1976 Wat is beter: nu of later?

1976 Wat is beter: nu of later?
timer
1:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

1976 Wat is beter: nu of later?
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Voorspellen: Kijk naar de plaatjes en naar de titel. Waar zal de tekst over gaan?
Lees de tussenkopjes 
- Wat zou jij doen? Eerlijk?
- Beter later dan nu.
- Beter nu dan later.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zal de tekst over gaan? En wat heeft dit met het Jeelo te maken?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel
Lesdoel: 
Voorspellen van de tekst.
Samenvatting maken van de tekst.

Leesdoel: 
Nadenken over je eigen gedrag.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De juf doet het voor
Ik model een stukje van de tekst. Modelen is hardop denken.

Jullie luisteren en reageren niet op mijn vragen die ik mezelf hardop stel.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We doen het samen
Iemand leest voor en stelt hardop vragen. De juf helpt mee.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Stap 1: Bedenk welke woorden belangrijk zijn in de tekst. Zet daar met potlood een streepje onder.

Stap 2: Onderstreep met potlood de belangrijkste zinnen uit de tekst.

Stap 3: Vat de tekst in twee tot vijf zinnen samen. 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vijf zinnen heb jij gebruikt voor je samenvatting?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak opnieuw de samenvatting over de tekst.

Dezelfde tweetallen en je krijgt er 15 minuten voor.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Onderstreep de verwijswoorden in de tekst

Doe dit met een gekleurde potlood. 
Je krijgt hier vijf minuten voor. Na de vijf minuten, bespreken we de verwijswoorden en waarnaar ze verwijzen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies