4H H19H20 argumenteren

4 havo 17 januari
  • Even herhalen: standpunt -  argument - tegenargument - weerlegging - feitelijke en waarderende argumenten;
  • huiswerk nakijken : blz. 96-97 opdracht 11 t/m 17;
  • instructie H20 'argumentatiestructuren'.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

4 havo 17 januari
  • Even herhalen: standpunt -  argument - tegenargument - weerlegging - feitelijke en waarderende argumenten;
  • huiswerk nakijken : blz. 96-97 opdracht 11 t/m 17;
  • instructie H20 'argumentatiestructuren'.

Slide 1 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
Een argumentatiestructuur is een schema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen. 

Slide 2 - Tekstslide

Argumentatiestructuren H20
  • Enkelvoudige argumentatie = één standpunt en één argument
  • nevenschikkende argumentatie = één standpunt en meerdere argumenten - afhankelijk/onafhankelijk
  • onderschikkende argumentatie = een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten 

Slide 3 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie 

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.

Slide 4 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Onderschikkende argumentatie
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Je lever wordt door alcoholgebruik steeds slechter.

Slide 5 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Nevenschikkende onafhankelijke argumentatie 

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.

Slide 6 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Nevenschikkende afhankelijke argumentatie 

Heel Nederland heeft last van het slechte weer.
In Noord-Nederland hadden ze te maken met veel schade door de harde wind.
Terwijl Zuid-Nederland met name te maken had met wateroverlast.

Slide 7 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Combinatie van argumentaties 
Een taxi kost meer dan wanneer je  zelf rijdt.
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Het is duur.
Het is slecht voor je lever.
Met drank op moet je een taxi nemen.

Slide 8 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Stelling: Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
  • Het regende drie dagen onafgebroken. 
  • Een flesje water kostte 5 euro.
  • Het vliegtuig had vertraging. 
  • Het was erg duur. 
  • De hoofdact kwam niet opdagen. 

Zet de stelling met de bijbehorende argumenten in een schema

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Het vliegtuig had vertraging. 
Het was erg duur. 
De hoofdact kwam niet opdagen.
Een flesje water kostte 5 euro. 
Het regende drie dagen onafgebroken.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1,2,3,4 blz. 98

Slide 11 - Tekstslide

4 havo - 21 januari
In het nieuws
even herhalen: argumentatiestructuren

Slide 12 - Tekstslide