Effectieve Slechtnieuwsgesprekken in de Zorg

Slechtnieuwsgesprekken in de Zorg
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slechtnieuwsgesprekken in de Zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je effectieve slechtnieuwsgesprekken tussen verpleegkundigen en zorgvragers voeren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inventariseren Ervaring
Heeft iemand al een ervaring met slechtnieuwsgesprekken gehad?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over slechtnieuwsgesprekken tussen verpleegkundigen en zorgvragers?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Fase van het slechtnieuwsgesprek
a. Voorbereiding: Het verzamelen van relevante informatie en het mentaal voorbereiden op het
                                     gesprek.
b. Aankondiging van het slechte nieuws: Het duidelijk en empathisch overbrengen van het
                                                                                       nieuws.
c. Reactie van de ontvanger: De emotionele reactie van de persoon op het nieuws.
d. Verkennen van gevoelens: Het actief luisteren en begrijpen van de emoties van de persoon.
e. Informatie en besluitvorming: Het geven van aanvullende informatie en bespreken van
                                                                      opties.
f. Afsluiting: Het samenvatten van het gesprek en het bieden van ondersteuning.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Woordweb Gesprekstechnieken
Brainstorm verschillende gesprekstechnieken die belangrijk zijn bij slechtnieuwsgesprekken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke Gesprekstechnieken

1. Empathisch luisteren: Luister actief en aandachtig naar wat de patiënt of rouwende persoon te zeggen heeft. Toon begrip voor hun emoties en gevoelens door non-verbale signalen zoals knikken en oogcontact.
2. Open vragen stellen:. Dit kan helpen om meer inzicht te krijgen in de gedachten en gevoelens van de persoon.
3. Reflecteren: Herhaal af en toe wat de persoon heeft gezegd, om te laten zien dat je hun gevoelens begrijpt. Bijvoorbeeld, "Ik hoor dat je je erg verdrietig voelt."
4. Samenvatten; gesprek om ervoor te zorgen dat je alle belangrijke punten begrepen hebt en om te laten zien dat je actief betrokken bent bij het gesprek.
5. Empathie tonen: Laat zien dat je begrip hebt voor de emoties van de persoon en dat je er bent om te ondersteunen. 
6. **Non-verbale communicatie:** Let op je eigen non-verbale signalen, zoals lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen. Zorg ervoor dat je een houding van warmte en begrip uitstraalt.
7. **Stiltes toelaten:** Sta toe dat er af en toe stiltes vallen in het gesprek. Dit geeft de persoon de ruimte om na te denken en te reageren op wat er gezegd is.
8. **Respect voor de autonomie:** Laat de persoon weten dat ze keuzes hebben en betrokken worden bij beslissingen met betrekking tot hun zorg of behandelingsplannen.
9. **Informatie in begrijpelijke taal verstrekken:** Als er medische informatie wordt gedeeld, zorg er dan voor dat deze in begrijpelijke taal wordt uitgelegd, zonder medische jargon.
10. **Feedback vragen:** Vraag regelmatig of de persoon vragen heeft of extra informatie nodig heeft. Dit toont aan dat je bereid bent om verder te gaan dan alleen het geven van informatie.
Het is belangrijk om deze technieken aan te passen aan de specifieke situatie en de behoeften van de persoon. Bovenal is het essentieel om geduldig, respectvol en empathisch te zijn tijdens deze moeilijke gesprekken.










Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Non-verbale communicatie: Let op je eigen non-verbale signalen, zoals lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen. Zorg ervoor dat je een houding van warmte en begrip uitstraalt.

7. Stiltes toelaten: Sta toe dat er af en toe stiltes vallen in het gesprek. Dit geeft de persoon de ruimte om na te denken en te reageren op wat er gezegd is.
8. Respect voor de autonomie: Laat de persoon weten dat ze keuzes hebben en betrokken worden bij beslissingen met betrekking tot hun zorg of behandelingsplannen.
9. Informatie in begrijpelijke taal verstrekken: Als er medische informatie wordt gedeeld, zorg er dan voor dat deze in begrijpelijke taal wordt uitgelegd, zonder medische jargon.
10, Feedback vragen: Vraag regelmatig of de persoon vragen heeft of extra informatie nodig heeft. Dit toont aan dat je bereid bent om verder te gaan dan alleen het geven van informatie.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 
Meneer Ebbinge heeft een aantal maanden geleden een CVA gehad. Sinds die tijd revalideert hij bij verpleegkundige Patricia op de revalidatieafdeling. Helaas is zijn vooruitgang minimaal en de maximale verblijfsduur op deze afdeling is voor meneer Ebbinge bereikt. Het multidisciplinaire team denkt dat hij voorlopig niet naar huis kan. De kans is groot dat hij helemaal niet meer naar huis kan. Daarom wordt hij volgende week overgeplaatst naar een woongroep van het verpleeghuis. Patricia en de arts gaan dit aan meneer Ebbinge vertellen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedbacklijst Slechtnieuwsgesprek
Voorbeelden zie it's learning

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fases van Rouw
- Ontkenning;  niet accepteren en kunnen ze gevoelens van shock en ongeloof ervaren. Ze kunnen denken dat er sprake is van een vergissing of dat het niet echt is gebeurd.
- Woede: 
 - Onderhandeling:  onderhandelen om het verlies ongedaan te maken. Ze kunnen beloften doen in de hoop dat als ze zich aan bepaalde voorwaarden houden, het verlies teruggedraaid kan worden.
- Verdriet/Depressie: Dit is vaak de meest pijnlijke fase van rouw. Mensen kunnen zich overweldigd voelen door verdriet, spijt, een gevoel van leegte, en soms zelfs klinische depressie.
- Aanvaarding:  het verlies accepteren en beginnen te wennen aan een leven zonder datgene wat verloren is gegaan. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleid Maria in haar rouwproces en pas relevante technieken en benaderingen toe. Houd rekening met haar dementie en de emotionele uitdagingen die hiermee gepaard gaan.

Maria is een 82-jarige vrouw met gevorderde dementie.
Ze is onlangs verhuisd naar het verpleeghuis omdat haar familie niet langer in staat was om voor haar te zorgen.
Maria was ooit een levendige en sociale vrouw, maar haar toestand is de afgelopen jaren snel achteruitgegaan.
Maria's echtgenoot is onlangs overleden na een lang ziekbed.
Maria was zich aanvankelijk niet bewust van het overlijden van haar man vanwege haar dementie, maar haar familie heeft besloten om haar uiteindelijk te informeren.
Maria heeft wisselende momenten van helderheid, waarin ze zich bewust lijkt te zijn van het verlies van haar man, maar ze vergeet het snel weer.

Begeleid Maria in haar rouwproces en pas relevante technieken en benaderingen toe. Houd rekening met haar dementie en de emotionele uitdagingen die hiermee gepaard gaan.





Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedbacklijst Rouwfases
Geef een voorbeeld van een feedbacklijst voor het beoordelen van de toepassing van rouwfases.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen.

literatuur;
- TM- Communicatie en begeleiden
- communicatie in de zorg
- communicatie in complexe situaties

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.