kloktijden

Quelle heure est-il?
Hoe zeg je hoe laat het is in het Frans?
Bekijk de video 
maak oefening 3 
page 77 ( 8 min)
maak oefening 4 
page 78 ( 7 min)
huiswerk oefening 5 

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Quelle heure est-il?
Hoe zeg je hoe laat het is in het Frans?
Bekijk de video 
maak oefening 3 
page 77 ( 8 min)
maak oefening 4 
page 78 ( 7 min)
huiswerk oefening 5 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Quelle heure est-il?
Wat heb je geleerd van de video?
herhaal de getallen 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11 en 12

1. maak zelfstandig oefening 3 
page 77 ( 8 min)
2. maak met je buur oefening 4 
page 78 ( 7 min) Klaar? Vraag hoe laat het nu is aan je buur.s

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Quelle heure est-il?
Il est 08:00
A
Il est huit heures du soir.
B
Il est huit heures du matin.

Slide 5 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
Il est 10:15
A
Il est dix heures et quart.
B
Il est dix heures moins le quart.

Slide 6 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
Il est 12 a.m.
A
Il est midi.
B
Il est minuit.

Slide 7 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
12:15
A
Il est midi et quart.
B
Il est midi moins le quart.

Slide 8 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
Il est 16:30
A
Il est quatre heures et demi.
B
Il est quatre heures moins dix.

Slide 9 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
Il est 00:00
A
Il est midi.
B
Il est minuit.

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf in getallen hoe laat het is:
'Il est onze heures moins vingt.'

Slide 11 - Open vraag

Schrijf in getallen hoe laat het is:
'Il est trois heures dix.'

Slide 12 - Open vraag

Wat heb je geleerd?

Slide 13 - Woordweb

Vond je deze les leuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

OPDRACHT POSTER MA FAMILLE

1. je tekent je stamboom (jijzelf = moi) je ouders, eventueel bonusouders, broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten, opa's en oma's. 
2. Kies er fotootjes bij of maak tekeningetjes van hen.
3. Schrijf over een familielid een klein verhaaltje. Kijk bij de apprendre's op p.64.
4. Denk aan het bezittelijk voornaamwoord mon, ma, mes (mijn). 
5. Inleveren: maandag 23 januari. 

Slide 15 - Tekstslide