Revision theme 3, 4 grammar

Welcome 4K1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
English

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome 4K1

Slide 1 - Tekstslide

Lesson Plan

- Revise grammar stuff for the SE theme 3, 4

GT-finish up planner + practise grammar 


Slide 2 - Tekstslide

Lesson Goal
In the end of the lesson you will know what grammar you need to practise for the SE 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe?
een bijwoord vorm je door:
-ly achter het bijv nw te zetten quick-ly
- let op! met woorden die op een y eindigen: happy wordt happily

Slide 5 - Tekstslide

ww over zintuigen

- na de volgende ww geen adverb.
taste-feel-sound-look-smell
heeft te maken met zintuigen.
The rose smells nice. (niet smells nicely)

Slide 6 - Tekstslide

Which sentence is wrong?
A
He plays the piano well
B
He plays the piano good
C
He plays the piano greatly

Slide 7 - Quizvraag

Which sentence is wrong?
A
These roses smell nice
B
These roses smell great
C
These roses smell nicely

Slide 8 - Quizvraag

one  & ones

Slide 9 - Tekstslide

one en ones
Je gebruikt deze woorden om herhaling van een eerder gebruikt woord te voorkomen.

We are looking for a new bike. Perhaps one in white?
Wow! I really like those flowers. Especially the ones in pink.

Slide 10 - Tekstslide

Gebruik one/ones
Na deze woorden kun je one/ones gebruiken:
- een bijvoeglijk naamwoord
- which
- this/ that/ these / those
- als zelfstandig naamwoord

Slide 11 - Tekstslide

The new smartphones are much faster than the old ______.
A
one
B
ones

Slide 12 - Quizvraag

Word order
Plaats en tijd

Slide 13 - Tekstslide

Plaats en tijd
Een plaatsbepaling moet altijd voor de tijdsbepaling.

        - I helped an old lady at the trainstation yesterday.
        - He won a prize at the tournament last week.

Slide 14 - Tekstslide

Wat moet je doen als je alleen een plaatsbepaling hebt?

Een plaatsbepaling moet achteraan de zin. 
      - He went on holiday to Spain.

Slide 15 - Tekstslide

Onthoud dit en je komt al erg ver :)

Wie doet wat waar en wanneer?


Slide 16 - Tekstslide

Put in the correct order:
England - Londen - is - capital - the - of

Slide 17 - Open vraag

Future

Slide 18 - Tekstslide

Future

Slide 19 - Tekstslide

als je iets van plan bent
of iets gaat gebeuren:
A
will + hele ww
B
shall + hele ww
C
allowed to + hele ww
D
am/are/is + going to + hele ww

Slide 20 - Quizvraag

will + hele werkwoord
She will get you a coke.
A
iets aankondigen, aanbieden, beloven
B
iets van plan zijn, iets gaat gebeuren

Slide 21 - Quizvraag

The graffiti exhibition........ (not-open)this Monday but next Monday.
A
isn't opening
B
doesn't open

Slide 22 - Quizvraag

What to do:
  • Do slim stampen 

Slide 23 - Tekstslide