot.

Hoeveel goede appels zitten er in de mand?

Gebruik een verhoudinggstabel

Tip: reken eerst uit hoeveel goedkoper de tas is geworden.

De tas kost € 30,-

Ik betaal maar  € 27,-.

Hoeveel % korting heb ik gekregen?

Gebruik een verhoudinggstabel

Tip: reken eerst uit hoeveel duurder de gitaar is geworden.

Vorige week was de gitaar € 120,-

Nu kost deze  € 126,-.

Hoeveel % duurder is de gitaar geworden?

Wat kun jij aan het einde van deze les?

samen

juf doet het voor

nu jullie

Juf doet het voor

nu jij

juf doet het voor

nu jullie

nu jij

aan het werk

 Deel 8a, blok 4, week 3

Les 2

Opgave 3

Opgave 2

Plussen