S1W1

Heel Parijs moet aan het fietsen

1 Fietsen in Parijs? Edouard Labiche, rommelig haar en modieuze spijkerbroek, vindt het idee 'briljant'. Ecologisch, en 'bijzonder praktisch': binnen twintig minuten is hij waar hij wezen wil, zonder op metro's te wachten en in files te staan.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Heel Parijs moet aan het fietsen

1 Fietsen in Parijs? Edouard Labiche, rommelig haar en modieuze spijkerbroek, vindt het idee 'briljant'. Ecologisch, en 'bijzonder praktisch': binnen twintig minuten is hij waar hij wezen wil, zonder op metro's te wachten en in files te staan.

Slide 1 - Tekstslide

alinea 2
De 23-jarige student, die al zijn hele leven in deze stad woont, praat erover als een routinier. En toch had hij het tot voor kort nog nooit gedaan, fietsen in Parijs. Nooit aan gedacht, eigenlijk. Tot afgelopen zondag. Nu loopt hij met vanzelfsprekende nonchalance naar een van de 750 fietsenstallingen, die sinds kort overal in de stad verspreid staan. Hij hangt losjes zijn pasje voor de scanner, en klik, daar heeft hij een van de ruim 10.000 grijze fietsen te pakken die het gemeentebestuur ter beschikking stelt.

Slide 2 - Tekstslide

alinea 3
Het grijze-fietsenplan 'Velib' (van Vélos Libres) dat afgelopen weekeinde van start ging, is de voorlopige bekroning van zeven jaar groene revolutie. Sinds hij in 2001 gekozen werd, probeert de socialistische burgemeester Bertrand Delanoë Parijs minder autostad te maken. Het aantal fietspaden is verdubbeld, er is een tram gekomen, en elke zondag en zomer gaan de kades van de Seine dicht voor auto's. En nu staat er dus een vloot stadsfietsen op straat.

Slide 3 - Tekstslide

alinea 4
Die politiek leidt al jaren tot gemopper onder automobilisten en motorrijders. Het aantal files nam toe, maandenlange werkzaamheden maakten van het zoeken naar de kortste weg een dagelijkse kwelling. Vorig jaar kende de stad ook nog eens recordaantal van 64 verkeersdoden.

Slide 4 - Tekstslide

alinea 5
Maar Delanoë, bijgestaan door zijn Groene wethouder van Verkeer Denis Baupin, houdt vol: het verkeer moet 'diverser' worden. Fietsen, trams, bussen moeten files en vervuiling verminderen. Volgens opiniepeilers staan de Parijzenaars - van wie minder dan de helft een auto heeft - daar in meerderheid achter. Edouard Labiche is nu al een wandelende reclame geworden voor Delanoë: 'Automobilisten die mopperen moeten nog maar eens goed nadenken: zo wint hij volgend jaar gemakkelijk de verkiezingen.'

Slide 5 - Tekstslide

alinea 6
Parijs is niet de eerste Franse stad met een collectief fietsenplan. In Lyon draait zo'n systeem al enige jaren. Het basisidee lijkt op dat van het witte-fietsenplan, destijds in Amsterdam. Je gebruikt een fiets zolang je die nodig hebt, en daarna geef je hem terug aan het collectief. Maar er zijn twee verschillen: Velib is niet gratis, en iedere fietser is financieel verantwoordelijk voor zijn fiets zolang hij die gebruikt. In de praktijk betekent dit dat je een abonnement moet nemen (zie alinea 11).

Slide 6 - Tekstslide

alinea 7
De fietsen in Parijs blijken gewild: na vijf dagen hebben zich al meer dan 150.000 mensen geabonneerd. De massieve grijze gevaarten hebben in een paar dagen het gezicht van Parijs veranderd. Ze zoeven over drukke kruispunten, vormen stille legers in volle stallingen en vallen op als ze ontbreken - in lege stallingen. Auto's laveren opeens voorzichtig door smalle straten en koeriers hebben een nieuwe reden om theatraal de handen te heffen.

