FTO Dementie
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het stellen van de diagnose dementie
A
Doe ik als huisarts altijd zelf
B
Ik verwijs patiënt naar een SO of de geheugenpoli
C
Anders
Slide 2 - Quizvraag
De prevalentie van dementie in een normpraktijk van 2095 patiënten is
A
5 patiënten
B
13 patiënten
C
22 patiënten
D
43 patiënten
Slide 3 - Quizvraag
Oriënterend labonderzoek is onderdeel van de diagnostiek naar dementie
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Tijdens gebruik van benzodiazepines door ouderen kan als bijwerking cognitieve achteruitgang optreden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Bij een patiënt waarbij je dementie vermoedt die daarnaast lijdt aan een alcoholverslaving, is voor verdere diagnostiek verwijzing naar de 2e lijn geïndiceerd.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de prevalentie van dementie bij mensen met een niet-westerse migratieachtergrond tov mensen die in NL geboren zijn?
A
Vergelijkbaar
B
2x hoger
C
3-4x hoger
D
5-6x hoger
Slide 8 - Quizvraag
Bij laaggeletterdheid of een taalbarriere kun je gebruik maken van de:
A
MMSE
B
MoCA
C
NPI-Q
D
RUDAS
Slide 9 - Quizvraag
Als de diagnose dementie is gesteld heeft dit consequenties voor de rijbevoegdheid:
A
De patiënt mag vanaf het stellen van de diagnose niet meer autorijden
B
De huisarts is verplicht dit melden bij het CBR
C
De patiënt is verplicht dit te melden bij het CBR, daar wordt een herkeuring gedaan
D
De autosleutels moeten verstopt worden
Slide 10 - Quizvraag
Ik schrijf bij beginnende dementie zelf een cholinesteraseremmer voor
A
Vaak
B
Soms
C
Nooit
D
Ik verwijs naar de 2e lijn
