Formuleren nieuw

WELKOM havo 4
Nederlands

Check: oordopjes weg + telefoon uit/onzichtbaar
Starten met 10 minuten lezen!! Direct bij binnenkomst :-)
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM havo 4
Nederlands

Check: oordopjes weg + telefoon uit/onzichtbaar
Starten met 10 minuten lezen!! Direct bij binnenkomst :-)

Slide 1 - Tekstslide

Doel:            31 OKTOBER
een zo hoog mogelijk cijfer halen voor de toets FORMULEREN
en SPELLING.

Voortgangstoets (2x) 
Niet herkansbaar

70 PROCENT NORMERING!



Slide 2 - Tekstslide

Belangrijk:
31 oktober TOETS SPELLING EN FORMULEREN
Voor  6 november 22.00 uur  inleveren boekverslag (zakelijke gegevens + verwerkingsopdracht) in 1 bestand. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

4. Dat/als constructie
1. Ik vind, dat wanneer de overheid niets tegen de files doet, dat dan het bedrijfsleven de problemen moet aanpakken.
2. Hij zei dat als hij zijn geld wil hebben, hij op tijd moet komen.


Slide 7 - Tekstslide

5. Foutieve samentrekking
1. Zij poetste de vaas en hij de plaat. 
2. Ik ga vissen en jullie wandelen. 
3. Hij heeft een mooi huis, maar er ook hard voor gewerkt. 

Slide 8 - Tekstslide

Vandaag
Persoonsvorm
Overige werkwoordsvormen

Slide 9 - Tekstslide

Formuleren
Havo: paragraaf 1 t/m 7

Slide 10 - Tekstslide

Formuleerfouten
1. Dubbelop
2. Fouten met verwijswoorden
3. Incongruentie
4. Dat/als-constructie
5. Foutieve samentrekking
6. Foutieve beknopte bijzin
7. Zinnen onjuist begrenzen

Slide 11 - Tekstslide

1. Dubbelop
- Onjuiste herhaling
- Tautologie
- Pleonasme
- Contaminatie
- Dubbele ontkenning

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

2. Fouten met verwijswoorden
- Hij, zij, het; hem of haar; zijn of haar?
- Deze of die; dit of dat?
- Hen of hun?
- Dat of wat?
- VZ +wie of waar + VZ?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

3. Incongruentie
- Meervoudig onderwerp wordt voor enkelvoudig onderwerp aangezien
- Onderwerp met enkelvoudige kern wordt gevolgd door meervoudige bijvoeglijke bepaling
- Het meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

4. Dat/als-constructie
- Let ook op synoniemen

Slide 25 - Tekstslide

4. Dat/als constructie
Voorwaarde: iets dat nodig is of waarvan je eist dat het gebeurt voordat iets anders gebeurt.

Je kunt zo’n voorwaarde beter achteraan de zin zetten. (Als je van ‘ík denk’ of ík vind’ ‘volgens mij’ maakt, kun je het probleem vermijden.)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

5. Foutieve samentrekking
- Verschil in betekenis
- Verschil in vorm
- Verschil in grammaticale functie

Slide 28 - Tekstslide

5. Foutieve samentrekking
Samentrekking: Bij een samentrekking kies je ervoor delen van woorden, woordgroepen of zinnen weg te laten in plaats van ze telkens te herhalen. Voorbeelden zijn land- en tuinbouw, oude en nieuwe boeken en hoofd- en kleine letters.

 voorwaarde: getal, betekenis en grammaticale vorm.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

6. Foutieve beknopte bijzin
- Verborgen onderwerp vergelijken met het onderwerp in de hoofdzin

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

7. Zinnen begrenzen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Tekstslide

Fout verwijswoord-> haar=zijn (HET team)
Foutieve samentrekking-> er worden huizen gebouwd
Foutieve beknopte bijzin-> stuur ik u de door u aangevraagde....
Fout verwijswoord-> Het geld DAT
Foutieve beknopte bijzin-> Terwijl ik op het perron wachtte, ....
Foutieve samentrekking-> Zijn broek kost 80 euro en die vind ik niet mooi.

Slide 36 - Tekstslide

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 37 - Quizvraag

Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 38 - Quizvraag

Deze film kreeg een internationale prijs en heb ik vandaag in de bioscoop gezien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 39 - Quizvraag

Trix is moe en ziek gemeld door haar moeder.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie (pv, ow, lv)
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal (mv, ev)

Slide 40 - Quizvraag

De conciërge zet de kratten frisdrank in het magazijn en daarna de vaatwasser uit.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie (pv, ow, lv)
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal (mv, ev)

Slide 41 - Quizvraag

De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie (pv, ow, lv)
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal (mv, ev)

Slide 42 - Quizvraag

Peter besloot vandaag niet bij zijn bejaarde vader op bezoek te gaan, omdat hij behoorlijk ziek was.

Slide 43 - Open vraag

Volgens sommige deskundigen kan gepersonaliseerd onderwijs een mogelijke oplossing zijn voor de teruglopende onderwijsprestaties in ons land.

Slide 44 - Open vraag

Op mijn racefiets door het bosrijke landschap rijdend, stak vlak voor mij een wild zwijn met zes jongen het fietspad over.

Slide 45 - Open vraag

In dit winkelcentrum worden overdag vaak diefstallen gepleegd en 's nachts ingebroken.

Slide 46 - Open vraag

Omdat dit bedrijf .... internationale activiteiten wil ontwikkelen, gaat .... binnenkort op zoek naar enkele buitenlandse partners.

Slide 47 - Open vraag

Ik wil je graag voorstellen aan mijn nieuwe vriend, waarmee ik deze zomer een mooie wereldreis ga maken.

Slide 48 - Open vraag

Volgens mij moeten we de tent met een paar extra scheerlijnen vastzetten, zodat als het noodweer straks losbarst, we niet in de stortregen naar buiten hoeven.

Slide 49 - Open vraag