Impulsgeleiding

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke deeltjes bevinden zich rond het celmembraan van een neuron en spelen een rol bij de impulsgeleiding?
A
bloedcellen
B
ionen
C
hormonen
D
eiwitten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er tijdens de rustfase van een neuron?
A
Er worden impulsen doorgestuurd.
B
Receptoren nemen prikkels waar.
C
De ionenverdeling is gelijk.
D
Er worden geen impulsen doorgestuurd.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de lading van de binnenzijde van het celmembraan in de rustfase?
A
positief
B
negatief
C
neutraal
D
beide

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de rustfase is de binnenzijde van het celmembraan negatief geladen ten opzichte van de buitenzijde. Dat ladingsverschil noemen we ...:
A
actiepotentiaal
B
depolarisatie
C
rustpotentiaal
D
repolarisatie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met een zenuwcel als er een prikkel inwerkt op een receptor?
A
De zenuwcel gaat over van de rustfase naar de actiefase.
B
De zenuwcel zet de prikkel om in een spiercontractie.
C
De zenuwcel blijft in de rustfase.
D
De zenuwcel stopt met impulsen doorgeven.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke deeltjes bewegen naar binnen tijdens depolarisatie?
A
negatief geladen deeltjes
B
neutraal geladen deeltjes
C
positief geladen deeltjes
D
alle soorten deeltjes

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de verandering van het rustpotentiaal?
A
polarisatie
B
repolarisatie
C
hyperpolarisatie
D
depolarisatie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ontstaat er als het ladingsverschil groot genoeg is?
A
een receptor
B
een impulsgeleiding
C
een rustpotentiaal
D
een zenuwimpuls

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het actiepotentiaal?
A
Het rustpotentiaal van een zenuwcel.
B
Het openen van kanalen in het celmembraan.
C
Een kort elektrisch signaal in een zenuwcel, veroorzaakt door een ladingsverschil aan het celmembraan.
D
De binnenkant van het celmembraan is negatief, de buitenkant positief.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vakterm hoort bij de onderstaande omschrijving?

Het proces waarbij een elektrisch signaal over de volledige lengte van een axon wordt geleid naar de eindknopjes.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat volgt er na de actiefase in een zenuwcel?
A
de rustfase
B
de herstelfase
C
de actieve fase
D
de depolarisatiefase

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de binnenkant van de cel tijdens repolarisatie?
A
De binnenkant van het celmembraan wordt positief.
B
De binnenkant van het celmembraan blijft gelijk.
C
De binnenkant van het celmembraan wordt neutraal.
D
De binnenkant van het celmembraan wordt negatief.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met het ladingsverschil tijdens repolarisatie?
A
Het wordt groter.
B
Het blijft gelijk.
C
Het wordt teruggebracht naar de rustfase.
D
Het verandert niet.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het resultaat van de herstelfase?
A
De cel is weer in staat om een nieuwe impuls door te sturen.
B
De cel verliest zijn lading.
C
De cel kan geen nieuwe impuls doorsturen.
D
De cel stopt met functioneren.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het proces waarbij de binnenkant van het celmembraan opnieuw negatief wordt ten opzichte van de buitenkant?
A
depolarisatie
B
repolarisatie
C
activatie
D
geen van allen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

https://www.sciencephoto.com/media/601919/view
start les 01/10

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies