T1BS9 Vitale capaciteit

Basisstof 9 Vitale capaciteit
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 9 Vitale capaciteit

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling BS 5, 6 en 7

Slide 2 - Tekstslide

BS 5: Wat is het verschil tussen
borst- en buikademhaling?
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

Wordt astma door roken veroorzaakt?
En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 4 - Quizvraag

Stoffen in sigarettenrook
A
nicotine
B
nicotine, teer, koolstofmono-oxide
C
nicotine en teer

Slide 5 - Quizvraag

Passief roken of meeroken is
A
om de beurt een trekje van de sigaret nemen
B
tegelijk een sigaret opsteken
C
de rook inademen van een roker

Slide 6 - Quizvraag

Welke aditieven zitten er o.a. in een sigaret?
A
suiker
B
cacao
C
suiker en cacao
D
geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

Wat doet koolstofmono-oxide die in een sigaret zit?
A
Het is verslavend
B
Het knijpt je bloedvaten samen
C
Het maakt je longen zwart
D
Het neemt de plek van zuurstof in

Slide 8 - Quizvraag

Wat is géén actie van de overheid om roken tegen te gaan
A
extra belasting heffen op sigaretten
B
roken verbieden in openbare ruimten
C
reclame voor roken verbieden
D
roken verbieden op terrassen

Slide 9 - Quizvraag

Waardoor weet je of je aan roken verslaafd bent?
A
je bent lichamelijk afhankelijk
B
je bent lichamelijk en geestelijk afhankelijk
C
je bent geestelijk afhankelijk

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoel B9
Je moet kunnen omschrijven wat het ademvolume, de vitale capaciteit, restvolume en het longvolume is

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel lucht?
  • Longvolume = aantal liter lucht in de longen (ongeveer 5 L)
  • Ademvolume = aantal liter lucht bij normal ademhaling (0,5 L)
  • Vitale capaciteit = aantal liter lucht bij maximale ademhaling (verschilt)
  • Restvolume = lucht die altijd achter blijft in de longen (1,5 L)
  • Dode ruimte = lucht die bij ademhaling niet in longen komt (150 mL)
  • Longvolume = vitale capaciteit + restvolume

Slide 12 - Tekstslide

Meten Vitale Capaciteit

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel lucht adem je in en uit?
- Ademvolume = hoeveelheid lucht die per rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
- Vitale capaciteit = hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
- Longvolume = het restvolume en de vitale capaciteit bij elkaar
- Restvolume = lucht die na diepe uitademing achterblijft in de longen 
- Inspiratoir reservevolume = lucht die bij een diepe inademing extra wordt ingeademd
- Expiratoir reservevolume = lucht die bij een diepe uitademing extra wordt uitgeademd

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
Hoeveelheid lucht die je extra kunt inademen bij diepe inademing
Deel van je ademhalingsstelsel waarvan de lucht niet de longblaasjes bereikt (ongeveer 150ml)
Hoeveelheid lucht die je extra kunt uitademen bij diepe uitademing
Hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na zo diep mogelijke uitademing
Hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
Totale inhoud van de longen
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolum
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Dode ruimte
Longvolume

Slide 15 - Sleepvraag

1
2
4
5
6
7
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolume
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Longvolume

Slide 16 - Sleepvraag