COM p7 w1 Assertiviteit blok

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is assertiviteit?
A
Streng zijn voor jezelf
B
Met respect voor jezelf opkomen
C
Anderen motiveren om goede dingen te doen
D
Verlegen zijn, niet zoveel durven te zeggen

Slide 4 - Quizvraag

Assertiviteit is een combinatie van weerbaarheid en zelfverzekerdheid
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat is assertiviteit?
A
op een positieve manier voor jezelf opkomen
B
altijd de baas willen zijn
C
anderen voor je op laten komen
D
meningsverschillen uit de weg gaan

Slide 6 - Quizvraag

Welk gedrag zie je bij assertiviteit?
A
iemand aankijken + stevig staan + fluisteren
B
wegkijken + stevig staan + duidelijk praten
C
iemand aankijken + stevig staan + duidelijk praten
D
Wegkijken + stevig staan + fluisteren

Slide 7 - Quizvraag

Verbaal is...
A
Mimiek, lichaamshouding, beweging en intonatie
B
Intonatie en tekst
C
Mimiek, fysiek en stem
D
Tekst

Slide 8 - Quizvraag

Verbaal en non-verbaal.
Welke zijn juist?
A
Verbaal betekent jezelf uitdrukken door middel van taal.
B
Non-verbaal betekent jezelf uitdrukken door middel van uitdrukkingen en gebaren (zonder woorden).
C
Non-verbaal betekent jezelf uitdrukken door middel van taal.
D
Verbaal betekent jezelf uitdrukken door middel van uitdrukkingen en gebaren (zonder woorden).

Slide 9 - Quizvraag

Is dit een verbale of non-verbale communicatie?
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 10 - Quizvraag

Grenzen aangeven door
A
"Nee, dat wil ik niet!
B
"" Ja, hoor dat mag wel."
C
Niets doen
D
""Ho, STOP!

Slide 11 - Quizvraag

Hoe kun je bij de dreumes en de peuter grenzen aangeven?
A
Afbakenen van een ruimte en regels geven
B
Pionnen neerzetten
C
Consequent zijn
D
Het beste kun je negeren

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

1e opdracht: Waar sta je nu op de rubrics? Geef per punt (3 in totaal aan) hoe je hier momenteel mee bezig bent en waar je staat (doe dit met minimaal 1 voorbeeld).

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide