Erfelijkheid les 13b

Erfelijkheid les 2
Beste leerlingen uit klas DHA2A,
Jullie krijgen elke les een aantal uitleg filmpjes te zien. 
Na elk filmpje worden er 1 of 2 meerkeuze vragen gesteld. 
Maak tijdens het kijken van de filmpjes aantekeningen. 
Succes!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid les 2
Beste leerlingen uit klas DHA2A,
Jullie krijgen elke les een aantal uitleg filmpjes te zien. 
Na elk filmpje worden er 1 of 2 meerkeuze vragen gesteld. 
Maak tijdens het kijken van de filmpjes aantekeningen. 
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde van klein naar groot?
A
Cel- Chromosoom -DNA - Kern
B
Cel - Kern - DNA - Chromosoom
C
DNA- Chromosoom -Kern- Cel
D
Cel- Kern - Chromosoom - Kern

Slide 2 - Quizvraag

Hieronder staan twee stellingen. Geef aan welke juist zijn.
I. In je lichaamscellen zitten geslachtschromosomen
II. De bouwbeschrijving van je lichaam zit in alle lichaamscellen

A
I is juist
B
II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Genotype, Fenotype of omgeving?
Het allel voor rood haar is een voorbeeld van...
A
Genotype
B
Fenotype
C
Omgeving

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je legt uit wat er gebeurt bij een celdeling. 
  • Je legt uit wat het verschil in aantal chromosomen is tussen lichaamscellen en geslachtscellen 
  • Je benoemt dat het erfelijk materiaal bij elke celdeling wordt gekopieerd. 
  • Je beschrijft de gewone celdeling (mitose). 
  • Je beschrijft de reductiedeling (meiose). 
  • Je legt uit hoe bij de bevruchting elk van de ouders 50% van het erfelijk materiaal levert. 
  • Je benoemt dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de combinatie van geslachtschromosomen. 
  • Je benoemt dat een man een zaadcel met een X-chromosoom of een Y-chromosoom heeft en een vrouw een eicel met een X-chromosoom. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video


Vul in het schema hiernaast in welke geslachtschromosomen de bevruchte eicel krijgt. Hoe groot is in dit geval de kans op een meisje?
A
0
B
25
C
50
D
100

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Samengevat geslachtschromosomen
  • Chromosomen zitten in de celkern en bestaan grotendeels uit DNA.
  • Chromosomen begvatten informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een organisme. Alle chromosomen samen worden genoom genoemd.
  • Lichaamscellen van een mens hebben 23 paar chromosomen, dus 46 totaal.
  • Eicellen en zaadcellen hebben 23 chromosomen
  • De helft van jou chromosomen komen van je vader, de andere helft van je moeder.
  • Geslachtschromosomen bepalen het geslacht:
                 - Een jongen heeft XY
                 - Een meisje heeft XX

Slide 9 - Tekstslide

Samengevat mitose
Bekijk mitose op de volgende slide en maak daarna de oefening op de volgende slide.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Samengevat meiose
Vul de gaten in op de tekst op de volgende slide

Slide 13 - Tekstslide

Reductiedeling of meiose
Hieronder wordt beschreven hoe de meiose verloopt. Sleep de woorden aan de zijkant naar de juiste plek.

De celdeling waarbij voortplantingscellen of geslachtscellen ontstaan heet _______.
Voordat de cel zich deelt liggen de _______ als een kluwen door elkaar in de celkern.
Iedere cel heeft _______.
Vlak voor de celdeling wordt het DNA exact nagemaakt.
Er ontstaan uit elke chromosoom twee gelijke _______ die op één plek nog aan elkaar vastzitten.
Als de cel zich gaat delen worden die chromosomen eerst korter en dikker.
Die chromosomen gaan twee aan twee tegen elkaar liggen. Dunne draadjes trekken de chromosomen naar de uiteinden van de cel.
Daar komen twee _______ om heen en daarna deelt de cel zich in tweeën.
De twee geslachtscellen hebben ieder _______.
Er verschijnen opnieuw dunne draadjes die de chromatiden los van elkaar trekken.
Dan wordt opnieuw rond de chromosomen een kernmembraan gevormd.
De cellen snoeren in en er ontstaan in totaal 4 cellen.
Elke voortplantingscel heeft nu 23 chromosomen. Elk chromosoom bestaat nu uit één enkele chromatide
meiose
chromosomen
46 chromosomen
chromatiden
Kernmembranen
23 chromosomen

Slide 14 - Sleepvraag

Samengevat mitose en meiose
Maak de oefening op de volgende slide

Slide 15 - Tekstslide

1 deling
chromatiden
2 cellen
2 delingen
1 set
23
2 sets
chromosomenpaar
46
4 cellen

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe wordt de celdeling genoemd waarbij geslachtscellen gevormd worden?
A
mitose
B
meiose

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk
  • Bestudeer de kennisbasis. Te vinden in de portal bij celdeling - ontdek wat celdeling is - stap 3
  • Bestudeer in portal: bij celdeling - wat is mitose?
  • Bestudeer in portal: bij celdeling - wat is het verschil tussen mitose en meiose
  • Bestudeer in portal: "jongetje of meisje?"
  • Maak in de portal de oefeningen bij "Jongetje of meisje?"

Slide 18 - Tekstslide