Havo 3 chapitre 5 grammatica H en herhalen A B E F

Havo 3
Préparation au test chapitre 5
Werkwoord venir in de présent en de passé composé
herhalen woorden van A B E F
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Havo 3
Préparation au test chapitre 5
Werkwoord venir in de présent en de passé composé
herhalen woorden van A B E F

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Je (venir) de l'école.
A
vais
B
viens

Slide 3 - Quizvraag

vous (venir, présent)
A
venez
B
viennent
C
viens
D
venons

Slide 4 - Quizvraag

VENIR: PRESENT, ils...
A
venirent
B
sont venus
C
viendront
D
viennent

Slide 5 - Quizvraag

Ma cousine (venir) chez nous

Slide 6 - Open vraag

Lucas et Angélique
________(venir) manger

Slide 7 - Open vraag

Tu ______(venir) avec moi au resto?

Slide 8 - Open vraag

twaalf uur
kunnen
komen
om
aanstaande
jullie
zaterdag
à
samedi
venir
Vous
pouvez
prochain
midi

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Link

Zet in de passé composé:
Elles viennent au collège

Slide 11 - Open vraag

Welke zin staat in de passé composé?
A
Elle est venue
B
Elle vient
C
Elle va venir
D
elle vient de manger

Slide 12 - Quizvraag

Maak een zin met het werkwoord venir in de passé composé

Slide 13 - Open vraag

Welke zin is juist geschreven?
A
Elle est venu
B
Elle est venue
C
Elle est venus
D
Elle est venues

Slide 14 - Quizvraag

zij is gekomen (venir)
A
elle est venue
B
elle venait
C
elle est venu
D
elle a venu

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Link