H5 afronden en schatten

H5


 afronden en 
 schatten
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H5


 afronden en 
 schatten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

de basisregels
Bij het afronden is het belangrijk dat je genoeg informatie geeft, zonder dat je antwoord (getal) te lang is.
 Het aantal cijfers achter de komma noemen we decimalen. Stel dat je een vraag krijgt waarbij staat dat je het antwoord moet afronden op 2 decimalen. De basisregels zijn dan:

Kijk naar de 3e decimaal om te bepalen wat de 2e decimaal gaat worden.
Is de 3e decimaal groter of gelijk aan 5? Verhoog dan de 2e decimaal met 1.
Is de 3e decimaal kleiner dan 5? Verander dan niets aan de 2e decimaal.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden

Als je 4,225 moet afronden op 2 decimalen, rond je het af naar 4,23.
Als je 4,224 moet afronden op 2 decimalen, rond je het af naar 4,22.
Als je 4,2251 moet afronden op 2 decimalen, rond je het af naar 4,23.
Als je 4,2249 moet afronden op 2 decimalen, rond je het af naar 4,22.

Als je 4,2249 moet afronden op 3 decimalen, rond je het af naar 4,225.
Als je 6,2 moet afronden op gehele getallen, rond je het af naar 6.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Standaard
We ronden getallen af op 1 decimaal, tenzij er sprake is van een uitzondering. 
Uitzonderingen zijn 
producten, personen, procenten, geldbedragen en breuken. 


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Afronden op 1 decimaal
12,67
A
13
B
12,6
C
12,7
D
12

Slide 8 - Quizvraag

Afronden op een honderdtal
121
A
200
B
100

Slide 9 - Quizvraag

afronden op 2 decimalen
389,2765
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Afronden op centen
€ 12,295
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

afronden op heel getal 18,8
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Schatten= ongeveer

Slide 13 - Tekstslide

Hoe bereken je een schatting?
Schatten doe je (meestal) uit het hoofd. 
Een schatting is niet exact, maar een benadering.

 Bijvoorbeeld in een winkel om te bepalen welk bedrag je ongeveer voor de boodschappen moet betalen.

Slide 14 - Tekstslide

≈-teken
 Een schatting geef je aan met een
 ≈-teken. 
Dit 'afrond'teken betekent 'is ongeveer gelijk aan'. 

Hieraan kun je zien dat het eindantwoord niet nauwkeurig is; het gaat om een benadering

Slide 15 - Tekstslide

Ga schatten
7963 + 2056 = ongeveer
A
9000
B
10000
C
11000
D
8000

Slide 16 - Quizvraag

Typ de som die je maakt om
het antwoord te schatten:
2289 + 712 ≈
en geef het goede antwoord (gebruik geen spaties)

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag
H5

Slide 18 - Tekstslide