22 februari

Bonjour tout le monde!
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!

Slide 1 - Tekstslide

Dernier cours


1. Start SW week 8
2. Verbe être
3. SO CH3
4. Dagen van de week
5. Jeu
Ce cours


1. SW week 8 af
2. Verbe être
3. Dagen van de week
4. Jeu
BLOKUUR

Slide 2 - Tekstslide

Contrôle
Si présent, dit et montre moi:

J'ai mon livre A
J'ai fait mes devoirs (ex 23 t/m 26)

Slide 3 - Tekstslide

Donderdag 29 februari (BLOKUUR)
1e lesuur: vragen stellen, oefenen, leren
2e lesuur: SO

Slide 4 - Tekstslide

Donderdag 29 februari 
Dinsdag 27 februari: vragen stellen, oefenen, leren

Extra informatie!!

Leerstof?

Slide 5 - Tekstslide

Le verbe être

Slide 6 - Tekstslide

Chapitre 3
Werkwoord être = zijn | page 112

Slide 7 - Tekstslide

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 8 - Sleepvraag

être
Je suis
Tu es
Il est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
jij bent
Jullie zijn
hij is
ik ben
zij zijn
wij zijn

Slide 9 - Sleepvraag

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 10 - Sleepvraag

être
Je suis
Tu es
Il est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
jij bent
Jullie zijn
hij is
ik ben
zij zijn
wij zijn

Slide 11 - Sleepvraag


Quiz!
timer
0:10

Slide 12 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van être in:
Ils ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sont

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van être in:
Je........(être)
A
est
B
sommes
C
suis
D
sont

Slide 14 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van être in:
Vous ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van être in:
Elle ________ (être)
A
suis
B
est
C
êtes
D
sommes

Slide 16 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van être in:
Tu ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes

Slide 17 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van être in:
Nous ________ (être)
A
suis
B
es
C
êtes
D
sommes

Slide 18 - Quizvraag

Les jours de la semaine

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Les jours de la semaine
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche

Slide 21 - Sleepvraag


Quiz!
timer
0:10

Slide 22 - Tekstslide

Les jours de la semaine!
Maandag
A
mardi
B
mercredi
C
jeudi
D
lundi

Slide 23 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Dinsdag
A
jeudi
B
mardi
C
samedi
D
dimanche

Slide 24 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Woensdag
A
mercredi
B
jeudi
C
vendredi
D
samedi

Slide 25 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Vrijdag
A
jeudi
B
vendredi
C
mercredi
D
samedi

Slide 26 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Donderdag
A
lundi
B
vendredi
C
dimanche
D
jeudi

Slide 27 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Zaterdag
A
mardi
B
jeudi
C
samedi
D
lundi

Slide 28 - Quizvraag

Les jours de la semaine!
Zondag
A
lundi
B
samedi
C
mardi
D
dimanche

Slide 29 - Quizvraag

Les jours de la semaine
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche

Slide 30 - Sleepvraag

Au travail :)


Wat: leren voor de toets en silence

Tijd: 5 minutes


timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Vocabulaire A et B
La prof donne un mot de vocabulaire A ou B

Vous allez écrire la traduction en néerlandais

On commence! :)

(On ferme les livres et les cahiers bien sûr ;))

Slide 32 - Tekstslide

Vocabulaire A et B
La prof donne un mot de vocabulaire A ou B

Vous allez écrire le mot en français

On commence! :)

(On ferme les livres et les cahiers bien sûr ;))

Slide 33 - Tekstslide

Vocabulaire A et B
La prof donne un mot de vocabulaire A ou B

Vous allez le dessiner en 1 minute...

On commence! :)

(On ferme les livres et les cahiers bien sûr ;))
timer
1:00

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Jeu de chiffres 1-20

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Le jeu de chiffres!

1. on va compter (tellen) ensemble (1-20)

2. on ne peux que (slechts) parler une fois

3. si deux élèves parlent en même temps, on a perdu (verloren) :(...

Slide 39 - Tekstslide

Jeu de vocabulaire A

Slide 40 - Tekstslide

Dessiner
La prof donne un mot de vocabulaire A

Vous allez le dessiner en 1 minute...

On commence! :)

(On ferme les livres et les cahiers bien sûr ;))
timer
1:00

Slide 41 - Tekstslide

Les devoirs pour la semaine prochaine

  • Zie de studiewijzer op Google Classroom voor het maak- en leerwerk van de week :)

  • Exercice 1 t/m 17 af!
  • Apprendre vocabulaire A & B

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide