haben, sein, werden ott en ovt

HABEN - SEIN - WERDEN
Präsens & Präteritum
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

HABEN - SEIN - WERDEN
Präsens & Präteritum

Slide 1 - Tekstslide

Welke 2 betekenissen heeft
werden?

Slide 2 - Open vraag

Ich ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde

Slide 3 - Quizvraag

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 4 - Quizvraag

Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 5 - Quizvraag

.............. du morgen 10 oder 14 Jahre alt?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 6 - Quizvraag

Los geht's 
Op de volgende site kun je oefenen met haben/sein/werden in de verleden tijd. Hoeveel punten haal jij?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link