Conditionals

Zero Conditional
Wanneer gebruiken we de zero conditional?
Hoe gebruiken we de zero conditional? 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Zero Conditional
Wanneer gebruiken we de zero conditional?
Hoe gebruiken we de zero conditional? 

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we de  'zero conditional'? 
> Wordt gebruikt voor dingen die absoluut gebeuren. Zonder twijfel. 
>> Algemene waarheden en wetenschappelijke feiten
> Wanneer dit gebeurt, gebeurt er dit 
If zinsdeel   -     hoofd zin
Present simple    -    present simple
If water reaches a 100 degrees, it boils

Slide 2 - Tekstslide

Welke van deze zinnen is een 'zero conditional'?
A
Ice melts if you heat it.
B
If water reaches a 100 degrees, it boils.
C
If it rains, the grass gets wet.
D
All the answers are correct.

Slide 3 - Quizvraag

Welke tijden gebruiken we bij de zero conditional? Example:
"If it rains, the grass gets wet."

Slide 4 - Open vraag

When you _______ (to turn off) the lights, it _______(to get) dark.
A
turn off, will get
B
turn off, get
C
turns off, gets
D
turn off, gets

Slide 5 - Quizvraag

Maak een zero conditional sentence!

Slide 6 - Open vraag

First conditional

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we de 'first conditional'? 

> Wordt gebruikt als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren
> Wanneer het om een alledaagse situatie gaat

>> If zin - hoofdzin
Present simple -  will+ heel werkwoord
If Bob leaves school, we will be sad.

Slide 8 - Tekstslide

I________(go) shopping on the way home if I _____(have) time.
A
go, have
B
will go, have
C
go, will have

Slide 9 - Quizvraag

If Arsenal _____(win), they ____(be) the top of the league.
A
wins, will be
B
will win, are
C
will win, will be
D
win, will be

Slide 10 - Quizvraag

Second Conditional

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we de 'Second Conditional'? 
> Wordt gebruikt als het niet waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren
> Wanneer het om niet alledaagse situaties gaat

>> If zin -  hoofdzin
past simple -  would + heel werkwoord
If I won a lot of money, I would buy a big house in the country.

Slide 12 - Tekstslide

If I _____(meet)the Queen of England, I ______(say) hello.
A
met, would say
B
would meet, said
C
would meet, would say

Slide 13 - Quizvraag

If I _____(be)you, I __________(go out) with that man.
A
were, won't go out
B
were, wouldn't go out
C
wouldn't be, wouldn't go out

Slide 14 - Quizvraag

Third Conditional

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we de 'Third Conditional'? 
> Wordt gebruikt als er zaken zijn die absoluut niet  in het verleden zijn gebeurd 

>> If zin - hoofdzin
past perfect - would  have+ voltooid deelwoord
If she had studied, she would have passed the exam

Slide 16 - Tekstslide

If we _______(take) a taxi, we _______(miss) the plane
A
had taken, wouldn't have missed
B
had taken, wouldn't miss
C
would have taken, had missed
D
would have taken, wouldn't have missed

Slide 17 - Quizvraag

If I ______(see) you, I ______(said) hello.
A
would have seen, had said
B
would have seen, would have said
C
had seen, would have said
D
had see, would have said

Slide 18 - Quizvraag

What to do:
4.1 Grammar
Opdracht 1 - geef aan welke 'conditionals' de zinnen zijn
Opdracht 2 - geef aan welke conditional de zinnen zijn

Slide 19 - Tekstslide