Presenteren

Presenteren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Presenteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Dit onderwijs is ter voorbereiding op- en ondersteunend aan presentaties die gedurende de opleiding gevraagd worden en specifiek m.b.t. de examens
  • Na het volgen van de workshop beheers je de basisprincipes van presentatietechnieken gebruik makend van een presentatie (PowerPoint, Prezi etc.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat of wie zorgt er voor dat je geboeid naar een presentatie blijft luisteren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij (eventueel) moeilijk aan het geven van een presentatie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt deze mensen goed in presenteren?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In het algemeen

Slide 7 - Tekstslide

Voorbereiding & houding
* Presenteren leer je door te oefenen; goede voorbereiding helpt.
* Wees jezelf—ga niet acteren of een rol spelen.
* Spreek met overtuiging, maar niet belerend of pedant.
* Blijf rustig en houd zelf de regie.

Interactie & contact met het publiek
* Interactie is belangrijk om te zien of je boodschap aankomt.
* Let op non-verbale signalen uit het publiek en gebruik zelf ook lichaamstaal.
* Betrek het publiek als ze afgeleid raken.
* Forceer geen humor; houd het natuurlijk.
* Maak regelmatig oogcontact met verschillende mensen.
* Beweeg rustig en gevarieerd, zonder te overdrijven.

Dynamiek & uitstraling
* Zorg voor een vloeiende presentatie zonder te saai of juist te onrustig te zijn.
* Sta achter je verhaal en laat enthousiasme zien.
---
 **Aansluiten bij je publiek**
* Denk goed na wie je publiek is.
* Pas je taal, voorbeelden en inhoud aan op de doelgroep.
* Maak duidelijk waarom je verhaal belangrijk is voor hun werk of praktijk.
* Bedenk wat het publiek wíl weten, niet alleen wat jij wilt vertellen.
* Zorg dat iedereen zich aangesproken voelt door oogcontact en interactie.


Slide 8 - Tekstslide

Wees niet grappig als je dat niet bent :)
Hoe bereid jij een presentatie voor?

Slide 9 - Open vraag

  • bereid je presentatie voor: niet iedereen kan improviseren
  • Bedenk voor elke presentatie in 1 zin de boodschap die je wil overdragen: wat wil je bereiken met je presentatie. wat wil je overbrengen.
  • zorg voor een goede openingszin.
  • Verplaats je in de doelgroep - achtergrond - taalgebruik en taalstijl - 
  • waar kan je evt. aan refereren om herkenbaarheid te vergroten
  • Hoe is de setting waar je moet presenteren - letterlijk en figuurlijk
  • maak een planning of presentatiedraaiboek en bedenk daarbij hoeveel tijd alles kost. 
  • Bepaal wat je wel en niet wil vertellen
  • test evt. belangrijke presentaties vooraf bij vertrouwd publiek
  • Bedenk welke media je wil gebruiken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Houding en presentatie van jezelf

Voorbereiding en oefening**
  * Nervositeit is normaal; oefening vermindert spanning.
  * Oefen bij medestudenten of begeleiders en geef elkaar feedback.
  * Extra voorbereiding is nodig bij presenteren in een andere taal; gebruik eventueel een spiekbriefje.
* **Stemgebruik**
  * Spreek rustig, duidelijk en met voldoende volume.
  * Articuleer goed en zet een punt achter elke zin.
  * Gebruik intonatie om kracht te geven aan zinnen.
  * Varieer in tempo om spanning en rust te creëren.
  * Korte stiltes zijn nuttig: ze geven het publiek tijd om te verwerken.
  * Gebruik de microfoon indien aanwezig en test het geluid vooraf.

Houding en non-verbale communicatie**
  * Let op je mimiek en handgebaren; deze ondersteunen je verhaal.
  * Lopen mag, maar houd het in balans zodat het niet afleidt.
  * Zorg dat je publiek aandachtig blijft: kijk mensen aan en stel eventueel vragen.

