Het circulatiestelsel

Bloedsomloop en het hart
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bloedsomloop en het hart

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Bouw van het hart

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hartcyclus
Wat zien we gebeuren?
  1. Hart ontspant
  2. Samentrekken boezems
  3. Samentrekken kamers

Slide 6 - Tekstslide

Linkerboezem
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Aorta
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Longslagader
Longader

Slide 7 - Sleepvraag

Het hart bevindt zich in de?
A
Thorax, achter het sternum
B
Buikholte, in het mediastinum
C
Buikholte, boven het diafragma
D
Thorax, onder het diafragma

Slide 8 - Quizvraag

De dikste hartwand is die van:


A
Linker kamer
B
Linker boezem
C
Rechter kamer
D
Rechter boezem

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de medische term voor hartzakje?
A
Endocard
B
Myocard
C
Pericard
D
Epicard

Slide 10 - Quizvraag

Wat is er ontstoken bij een myocarditis?
A
Hartzakje
B
Hartspierweefsel
C
Binnenbekleding van het hart
D
De apex

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 13 - Quizvraag

Zuurstof opnemen in het bloed en CO2 afgeven aan de lucht is een functie van:
1
A
De grote bloedsomloop
B
De kleine bloedsomloop
C
Het hart
D
De grote- en de kleine bloedsomloop

Slide 14 - Quizvraag

Via de armslagaders komt er bloed in je armen en handen.
Bij welke bloedsomloop horen de armslagaders?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Grote en kleine bloedsomloop

Slide 15 - Quizvraag

De bloedvoorziening van de bronchiën vormt een onderdeel van de
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 16 - Quizvraag

Waar stroomt bloed het hart in?
A
rechter en linker kamer
B
rechter en linker boezem
C
bij de aorta
D
bij de hartkleppen

Slide 17 - Quizvraag

Welke slagader vervoert zuurstofarm bloed?
A
Aorta
B
Longslagader
C
Longader
D
Halsslagader

Slide 18 - Quizvraag

De aorta ascendens is het ..... deel van de aorta
A
dwarse
B
bovenste
C
opstijgende
D
afdalende

Slide 19 - Quizvraag

Zuurstofarmbloed
Zuurstofrijkbloed
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta
Kransslagader
Kransader

Slide 20 - Sleepvraag

Vanuit welk bloedvat ontstaan de kransslagaders die het hart doorbloeden?
A
Longarterie
B
Longvene
C
Aorta
D
Onderste holle ader

Slide 21 - Quizvraag

Blauw = zuurstofarm
Rood = zuurstofrijk
1e aftakkingen vanaf de aorta zijn de kransslagaders

Slide 22 - Tekstslide

Vanuit de rechter kamer van het hart ontspringt:

A
De bovenste holle ader
B
De halsslagader
C
De aorta
D
De longslagader

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet het bloedvat vanaf de longen naar het hart?
A
aorta
B
longslagader
C
longader
D
holle ader

Slide 24 - Quizvraag

De hoeveelheid bloed die het hart per minuut in de aorta pompt, noemen we...
A
De hartfrequentie
B
De bloeddruk
C
Het slagvolume
D
Het hartminuutvolume

Slide 25 - Quizvraag


Op de afbeelding wordt de pols gevoeld.
Hoe heet deze slagader?

A
Arteria rocci
B
Vena subclavia
C
Aorta
D
Arteria radialis

Slide 26 - Quizvraag

hartkleppen

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de functie van de hartkleppen?
A
scheiden van O2 arm en O2 rijk bloed
B
het maken van de hartslag
C
voorkomen van terugstromen van bloed
D
hebben geen functie

Slide 28 - Quizvraag

De klep tussen de linker ventrikel en de aorta heet tricuspidalisklep
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Als de ventrikels zich samentrekken, welke kleppen zijn dan gesloten?
A
Mitralisklep en Aortaklep
B
Aortaklep en Pulmonalisklep
C
Pulmonalisklep en Tricuspidalisklep
D
Tricuspidalisklep en Mitralisklep

Slide 30 - Quizvraag

De tricuspidalis klep zit tussen de:
A
Linker boezem en ventrikel
B
Rechter boezem en ventrikel
C
Linker ventrikel en aorta
D
Rechter ventrikel en longslagader

Slide 31 - Quizvraag

Prikkelgeleiding 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

In welke ruimte ligt de sinusknoop?
A
In het linker atrium
B
In de linker ventrikel
C
In het rechter atrium
D
In de rechter ventrikel

Slide 34 - Quizvraag

De normale frequentie van de Sinusknoop is ongeveer per minuut:
A
50
B
70
C
100
D
120

Slide 35 - Quizvraag

Na de sinusknoop gaat de prikkel van het hart naar de...
A
Bundel van His
B
Aorta
C
AV-knoop
D
Purkinjevezels

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Woordweb

Bedankt voor jullie aandacht!

Geniet van jullie welverdiende (werk)weekend en tot volgende week

Slide 38 - Tekstslide