18.1 Van polypeptideketen tot een werkzaam eiwit

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
18.1 Van polypeptideketen tot een werkzaam eiwit
Voorkennisvragen
1. Waar bevinden zich de ribosomen in de cel?
2. Wat is de functie van het ER en het golgisysteem ook al weer? 

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
18.1 Van polypeptideketen tot een werkzaam eiwit
Voorkennisvragen
1. Waar bevinden zich de ribosomen in de cel?
2. Wat is de functie van het ER en het golgisysteem ook al weer? 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Doel 18.1
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel van een of meer polypeptideketens een werkzaam eiwit maakt (18.1)
☐ Je kunt verschillende voorbeelden geven hoe eiwitmoleculen bijdragen aan het functioneren van een organisme (18.2)

Ik gooi de volgorde van 18.1 en 18.2 een beetje door elkaar......

Slide 3 - Tekstslide

Let op
In dit hoofdstuk staat veel informatie over de context: Alzheimer, Parkinson
De context hoeft je NIET te leren, alleen de algemene processen.



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
1. Elke polypeptidestreng begint met een signaalpeptide (adreslabel)

BINAS 71J

Slide 6 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
2. SignaalHerkenningsMolecuul (SHM) bindt aan het adreslabel en stopt tijdelijk de translatie

Slide 7 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
3. SignaalHerkenningsMolecuul (SHM) bindt aan het SHM-receptoreiwit in het membraan van het ER


Slide 8 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
4. Ribosoom bindt aan ribosoomreceptor op het ER, boven een eiwitpoort



Slide 9 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
5. Met behulp van energie uit GTP molecuul (GTP -> GDP + P) koppels SMH los




Slide 10 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
6. Enzym verwijdert signaalpeptide van de polypeptideketen





Slide 11 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
7. Translatie gaat verder en polypeptideketen groeit nu ín het ER





Slide 12 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
8. Als de translatie stopt koppelt het ribosoom los en zit de polypeptide los in het ER.





Slide 13 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
9. In het ER wordt de polypeptideketen gevouwen tot een eiwit (3D structuur) en worden eventueel moleculen (suikers) toegevoegd





Slide 14 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
10. Door afstulping van het ER membraan ontstaan transportblaasjes richting het Golgisysteem





Slide 15 - Tekstslide

Polypeptide -> ER
Door afstulping van het ER membraan ontstaan transportblaasjes richting het Golgisysteem





  
BINAS 79D

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

                                              Golgi
1. In het Golgisysteem wordt het eiwit helemaal afgemaakt, bijvoorbeeld:
Toevoeging fosfaatgroepen
Wijzigen suikergroepen
Koppelen ketens tot een groter eiwit





  
BINAS 79D

Slide 18 - Tekstslide

                                              Golgi
2. Eiwit wordt ingepakt in een blaasje voor de definitieve bestemming (ook op basis van adreslabels).






  

Slide 19 - Tekstslide

                                              Golgi
a. Eiwit is bedoeld voor buiten de cel: exocytose van de inhoud van een transportblaasje .







  

Slide 20 - Tekstslide

                                              Golgi
b. Eiwit is bedoeld voor celmembraan: eiwit wordt ingebouwd in de membraan van het transportblaasje, na fusie van het transportblaasje met de celmembraan zitten de eiwitten in de celmembraan.








  

Slide 21 - Tekstslide

                                              Golgi
c. Voor sommige eiwitten is de exocytose gereguleerd. Dit gebeurt dan alleen als een signaaleiwit is gebonden aan een receptor.









  

Slide 22 - Tekstslide

d. Soms vormt zich geen transportblaasje maar een lysosoom. Het eiwit heeft dan de functie van enzym om dingen af te breken.









  

Slide 23 - Tekstslide

Functies van eiwitten

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide



                                                    H19 Sport

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Functies van eiwitten
De werking van een eiwit hangt nauw samen met de vorm ervan.

Slide 35 - Tekstslide

Doel 18.1
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel van een of meer polypeptideketens een werkzaam eiwit maakt.
☐ Je kunt verschillende voorbeelden geven hoe eiwitmoleculen bijdragen aan het functioneren van een organisme.


Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Kies leerweg B.
18.1: alle vragen

Slide 37 - Tekstslide