Paragraaf 5.1 & 5.2

CASUS: GENOEG ETEN?
Paragraaf 5.1
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

CASUS: GENOEG ETEN?
Paragraaf 5.1

Slide 1 - Tekstslide

NA DEZE LES WEET JE ...
  • ... wat het welvaartsvraagstuk inhoudt.

Slide 2 - Tekstslide

WELVAARTSVRAAGSTUK
Vraagstuk hoe een samenleving haar bestaansvoorwaarden veiligstelt, hoe ze de productiefactoren verdeelt en hoe ze de reproductie regelt.

Slide 3 - Tekstslide

casus
Jagers en verzamelaars moesten hard werken om hun samenleving in stand te houden.

schaarste zorgde voor problemen en vanuit daar moesten ze keuzes maken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video


schaarste is nog steeds een probleem
om schaartste te voorkomen moeten er andere keuzes gemaakt worden. Maar is dat wel mogelijk? Om keuzes te maken die voor iedereen goed zijn moet er veel worden samengewerkt

Slide 6 - Tekstslide

India is een welvarend land met opkomende economie (brics-land) Waarom is daar toch veel honger?

Slide 7 - Open vraag

schaarste zoals in Afrika komt in Nederland niet voor.
A
eens
B
oneens
C
beetje eens

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Huis/ maakwerk
Maak samenvatting tm 5.1
Maak opdracht 3 pagina 88

Slide 10 - Tekstslide

SAMENWERKING EN CONFLICT

Paragraaf 5.2

Slide 11 - Tekstslide

NA DEZE LES WEET JE ...
  • ... wat het kernconcept samenwerking inhoudt.
  • ... wat de eisen aan een succesvolle samenwerking zijn.
  • ... wat het kernconcept conflict inhoudt.
  • ... wat het verschil is tussen collectieve en private goederen.
  • ... wat het dilemma van collectieve actie inhoudt.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Waarom zouden mensen met elkaar samenwerken?

Slide 14 - Open vraag

Geef een voorbeeld
van een situatie waarin
wordt samengewerkt

Slide 15 - Woordweb

SAMENWERKING
Het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.

Vb. Je kunt in je eentje vijf paragrafen samenvatten van het hoofdstuk. Je kunt ook samenwerken met klasgenoten en allemaal één paragraaf samenvatten en die dan uitwisselen.

Slide 16 - Tekstslide

EISEN VOOR EEN SUCCESVOLLE SAMENWERKING
  1. Compromisbereidheid
  2. Wederzijdse acceptatie
  3. Onderling vertrouwen

Slide 17 - Tekstslide

SAMENWERKEN IS EEN COMPROMIS
Aan een samenwerking gaan vaak afspraken tussen de deelnemende partijen vooraf.

Partijen moeten namelijk op dezelfde 
golflengte komen en daarom soms wat 
inleveren / toegeven, zoals tijd of geld.

Slide 18 - Tekstslide

EISEN VOOR EEN SUCCESVOLLE SAMENWERKING
  1. Compromisbereidheid
  2. Wederzijdse acceptatie
  3. Onderling vertrouwen

Slide 19 - Tekstslide

WEDERZIJDSE ACCEPTATIE
Wanneer beide partijen elkaar niet accepteren, kan een samenwerking niet succesvol zijn. 

Wederzijds = beide kanten op

Slide 20 - Tekstslide

EISEN VOOR EEN SUCCESVOLLE SAMENWERKING
  1. Compromisbereidheid
  2. Wederzijdse acceptatie
  3. Onderling vertrouwen

Slide 21 - Tekstslide

ONDERLING VERTROUWEN
Als partijen elkaar niet vertrouwen, dan kunnen de doelen van de samenwerking niet behaald worden. 

Vb. Tijdens operatie Market Garden waarschuwde het Nederlandse verzet de geallieerden dat er grote weerstand van de Duitsers rond Arnhem zou zijn. De Britten wuifden dit weg en werden hierdoor bij Arnhem heel erg verrast.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

CONFLICT
Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.

Vb. In oorlogstijd vallen landen elkaar aan om hun eigen doelen te bereiken (bijv. meer grondstoffen of landsuitbreiding) ten koste van andere landen.

Slide 24 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een conflict dat je kan hebben op school

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

COLLECTIEVE GOEDEREN
Collectieve goederen:
  • zijn non-exclusief (niemand kan er van worden uitgesloten);
  • worden vaak door de overheid geleverd;
  • dienen het algemeen belang;
  • worden ook wel publiek goed genoemd.

Vb. Dijken of het onderwijs.

Slide 27 - Tekstslide

PRIVATE GOEDEREN
Private goederen:
  • zijn exclusief (je kan er van worden uitgesloten);
  • worden voornamelijk door de markt geleverd;
  • dienen vooral het eigen belang.

Vb. Abonnement voor de sportschool.

Slide 28 - Tekstslide

COLLECTIEF OF PRIVAAT?

Slide 29 - Tekstslide

DILEMMA VAN COLLECTIEVE ACTIE
Als mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren, heet dat collectieve actie.

Soms kiezen mensen er bewust voor om niet bij te dragen aan deze collectieve actie. Zo ontstaat het dilemma van collectieve actie: de keus waar mensen voor staan om wel of niet mee te werken aan de samenwerking. Zowel het meedoen als niet meedoen heeft namelijk voordelen.

Slide 30 - Tekstslide

FREE RIDERS
Free riders = Actoren die niet bijdragen aan een collectief goed, maar er wel van profiteren.

Bv. Belastingontduikers.

Slide 31 - Tekstslide

Wat zijn 'free-riders'
timer
1:30
A
Mensen die in de trein reizen zonder kaartje
B
Mensen die niet meedoen
C
Mensen die niet meedoen, maar wel profiteren
D
Mensen die samenwerken belangrijk vinden

Slide 32 - Quizvraag