De onderstaande gegevens worden in de toets gemeld: 1 MB = 1000 kB 1 GB = 1000 MB 1 TB = 1000 GB 1 PB = 1000 TB
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Oefentoets H8 - Getallen
De onderstaande gegevens worden in de toets gemeld: 1 MB = 1000 kB 1 GB = 1000 MB 1 TB = 1000 GB 1 PB = 1000 TB
Slide 1 - Tekstslide
Let op!
Tijdens deze oefentoets hoef je geen berekeningen en eenheden te noteren. Let op! Dit moet tijdens de echte toets natuurlijk wel.
Slide 2 - Tekstslide
Schrijf met alleen getallen. 20,83 miljard bv 2.083.000 (met puntjes)
Slide 3 - Open vraag
Schrijf met miljoen of miljard. 86370000 bv 5559,99 (zonder miljoen te vermelden)
Slide 4 - Open vraag
Vul het rijtje in onder elkaar. bv 400 0,3 (met komma) 700.000 (met puntjes)
Slide 5 - Open vraag
GB
TB
byte
PB
kB
MB
Slide 6 - Sleepvraag
Zet in de juiste volgorde (van groot naar klein)
GB
kB
TB
MB
byte
PB
Slide 7 - Sleepvraag
Wetenschappelijke notatie onder elkaar. Rond af op 2 decimalen. BV 1,86 x 10^7 3,35 x 10^8 2,13 x 10^6
Slide 8 - Open vraag
Schrijf voluit en onder elkaar. bv 844.000.000 28.000.000.000 70.000
Slide 9 - Open vraag
Maak eerst de berekening en schrijf daarna de uitkomst in wetenschappelijke notatie. Rond af op 1 decimaal. bv 6,7 x 10^8
4,53⋅6,425
Slide 10 - Open vraag
Schrijf in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 1 decimaal. 0,00007645 bv 2,3 x 10^3
Slide 11 - Open vraag
Geef de juiste wetenschappelijke notatie:
0,00067 =
67 =
67000 =
Slide 12 - Sleepvraag
Wetenschappelijke notatie
geen wetenschappelijke notatie
8 x 107
13 x 104
0,4 x 10-11
8,76 x 106
Slide 13 - Sleepvraag
Schrijf voluit. bv 0,005553
7,9834⋅10−4
Slide 14 - Open vraag
Bereken + Schrijf in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 2 decimalen. bv 2,33 x 10^5
0,25⋅0,0245
Slide 15 - Open vraag
Kris en Peter kamperen van 16 juni t/m 4 juli. Per nacht betalen zij €25,50.
Hoeveel € kost het kamperen? bv 288 (geen euroteken)
Slide 16 - Open vraag
Vul in: 74,55 uur = ..... dagen, ...... uren, ..... minuten Onder elkaar je antwoord. bv 4 13 6 4
Slide 17 - Open vraag
35 m/s =
62 km/uur =
80 km/uur =
4 m/s =
Bereken en vul in
Deze heb ik over!
126 km/uur
17,2 m/s
22,2 m/s
14,4 km/uur
126 m/s
17,2 km/uur
22,2 km/uur
Slide 18 - Sleepvraag
Vul in: 4,75 jaar = ..... jaren, ..... dagen, ..... uren Onder elkaar je antwoord. bv 5 133 61
Slide 19 - Open vraag
Vul een decimaal getal in. Rond af op 2 decimalen. 15 weken en 4 dagen = ......... weken bv 18,33
Slide 20 - Open vraag
Een auto rijdt 58 m/s. Afronden op 1 decimaal. Hoeveel km/uur is dat? bv 158,5
Slide 21 - Open vraag
Aike en Noor lopen over 4000 meter. Aike doet er 18 minuten over. Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s? Rond af op 1 decimaal. bv 5,1 (geen m/s er achter schrijven)
Slide 22 - Open vraag
Lilapaars verf maak je met 3 delen blauwe verf, 2 delen rode verf en 3 deel witte verf. Je maakt 1 liter lilapaars verf. Bereken het blauwe verf. bv. 18,5
Slide 23 - Open vraag
Lilapaars verf maak je met 3 delen blauwe verf, 2 delen rode verf en 3 delen witte verf. Je hebt nog 30 ml rode verf. Blauwe en witte verf heb je nog genoeg. Hoeveel m lilapaars verf kan je nog maken? bv 80