2. Leren leren

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Leren-lerenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2-6

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dromer, doener, denker, beslisser
Dromer: iemand die graag eerst nadenkt over actie en daarna pas actie onderneemt.
Doener:  gaat direct aan de slag, doener is vaak ongeduldig en wil vaak meerdere taken tegelijkertijd aanpakken.
Denker: houdt van gestructureerde situaties met duidelijke doelstellingen, zoals boeken en lessen.
Beslisser: neemt vaak initiatief en is goed in plannen en uitvoeren.

Slide 2 - Tekstslide

leren leren
- Zelfinzicht vergroten
- WAT wil IK veranderen?
- HOE kan IK dit doen?
- WAT ga IK doen?
Dus: Wie ben ik?  en 
wat is mijn beste leermethode?

Slide 3 - Tekstslide

Leren leren
Waar gaat dat eigenlijk over?
  • Leren leren is het ontdekken van je leerstijl,
  • Inzicht krijgen in je eigen leerstrategie
  • In staat zijn regie te pakken over je eigen leerproces.
  • Omzetten van theoretische kennis naar de praktijk

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Leermethodes


De meeste leerlingen gebruiken de volgende methodes:

  • Herlezen
  • Met een marker arceren
  • (Samenvatting maken)

Slide 8 - Tekstslide

Leermethodes

De betere leermethodes: 
 
  • Jezelf uitleggen
  • Jezelf toetsen
  • Gespreid leren
  • Mindmapping
  • (Samenvatting maken)
ACTIEF LEREN

Slide 9 - Tekstslide

Zelf aan de slag met de leermethodes
De betere leermethodes:
 
  • Jezelf uitleggen
  • Jezelf toetsen
  • Gespreid leren
  • Mindmapping
  • (Samenvatting maken)
ACTIEF LEREN

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Toetsvoorbereiding, opties

Slide 12 - Tekstslide

1. Richt een goede studieruimte in
Zoek een rustige plek waar je kan studeren.  Ga niet studeren in een kleine ruimte, maar zoek een rustige ruimte met veel licht en veel zuurstof. Veel zuurstof is erg belangrijk, omdat 40 % van de zuurstof die je inademt direct naar je hersenen gaat. 
Denk er ook aan dat je niet te veel eet en niet veel suikers eet. Veel water drinken heeft een positief effect op je studievermogen.

Slide 13 - Tekstslide

2. Boek links, aantekeningen rechts
Waarom? Omdat alles wat je links ziet wordt ontvangen in je rechter deel van je hersenen .Het linker deel van je hersenen kan goed lineaire informatie verwerken, zoals teksten. Het rechter deel van je hersenen kan goed structuur begrijpen en overzicht creëren. Bij linkshandigen is dit net andersom. 

Slide 14 - Tekstslide

3. Bestudeer de inhoudsopgave
De inhoudsopgave geeft een structuur weer waaraan je details makkelijker kunt onthouden. De structuur is vaak eenvoudig te begrijpen, maar wanneer je begint te studeren zonder overzicht te hebben op de leerstof is het moeilijk alles te onthouden. Lees de inhoudsopgave goed door om de stof goed te begrijpen. Je kunt ook de inleiding van het hoofdstuk goed doorlezen. 
Je weet je wat je gaat leren en waarom.

Slide 15 - Tekstslide

4. Stel jezelf vragen om de kern uit de tekst te          halen
Een proactieve houding (als je iets doet voordat iets gebeurt, bijvoorbeeld om iets te voorkomen) tijdens het studeren is erg belangrijk. Stel jezelf vragen over de tekst om de stof beter te begrijpen en onderscheid te maken tussen hoofdzaken  en bijzaken. Door jezelf vragen te stellen onthoud je de stof beter en kun je het ook langer onthouden. Het neemt wel meer tijd in beslag, maar de tijd die je hier in stopt betaalt zich later dubbel en dwars weer terug.

Slide 16 - Tekstslide

5. Maak een samenvatting
Door het schrijven van een samenvatting ben je actief bezig met het verwerken van de leerstof. Je moet namelijk nadenken over de belangrijkste zaken en welke zaken minder of niet belangrijk zijn. de vragen die je jezelf hebt gesteld kun je het beste ook in de samenvatting verwerken. Door het maken van een samenvatting heb je een overzichtelijk document waarin alle belangrijke informatie staat die je moet leren.

Slide 17 - Tekstslide

6. Maak flashcards
Flashcards zijn kleine kaartjes waarop je op de ne kant de vraag schrijft en op de andere kant het antwoord. Het is een eenvoudige manier om jezelf te controleren of je de leerstof kent. Schrijf de vragen die je hebt geformuleerd op flashcards en overhoor jezelf. Je kunt de flashcards maken waarop je verschillende termen of begrippen schrijft.

Slide 18 - Tekstslide

7. Visualiseer de stof door gebruik te maken van mindmaps
Door de leerstof te visualiseren kun je deze beter onthouden. Je hersenen kunnen vaak beter plaatjes, tekeningen of modellen onthouden omdat ze meer getraind zijn om visuele beelden te onthouden. Je kunt dit eenvoudig doen door een mindmap te maken van de stof.

Slide 19 - Tekstslide

8. Time -out
Hou regelmatig een pauze. In het begin wil je snel vooruit en ben je geconcentreerd aan het leren. Na een tijdje daalt je concentratie. Als je weet dat je over een tijdje gaat stoppen met leren gaat je concentratie weer omhoog. Je leert dus het beste aan het begin en het einde van je studeertijd. Hou dus regelmatig een pauze.

Slide 20 - Tekstslide

9. Studeer samen
Door aan iemand anders iets uit te leggen leer je zelf. Een ander kan jou weer op nieuwe ideeën  brengen waar je zelf nooit op was gekomen. Het helpt ook om met iemand anders te studeren, omdat je dan elkaar kunt aanvullen. Als de ene iets niet begrijpt kan de andere het uitleggen en visa versa. ( dat betekent 'en omgekeerd')

Slide 21 - Tekstslide

10. Herhaal de leerstof op tijd
Het is leerzaam om een samenvatting te schrijven, maar als je de samenvatting niet bestudeert en herhaalt dan onthoud je het niet. Blijf de leerstof herhalen, zodat je het oplangere termijn onthoudt. Uit onderzoek van professor Ebbinhaus blijkt dat we leerstof vergeten als we deze niet herhalen. Uit het onderzoek bleek dat je de leerstof na een uur, dag , week , maand en na zes maanden moet onthouden om het in je lange termijngeheugen op te slaan.

Slide 22 - Tekstslide