Kapitel 3

Kapitel 3
Heute:
Wortschatz
Modalverben

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kapitel 3
Heute:
Wortschatz
Modalverben

Slide 1 - Tekstslide

Klassenplattegrond
Links (gangkant)      Midden                                    Rechts (Raamkant)
Valentijn Derk            Frederique Wies                  Eren Kevin
Nina Emma                  Charles Hugo                       Misha Luka
Rosh Layla                    Kyra Noor                               Thomas Fenne
Kylie Laura                   Sameer   Dino                        Carsten Jorick
 Dylan Tony




Slide 2 - Tekstslide

Wortschatz
We gaan oefenen, met de woordenschat. Vandaag via lessonup, morgen als so (formatief)

Slide 3 - Tekstslide

Vertaal:
de bus

Slide 4 - Open vraag

Vertaal:
de rotonde

Slide 5 - Open vraag

Vertaal:
het station

Slide 6 - Open vraag

Vertaal:
de brug

Slide 7 - Open vraag

Vertaal:
de kant, de zijde

Slide 8 - Open vraag

Vertaal:
de trein (mag 1 van de 2 zijn)

Slide 9 - Open vraag

Vertaal:
het vliegtuig

Slide 10 - Open vraag

Vertaal:
de dorpen

Slide 11 - Open vraag

Vertaal:
het schip

Slide 12 - Open vraag

Vertaal:
de kruising

Slide 13 - Open vraag

Morgen hele linker rij leren +
Werkwoorden können en müssen in tt

Slide 14 - Tekstslide

Let op!
In dit hoofdstuk staan de werkwoorden in verleden tijd, je moet echter de lijst leren die je op magister ziet staan in tegenwoordige tijd!

Slide 15 - Tekstslide

Können (kunnen)
ich kann
du kannst
er/sie/es kann
wir können
ihr könnt
Sie/sie können

Slide 16 - Tekstslide

Müssen 

(moeten, het kan niet anders/noodzaak)
ich muss
du musst
er/sie/es muss
wir müssen
ihr müsst
Sie/sie müssen

Slide 17 - Tekstslide

Nachsehen
6 tm 9

Slide 18 - Tekstslide

Hausaufgaben

Lernen Lernliste hele linker rij kap. 3
Lernen werkwoorden können/müssen

Machen Üb 13 a en b

Slide 19 - Tekstslide