Slide 7 - Tekstslide

alinea 8
Er is iets van Amsterdam in de stad geslopen: een langzamer ritme, de bereidheid van onbekenden een gesprek met elkaar te beginnen - en een nieuwe neiging om zich te presenteren als een wereldstad op dorpsniveau. 'Parijs is maar een klein stadje', zei burgemeester Delanoë zondag. In een half uur fiets je door de halve stad.

Slide 8 - Tekstslide

alinea 9
De vraag is of de veranderingen blijvend zijn, meent fietsenmaker Daniel Gérard van Bastille Cycle, op de boulevard Richard Lenoir. Hij wil niet op voorhand negatief zijn, zegt hij: misschien dat Parijzenaars eindelijk gaan fietsen. Maar 'Parijs heeft geen fietscultuur'. Bewoners zien de fiets als een extraatje, waar je geen geld voor uittrekt. 'Als het regent, zijn ze de fietsen zo vergeten.'

Slide 9 - Tekstslide

alinea 10
Ook sommige enthousiaste Parijzenaars hebben twijfels. Christine Levacher kijkt met een zekere jaloezie naar al die mensen die soepeltjes fietsen uit de stallingen losklikken. Haar lukt het niet. Ze prutst met haar bankpas bij een van de gidspalen waar je een abonnement voor een dag of week kunt nemen. Ze vindt het ingewikkeld. Steeds vergist ze zich in de procedure. Maar een eenvoudig jaarabonnement wil ze niet. 'Eerst kijken of het veilig is, tussen al die auto's.' Edouard Labiche somt intussen situaties op waarin de fiets van nut kan zijn.  

Slide 10 - Tekstslide

alinea 10
's Nachts bijvoorbeeld, als je een feestje hebt dat tot na de laatste metro duurt. Enig nadeel: juist dan zijn sommige wegen in Parijs veranderd in racebanen voor beschonken chauffeurs.

Slide 11 - Tekstslide

alinea 11
1 Iedereen kan gebruik maken van de ruim 10.000 grijze fietsen die verspreid over Parijs in 750 stallingen staan.
2 Deelnemers moeten een abonnement nemen, voor een dag, een week of een jaar.
3 Abonnementen voor een dag of een week kun je met een bankpas kopen via een van de 750 schermen bij de stallingen (volg de instructies, in het Engels of het Frans).

Slide 12 - Tekstslide

alinea 11
4 Een abonnement kost 1 euro voor een dag of 5 euro voor een week. Een borgsom van 150 euro wordt gereserveerd, maar niet afgeschreven.
5 Met het abonnementsnummer kies je een fiets, die je een half uur gratis kunt gebruiken. Het tweede half uur kost een euro. Daarna loopt de prijs snel op. Over het algemeen is de fiets dan allang in een stalling teruggezet, waardoor de tijd stopt. Extra kosten worden verrekend via de borgsom.
6 Een jaarabonnement (29 euro) is alleen te verkrijgen via de website velib.paris.fr.

Slide 13 - Tekstslide

1 Welk basisidee ligt ten grondslag aan het Parijse fietsplan?
A. Massale invoering van de fiets gaat de luchtvervuiling in de stad tegen.
B. Het idee van de gratis fiets voor iedereen.
C. Fietsen zijn bestemd voor gemeenschappelijk gebruik.
D. Velib is niet gratis en iedere fietser is financieel verantwoordelijk voor zijn fiets zolang hij die gebruikt.

Slide 14 - Tekstslide

2 Wat wordt in de lead bedoeld met ’zeven jaar groene revolutie’?
A. De aanloop van zeven jaar naar het groene gratis fietsenplan.
B. Het beleid van de burgemeester om meer parken en ander groen in de stad aan te brengen.
C. Het beleid van de burgemeester om de stad autovrijer te maken.
D. De revolutionaire politieke stroming van de Franse Groenen.

Slide 15 - Tekstslide

3 Wat is het uiteindelijke doel van het beleid van burgemeester en wethouders van Parijs?
A. Minder ’divers’ verkeer.
B. Minder files.
C. Meer fietsers.
D. Minder verkeersdoden.

Slide 16 - Tekstslide

4 Hoe staan de meeste bewoners van Parijs tegenover de ’groene revolutie’?
A. Negatief.
B. Positief.
C. Het leidt al jaren tot veel gemopper onder automobilisten en motorrijders.
D. Onverschillig.

Slide 17 - Tekstslide

5 Welke stelling is juist?
I. Parijs is de eerste stad waar zo’n gemeenschappelijk fietsenplan wordt doorgevoerd.
II. De 10.000 grijze fietsen zijn gratis door elke Parijzenaar te gebruiken.

A. Beide stellingen zijn onjuist.
B. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C. Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
D. Beide stellingen zijn juist.

Slide 18 - Tekstslide

6 Met welk tussenkopje kun je alinea 4 het beste typeren?
A. Toename files.
B. Verkeersdoden.
C. Kortste weg.
D. Gemopper.

Slide 19 - Tekstslide

7 Verklaar de houding van de meeste bewoners van Parijs tegenover de ’groene revolutie’.
A. De meeste inwoners van Parijs willen meer lichaamsbeweging en dus wordt het fietsplan als ’briljant’ verwelkomd.
B. De meeste inwoners van Parijs mopperen en vinden dat Parijs geen fietscultuur heeft.
C. De meeste inwoners van Parijs willen meer parken en groen in de stad.
D. De meeste inwoners van Parijs hebben geen auto en dus willen ze meer ruimte voor de fiets.

Slide 20 - Tekstslide

8 Welke paradox tref je aan in alinea 7-9?
A. Ondanks het gemopper hebben zich binnen vijf dagen al 150.000 mensen geabonneerd.
B. Grote infrastructurele maatregelen die blijvend zijn.
C. De wereldstad die ineens kleinschalig lijkt door de fiets.
D. Parijzenaars en fietsen.

Slide 21 - Tekstslide

9 In hoeverre geeft de schrijver het onderwerp evenwichtig weer?
A. Wel evenwichtig: hij laat zowel de voor- als de tegenstanders aan het woord komen.
B. Niet evenwichtig: hij benadrukt vooral de positieve kanten van het fietsplan.
C. Niet evenwichtig: hij benadrukt vooral de negatieve kanten van het fietsplan.
D. Wel evenwichtig: je komt geen meningen tegen in het artikel.

Slide 22 - Tekstslide

10 Welke houding neemt de schrijver aan ten opzichte van het fietsplan?
A. De schrijver blijft objectief.
B. De schrijver staat sceptisch tegenover het initiatief.
C. De schrijver staat er onverschillig tegenover.
D. De schrijver vindt het een uitstekend initiatief.

Slide 23 - Tekstslide

11 Hoe zie je dat de inleiding en het slot weer bij elkaar komen?
A. In alinea 1 wordt een vraag gesteld. In alinea 10 staat uiteindelijk de positieve conclusie.
B. In alinea 1 wordt een vraag gesteld. In alinea 10 staat de negatieve conclusie.
C. Alinea 1 en 10 komen niet op een of andere wijze bij elkaar.
D. In de inleiding wordt Eouard Labiche geïntroduceerd; aan het eind heeft hij het laatste woord.

Slide 24 - Tekstslide

12 In hoeverre is het gebruik van een grijze fiets gratis?
A. Je hoeft alleen maar het abonnement te betalen.
B. Het is gratis.
C. Alleen het eerste half uur is gratis als je een abonnement hebt.
D. Het eerste half uur is gratis voor elke Parijzenaar, niet voor buitenlanders.

Slide 25 - Tekstslide

opdracht
Studiemeter: Via starttaal online / 3F / Lezen / Tekst 3 Heel Parijs moet aan het fietsen
20 minuten de tijd


Slide 26 - Tekstslide