In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
241217 3K
lenen 3.3 pincode
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
welke redenen je kunt hebben om te lenen
hoe je de kosten van een lening berekent
welke soorten leningen er zijn
waarom een koop op afbetaling ook een lening is
Slide 2 - Tekstslide
Wat kan een reden zijn om te lenen?
A
Opvangen tijdelijk geldtekort
B
Dure aankoop niet uitstellen
C
Dringend geld nodig en zelf geen geld
D
Aankoop woning
Slide 3 - Quizvraag
Leenmotieven
De 4 belangrijkste redenen om te lenen:
opvangen tijdelijk geldtekort
dure aankoop niet uitstellen
dringend geld nodig en niets achter de hand
aankoop woning (hypothecaire lening)
Slide 4 - Tekstslide
Hoe noemen we een lening ook wel?
A
Krediet
B
Spaarbedrag
C
Accijns
D
Polis
Slide 5 - Quizvraag
Lening = krediet = kredietsom
Wat je leent moet je terugbetalen
Dat heet AFLOSSEN
Maar je betaalt ook een vergoeding > rente
Alles wat je meer terugbetaalt dan de kredietsom
Noemen we KREDIETKOSTEN
Slide 6 - Tekstslide
Lening terugbetalen
Je lening betaal je in termijnen terug
Dat is het aantal maanden (termijn) dat je terugbetaalt
Je spreekt een vast termijnbedrag af
De kredietkosten bereken je door :
(het aantal termijnen * termijnbedrag) - kredietsom/lening =
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Soorten Leningen
persoonlijke lening
vast aantal termijnen
termijnbedrag blijft gelijk
doorlopend krediet
tot kredietlimiet deels of helemaal lenen
na aflossing bij lenen tot kredietlimiet
salariskrediet
tot maximum bedrag rood staan op betaalrekening
Slide 9 - Tekstslide
Je aankoop gespreid betalen
Je aankoop in termijnen betalen = Koop op afbetaling
Je hebt een lening bij de winkelier.
Ook nu betaal je:
maandelijkse termijnen voor rente + aflossing
verschillende looptijden
Slide 10 - Tekstslide
Jort en Evi kopen een TV bij de mediamarkt op afbetaling. De prijs in de winkel is €1290,-. Op afbetaling betalen ze 16 termijnen van €105,- Wat zijn de kredietkosten en hoeveel % betalen ze nu meer?