Past simple

Past simple
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Past simple

Slide 1 - Tekstslide

Past Simple
You use the past simple when something happened in the past and is finished.

The past simple is what in Dutch is called the verleden tijd.


Slide 2 - Tekstslide

 Regular Verbs
After a regular verb you put -ed'

I walk -> I walked
He walks -> He walked
They walk -> They walked

Slide 3 - Tekstslide

 Regular Verbs Spelling

Als een werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, dan verandert de -y in -ie: I carry - I carried

Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + -y:
I play - I played

Slide 4 - Tekstslide

 Regular Verbs Spelling

Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter: I live - I lived

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat: I drop - I dropped

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple - Questions/negations
Questions 
Did + entire verb:
Did you walk to school yesterday?

Negations 
Didn't + entire verb:
You didn't walk to school yesterday.

Slide 6 - Tekstslide

Past Simple - Signal word
In Dutch signal words are called 'signaal woorden'  

These word help you to see if something happened in the past
  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007

Slide 7 - Tekstslide

You use a past simple when...
A
Something happened in the future
B
something happens every day
C
something happened in the past and is finished
D
something didn't happen yet.

Slide 8 - Quizvraag


What is the past tense of: Study
A
studyd
B
studyied
C
studyed
D
studied

Slide 9 - Quizvraag


What is the past tense of: Help
A
helping
B
helped
C
helps
D
help'd

Slide 10 - Quizvraag


What is the past tense of: Work
A
works
B
worked
C
working
D
worked

Slide 11 - Quizvraag

My sister .......... (play) the guitar last year.

Slide 12 - Open vraag

We .......... (work) very hard last week.

Slide 13 - Open vraag

You .......... (to be+not) home yesterday.

Slide 14 - Open vraag

Shakespeare .......... (to live) long ago.

Slide 15 - Open vraag

They ....... (to study+not) very hard for the test yesterday.

Slide 16 - Open vraag

.... you ...... (to clean) your room last month?

Slide 17 - Open vraag

I ....... (to talk +not) to John an hour ago.

Slide 18 - Open vraag

Let goed op wat je moet doen!!
the audience(=publiek) ( to clap) loud for the actors after the play last night?

Slide 19 - Open vraag

What did you find difficult in this lesson?

Slide 20 - Open vraag

Name two things you learned.

Slide 21 - Open vraag

Wat moet je nog doen om de past simple goed te begrijpen?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Past simple

Slide 24 - Tekstslide