KNM 6.1 - 6.3

Werk
KNM thema 6
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
KNMISK

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werk
KNM thema 6

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
  • 6.1 Werk zoeken
  • 6.2 Solliciteren (presentatie Benyamin)
  • 6.3 Het contract (presentatie Amira)

Slide 2 - Tekstslide

6.1: Werk zoeken
  • Lees de tekst (p. 64/ 65)
  • Oefening 3 in tweetallen
  • Oefening 4 in tweetallen

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heet een baan waarvoor iemand gezocht wordt?

Slide 4 - Open vraag

Ik zoek werk.
Wat doe ik?

Slide 5 - Woordweb

Welke mensen horen NIET bij je netwerk?
A
je familie
B
je vrienden op Facebook
C
alle mensen uit je straat
D
alle mensen uit je klas

Slide 6 - Quizvraag

Waar vind je veel vactures voor tijdelijk werk?

Slide 7 - Open vraag

Wat is waar?

Een uitzendbureau....
A
...werkt alleen online.
B
...controleert of jij solliciteert.
C
...solliciteert voor jou.
D
...stuurt e-mails met vacatures, als je dat wilt.

Slide 8 - Quizvraag

Jij wilt je inschrijven bij een uitzendbureau. Wat kan jij het beste doen?
A
Jij schrijft een brief.
B
Jij gaat naar de website van het uitzendbureau.
C
Jij belt met het uitzendbureau.
D
Hij vraagt zijn buurman.

Slide 9 - Quizvraag

6.2 Solliciteren

Slide 10 - Tekstslide

welke 2 dingen MOET je in je sollicitatiebrief schrijven?

Slide 11 - Open vraag

Wat staat er op je CV?

Slide 12 - Woordweb

Wat zet je NIET op je cv?
A
de cijfers van je opleiding
B
dat je een rijbewijs hebt
C
je werkervaring
D
het vrijwilligerswerk dat je doet

Slide 13 - Quizvraag

diploma
Diplomawaardering: Als je een diploma hebt gehaald in je eigen land, dan kan je dit diploma laten waarderen in Nederland. Het is gratis voor inburgeraars.

Slide 14 - Tekstslide

ervaring
Heb je geen diploma, maar wel ervaring? Dan kun je een ervaringscertificaat aanvragen. Bijvoorbeeld bij een ROC. Je moet dan laten zien wat je weet en kunt.

Slide 15 - Tekstslide

Je hebt geen diploma. Je hebt geen ervaring. Wat kan je dan doen?

Slide 16 - Open vraag

Waar praat je vooral over in een eerste sollicitatiegesprek?
A
uren die je moet werken
B
het salaris
C
je motivatie
D
je taken

Slide 17 - Quizvraag

hoe zorg jij ervoor dat een werkgever positief over jou denkt?

Slide 18 - Woordweb

Je solliciteert voor medewerker in een restaurant. De werkgever vraagt waarom je dit werk wilt doen. Wat kan je het beste zeggen?
A
mijn vriend zei dat ik moet solliciteren
B
ik vind het fijn om eten te maken
C
dit werk is makkelijk
D
voor dit werk krijg je een goed salaris

Slide 19 - Quizvraag

6.3 Het contract
Presentatie Amira

Slide 20 - Tekstslide

Wat staat in een contract?

Slide 21 - Open vraag

contract
Iedereen krijgt een persoonlijk contract.
Voor sommige beroepen is een cao (collectieve arbeidsovereenkomst) Daarin staan afspraken voor alle werknemers met dat beroep in Nederland.

Slide 22 - Tekstslide

Als je werkt, krijg je salaris.
Wat is een ander woord voor salaris?

Slide 23 - Open vraag

loon
Als je salaris (= loon) krijgt, krijg je meestal ook een loonstrook. Op een loonstrook staat je brutoloon en je nettoloon.
Het brutoloon staat in je contract.
Het nettoloon krijg je op je bankrekening. 

Slide 24 - Tekstslide

Alle werkende mensen in Nederland betalen sociale verzekeringen. Zo betalen ze mee voor __________ van mensen die niet werken

Slide 25 - Open vraag

Wanneer krijg je een uitkering?

Slide 26 - Open vraag

Huiswerk voor 20-02
  • Maak op de ELO 6.1, 6.2 en 6.3
  • Leer de blauwe woorden van 6.1, 6.2 en 6.3
  • Prestentatie Marya: 6.4 Op het werk
  • Presentatie Manar: 6.6 Een eigen bedrijf
  • Presentatie Samuel: 6.7 Uitkeringen

Slide 27 - Tekstslide