MV/Arbeidsgeschillen college 1

• Communicatie
• HBO
• Studiejaar 2

MV Arbeidsgeschillen

Conflicthantering, bemiddelen en onderhandelen

College 1 | Noortje Hemmen | [e-mail]

Je gaat samen eten met je huisgenoot en staat daarom in de supermarkt. Jij geeft aan macaroni met rode saus te willen eten, maar je huisgenoot heeft meer zin in een witlofschotel. Is er nu sprake van een conflict?

1. Ja
2. Nee

Een medewerker solliciteert en wordt aangenomen. Hij ziet deze baan als tussenstap en heeft het plan opgevat na een jaar weer verder te kijken. De werkgever neemt de medewerker in dienst met de verwachting dat hij minstens een jaar of vijf vooruit kan. Is er nu sprake van een conflict?

1. Ja
2. Nee

In een groepsopdracht loopt één groepsgenoot de kantjes ervan af en hij is nogal gemakzuchtig ingesteld. Jouw medestudent daarentegen vindt jou een doorduwer en uitslover die altijd aan het werk is en die maar eens moet leren om de touwtjes wat los te laten. Is er nu sprake van een conflict?

1. Ja
2. Nee

Programma

• Opzet module en lessen
• Theorie: conflicten
  
• Portfolio-opdrachten volgende week
  

Opzet module

Doel

• Zicht krijgen op de kern van een conflict en vanuit daaruit komen met een interventie.
• Inzicht krijgen in posities en belangen van betrokkenen in een conflict en meerpartijenonderhandeling.
• Bewustwording van hoe je conflictgesprekken, bemiddelingsgesprekken en onderhandelingen voert.

Opzet module

Toetsing

• Toets 1 (blok 1): portfolio; voorwaarde om deel te mogen nemen aan het assessment
• Toets 2 (blok 2): reflectie van assessment meerpartijenonderhandeling
  

Subdoel

Inzicht verkrijgen in jezelf: herkennen van je eigen conflictstijl en die van een ander, het herkennen van je eigen

 sterktes en zwaktes.

Opzet module

Periode 1: conflicthantering

• Lesweken 1.1 – 1.4: introductie in conflicthantering, theorie en werken aan inzicht in jezelf;
  
• Lesweken 1.5 – 1.7: uitwerken van en oefenen met een interventie voor een conflict; daadwerkelijk uitvoeren van de interventie (in periode 2); inleveren portfolio. 

Periode 2: meerpartijenonderhandeling

Programma

• Opzet module en lessen
• Theorie: conflicten
  

1. Definitie
2. Functie
3. Soorten

• Portfolio-opdracht volgende week

Definitie conflict

• Macaroni versus witlof: geen conflict
• Werkgever versus werknemer: wel een conflict
• Groepsopdracht: mogelijk een conflict

Ingrediënten van een conflict

Definitie van een conflict

Een conflict is een proces dat begint wanneer een individu of groep iets doet, of zal gaan doen, dat negatieve gevolgen heeft voor de eigen belangen, opvattingen, of normen en waarden. Omdat mensen hechten aan hun eigen belangen en inzichten wordt deze constatering als onplezierig, frustrerend en stressvol ervaren en ontstaat de behoefte om de waargenomen strijdigheid te verminderen.

Definitie van een conflict

Een conflict is een situatie (waarbij):

• Een tegenstelling aanwezig is : verschil in inzicht, belangen of doelstellingen;  
• Keuzes/gedrag zichtbaar is dat negatieve gevolgen heeft voor een ander/de anderen; 
• Emoties betrokken zijn: boosheid, onmacht, agressie, etc.  
• Die onplezierig, frustrerend en/of stressvol ervaren wordt;  
• De behoefte ontstaat om de waargenomen strijdigheid te verminderen (of: vermijden).  

Programma

• Opzet module en lessen
• Theorie: conflicten
  

1. Definitie
2. Functie
3. Soorten

• Portfolio-opdracht volgende week

Te veel conflict

Energieverlies

Schadelijke stress

Verpeste sfeer

Ziekteverzuim

Vertekening van de werkelijkheid

Onwerkbare chaos

Te veel conflict

Energieverlies

Schadelijke stress

Verpeste sfeer

Ziekteverzuim

Vertekening van de werkelijkheid

Onwerkbare chaos

Te weinig conflict

Weinig motivatie

Weinig vernieuwing

‘grijze massa’

Ongebruikte, verspilde energie

Matte, duffe sfeer

Groupthink

Wat is de (positieve!) functie van een conflict?

Optimum

verhoging vindingrijkheid en creativiteit

bewustwording en oplossing van problemen

bevestiging eigen identiteit: geeft grenzen aan
 sterke groepsstructuur en -cohesie  

6 soorten conflicten

1. Meningen: 
   Er staan 2 meningen tegenover elkaar. Ik vind chocoladevla lekker en jij vanillevla.
2. Belangen:
   Verdelingsproblemen: geld, positie, aandacht in een gezin. Waar besteden we het vakantiegeld aan? Pa, mag ik vanavond de auto? Voetbal? En er is net een leuke film op TV! Mag ik eerst? Vorige week mocht hij ook al kiezen wat we aten!
3. Zakelijk:
   Taakgericht, keuze van middelen, structuur, procedures om doel te bereiken. Voorbeelden genoeg: hoe lang je over een bepaalde klus mag doen, of je wel bevoegd bent, afspraken nakomen tot omgang met klanten, dossiers, printers etc.

6 soorten conflicten

4. Sociaal-emotioneel of identiteit 

over personen en gevoelens. Discriminatie naar huidskleur of geslacht is een bekende, maar leeftijd, gedrag en cultuur zijn ook goede inkoppers. Wat te denken van de generatiekloof?

5. Ideologisch

over visies en waarden. Wanneer ben je een goed mens?

6. Macht 

of dingen doen omdat het kan. Virussen verspreiden op het internet of boze brieven schrijven naar de krant, naaktfoto's van je ex verspreiden, bedenk maar wat.

Je weet nu:

• Wat de definitie van een conflict is;  
• Wat de functie van een conflict is;  
• Welke soorten conflicten er bestaan; 

Vervolgvraag: hoe ontwikkelt een conflict (volgende week) en hoe kun je een conflict oplossen (weken erna)? 

Programma

• Opzet module en lessen
• Theorie: conflicten

• Portfolio-opdrachten volgende week
  

Portfolio-opdrachten volgende week

• Opdracht 1 De hand
• Opdracht 2 Testuitslag 
• Opdracht 3 Theorie

Opdracht 1: de hand

Opdracht 2: conflictstijlentest

Doel: 

• Inzicht verkrijgen in je persoonlijke conflictstijl

Opdracht: 

Maak de conflictstijlentest op https://www.123test.nl/conflict/

• Kopieer je uitslag naar Word 
• Reflecteer op de uitslag in minimaal 250 woorden:  
• Waar herken jij jezelf volkomen in? Geef een voorbeeld van een situatie waarin je precies zo gehandeld hebt als omschreven in de uitslag.   
• Waar herken jij jezelf totaal niet in? Verklaar waarom jij juist níet zo wil handelen en wat je dan liever doet.  

Opdracht 3: theorie

Doel: 

Toetsing van kennis en inzicht over de stof die je vandaag meegekregen hebt in college. 

Opdracht: 

• Maak vier vragen in Kahoot die gaan over de collegestof van deze week;
• Twee multiplechoicevragen 
• Twee waar/niet waar vragen (stellingen)