Taalgebruik**
  * Spreek in Algemeen Beschaafd Nederlands, blijf jezelf.
  * Gebruik geen moeilijke woorden die je niet gewend bent; het publiek merkt dat snel.
  * Zeg iets met overtuiging of zeg het niet; te veel nuancering verzwakt de boodschap.
  * Als je accent hebt, verdoezel het niet geforceerd; een grapje kan werken.
* **Praktische tips**
  * Begin een uur voor een presentatie in een andere taal om te wennen.
  * Lees niet voor; gebruik maximaal een spreekschema met kernwoorden.
  * Zorg dat je presentatie natuurlijk, rustig en overtuigend overkomt.


Hoe moet voor jou een presentatie starten?

Slide 12 - Open vraag

Structuur van een presentatie**
Algemene richtlijnen**
* Gebruik een duidelijke kop-romp-staart structuur:
  * Intro: 10% van de tijd
  * Kern: 80% van de tijd
  * Slot: 10% van de tijd
* Maak de presentatie helder, concreet en dynamisch.
* Gebruik visueel materiaal om je boodschap te ondersteunen.
* Wissel ‘droge’ momenten af met levendige momenten om de spanningsboog te behouden.
* Werk naar een climax toe en voorkom voorspelbaarheid.
* Hanteer een vaste opbouw per onderdeel/hoofdstuk voor overzichtelijkheid.
* Bouw momenten in voor vragen van het publiek; zo controleer je ook of ze volgen.
* Gebruik eventueel een rode draad die tijdens de presentatie terugkomt

Opening van je presentatie**
* Begin direct: “Val met de deur in huis”.
* Andere opties voor de start:
  * Persoonlijke ervaring
  * Prikkelende stelling
  * Actueel nieuwsbericht
  * Vraag aan het publiek
  * Pakkend citaat
  * Anekdote of teaser
* Maak de opening aantrekkelijk en herkenbaar; gebruik humor of persoonlijkheid.

Kern van de presentatie**
* Breng duidelijk de boodschap over die je wilt meegeven.
* Houd het luchtig en persoonlijk; betrek het publiek.
* Wissel spanning en rust af:
  * Laat contrast zien (“eerst was het… maar toen…”).
  * Bouw toe naar een climax of ‘redding’ voor een positief gevoel bij het publiek.
* Zorg voor voldoende pauzes en herhaling om de boodschap te laten beklijven.

Slot / afsluiting**
* Vermijd een standaardafsluiting zoals “dat was mijn presentatie”.
* Mogelijke manieren om af te sluiten:
  * Retorische vraag om het publiek aan het denken te zetten
  * Korte samenvatting of conclusie van de belangrijkste punten
  * Rond verhaal: terugkomen op opening of anekdote
  * Krachtige stelling om discussie uit te lokken
  * Voorspelling voor de toekomst
* Zorg voor een duidelijke afsluiting en kom terug op je premisse.
* Laat een korte pauze vallen, stap opzij en vraag eventueel of er nog vragen zijn.
---
### **Praktische tips**
* Gebruik eigen ervaring, actualiteit, citaat of een kort filmpje om aandacht te trekken.
* Zorg dat de presentatie een duidelijke rode draad heeft.
* Rond het verhaal af door losse eindjes te verbinden en de verandering van begin tot eind te laten zien.
* Voeg een verrassend element toe aan het slot voor extra impact.


Wat zijn Don'ts bij een presentatie?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Veelgemaakte fouten
Start:
Negatieve informatie
Je begint te vertellen wat er allemaal mis is gegaan (bijvoorbeeld: je hebt weinig tijd gehad, je was te laat, kon het niet goed voorbereiden omdat je het te druk had). Op deze manier start je met negatieve informatie en je publiek zal het gevoel krijgen dat je niet je best hebt gedaan
Slechte voorbereiding
Je presentatie moet beginnen, je staat op het podium maar je moet nog je beamer of iets anders klaarzetten. Zorg dat al je spullen van tevoren in orde zijn. Kom dan ook ruim op tijd naar de locatie zodat je alles neer kunt zetten.
Computerproblemen
De computer doet het niet. Je hebt een presentatie voorbereid met PowerPointsheets. Nu doet de computer het niet. En nu? Zorg dat je altijd je PowerPointsheets hebt geprint en bereid je presentatie zo goed voor dat je het ook zonder PowerPoint kunt doen.
Slordig uiterlijk
Je jasje zit niet goed, je gulp staat open, je lippenstift is uitgeveegd. Kijk voor de presentatie in de spiegel en controleer of je er goed uitziet. Ga niet op het podium aan je kleding trekken
Slechte non-verbale communicatie
Je stem klinkt te zacht waardoor je voor het publiek moeilijk te verstaan bent. Je kijkt je publiek niet aan of je hebt een gesloten, verlegen of angstige houding.
Veelgemaakte fouten aan het einde
Saai einde
Je eindigt met de zin: “Dat was het.” Dit is een saai, inhoudsloos einde.
Te vroeg weglopen
Tijdens je laatste zin loop je al weg van de plaats waar je gepresenteerd hebt. Je wekt de indruk dat je blij bent dat het achter de rug is. Misschien is dit ook wel zo, maar geef je publiek toch het gevoel dat je het met plezier hebt gedaan.
Onduidelijk einde
Je einde is onduidelijk. Je laat niet duidelijk blijken dat je presentatie afgelopen is. Je presentatie gaat als een nachtkaars uit. Dit is jammer, vooral als de rest wel goed is gegaan.
Gehaast en rommelig einde
Door tijdgebrek maak je je presentatie gehaast en rommelig af.

Wat vind jij fijne media in een presentatie?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Mediagebruik tijdens presentaties**

* **Toegevoegde waarde**
  * Gebruik media alleen als het echt iets toevoegt.
  * Voor korte speeches is vaak geen ondersteuning nodig.

* **Slides en visuele hulpmiddelen**
  * Plaats niet te veel objecten of tekst op slides (max. 6 items per slide).
  * Gebruik beelden in plaats van tekst om het verhaal krachtiger te maken.
  * Let op kleurgebruik; 1 op de 7 mannen is kleurenblind (groen/rood lastig).
  * Alleen relevante tekst en beelden tonen; overdaad schaadt.
  * Whiteboard/flip-over: sta niet met de rug naar het publiek en schrijf beknopt.
  * Vermijd hele verhalen op whiteboards; haal irrelevante informatie weg.

* **Video en animaties**
  * Houd videofragmenten kort; kondig van tevoren aan hoe lang ze duren.
  * Betrek de inhoud van het fragment actief in je verhaal.
  * Zorg altijd voor een alternatief voor het geval techniek faalt.

* **Professionele uitstraling**
  * Zorg dat hulpmiddelen professioneel en consistent zijn.
  * Geef aan of hand-outs worden uitgedeeld of de presentatie wordt toegestuurd.
  * Bereid technische hulpmiddelen (beamer, whiteboard, overhead) goed voor en test ze vooraf.
  * Gebruik achtergrond en animaties spaarzaam; voorkom dat het druk wordt.

Interactieve presentatie**
* **Afstemmen op het publiek**
  * Kies je manier van interactie afhankelijk van de groep:
    * Grote groepen: handen opsteken
    * Kleine groepen: uitgebreider laten spreken
  * Stel vragen en vat meningen goed samen om de regie te behouden.
  * Wees niet te confronterend; niet iedereen voelt zich prettig in het middelpunt.

* **Controle en betrokkenheid**
  * Controleer of iedereen de inhoud kan volgen via controlevragen (niet te schools).
  * Stel vragen die nieuwsgierigheid opwekken en laat het antwoord later volgen.
  * Reageer op non-verbale signalen; betrek mensen die afwezig lijken.
  * Laat mensen in hun waarde; straft interactie nooit af.

* **Verbinding en sfeer**
  * Laat zien dat je verbonden bent met het publiek via oogcontact en houding.
  * Breng op een natuurlijke manier luchtigheid of humor in.
  * Interactie is het belangrijkste element van een presentatie; prioriteer dit boven alles.
-
Opdracht voor Presenteren 2
  • Bereid je voor op een presentatie van 5 minuten
  • Het onderwerp is vrije keus (jouw vak, jouw hobby, o.i.d.)
  • Maak gebruik van media tijdens jouw presentatie.
  • Jullie geven elkaar feedback op
  • Presentatievaardigheden
  • Lay-Out presentatie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips / Tops voor de les?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies