FPZ Moodle Blok 7 les 9 MFB en medicatie bewaking

FPZ Periode 7 week 7
MFB's en medicatie bewaking
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

FPZ Periode 7 week 7
MFB's en medicatie bewaking

Slide 1 - Tekstslide

De dosering die nodig is voor een optimale werking van een geneesmiddel is:
A
gecombineerde dosering
B
onderdosering
C
normdosering
D
overdosering

Slide 2 - Quizvraag

Normdosering hangt af van:
A
Ziektebeeld
B
Toedieningsvorm
C
werking van de nieren
D
Alle 3 de antwoorden

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een contra-indicatie?
A
een reden om een medicijn te geven
B
een reden om het medicijn NIET te geven
C
verslaving
D
giftige hoeveelheid

Slide 4 - Quizvraag

Astma bij ventolin
prednisolon bij glaucoom
koorst (>38,5) bij covid vaccinatie
Afgeleide contra indicatie
Relatieve contra indicatie
Absolute contra indicatie

Slide 5 - Sleepvraag

intolerantie
indicatie
bijwerking
interactie
contraindicatie
Huiduitslag + amoxicilline
IJzertabletten + bloedarmoede
Heesheid + Flixotide
Kalktabletten+ Thyrax
Prednisolon + Diabetes
Alcohol + oxazepam

Slide 6 - Sleepvraag

Wat betekent MFB's?
A
Medisch formularium beslispunt
B
Manufacturing Farmacie Business
C
Medische forum beslissing
D
Medisch farmaceutische beslisregels

Slide 7 - Quizvraag

Een bekende MFB is....
A
lage bloeddruk bij bètablokkers
B
Anticonceptie gebruik bij vrouwen > 52 jaar
C
ORS gebruiken bij opiaten
D
Vitamine D adviseren bij een patiënt met donkere huidskleur.

Slide 8 - Quizvraag


Waar kan je informatie over MFB’s vinden?
A
AIS en Informatorium medicametorium
B
AIS en commentaren medicatiebewaking
C
AIS en Medictiebewaking kennisbank
D
AIS en dossiers patientenzorg

Slide 9 - Quizvraag

Bij de MFB..
Overgebruik triptanen.
Controleer je of de patiënt niet te veel sumatriptan gebruikt. Hoeveel?
A
> 10 tabletten per week gebruikt.
B
<10 tabletten per jaar 3 maanden gebruikt.
C
> 25 tabletten per 6 maanden gebruikt
D
< 20 tabletten per 3 maanden.

Slide 10 - Quizvraag

De MFB foliumzuur bij MTX gebruik is nodig voor....
(MTX= Methotrexaat)
A
Om minder bijwerkingen te hebben van de MTX
B
Om een betere werking te hebben van de MTX
C
Om de maag te beschermen tegen de MTX
D
Om de risico's op osteoporose te verminderen.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een indifferente crème of zalf?
A
triamcinolon vaselinecetomacrogol crème
B
Unguentum simplex + HCA1%
C
Cremor vaseline 10% in cetomacrogol
D
Koelzalf met 1 % clobetasol

Slide 12 - Quizvraag

Een patiënt gebruikt isosorbide dinitraat tabletten van 60mg.
Welk medicijn moet hij erbij gebruiken?
A
Omeprazol
B
Acetylsalicylzuur
C
Macrogol
D
Metoprolol

Slide 13 - Quizvraag

Een patiënt gebruikt flixotide.
Hij komt voor de 2e keer in korte tijd daktarin orale gel halen. Wat bespreek je met de patiënt?
A
Of hij een laxeermiddel gebruikt ivm risico op obstipatie
B
Of hij een calcium tablet gebruik ivm met zijn corticosteroïden gebruik.
C
Of hij een indifferente crème gebruikt ivm zijn corticosteroïden gebruik
D
Of de inhalatie wel goed gaat en hij de mond spoelt na gebruik.

Slide 14 - Quizvraag

Een patiënt gebruikt veel oxycodon 5mg smelttablet.
Hij komt elke keer vroeger om de tabletten op te halen... wat doe je?
A
Je vraagt of de pijn langdurig is en overlegt met de huisarts voor een tablet oxycodon MGA
B
Je geeft een maagbeschermer zoals pantoprazol erbij.
C
Je adviseert om foliumzuur te gaan slikken om de bijwerkingen te verminderen.
D
Je geeft hem meer macrgol zakjes want dat zal hij wel nodig hebben

Slide 15 - Quizvraag

Een patiënt gebruikt te veel aan Imigran neusspray. Je stuurt hem naar de huisarts. Welk medicijn zal de huisarts voorschrijven?
A
Metoprolol retard 50mg
B
Acetylsalicylzuur 80mg
C
Pantoprazol 40mg
D
Sumatriptan 100mg

Slide 16 - Quizvraag