Theorie grootheden, eenheden en snelheid

Welkom!
We gaan zo starten, Ga vast naar: lessonup.io en log in.
Gebruik je eigen voor en achternaam (aanwezigheid)
Ben je ingelogd voeg je de klascode toe: isdpy

Pak je aantekeningenschrift of ruitjesblaadje erbij. (wis. hokjes)
Open ook vast via SOM de methode site.



1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
We gaan zo starten, Ga vast naar: lessonup.io en log in.
Gebruik je eigen voor en achternaam (aanwezigheid)
Ben je ingelogd voeg je de klascode toe: isdpy

Pak je aantekeningenschrift of ruitjesblaadje erbij. (wis. hokjes)
Open ook vast via SOM de methode site.



Slide 1 - Tekstslide

Grootheden en eenheden

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn Grootheden?
Een Grootheid is iets wat je kunt meten.
Bijvoorbeeld een Afstand:

Slide 3 - Tekstslide

Welke Grootheden ken je al?

Slide 4 - Woordweb

Voorbeelden van Grootheden:

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn eenheden?
Een eenheid staat altijd achter het getal en hoort bij een bepaalde grootheid. Het verteld waarin gemeten is.

Bijvoorbeeld:
De Afstand van Luttenberg naar Raalte is   8,9  Kilometer.
(hier is   "kilometer"  de eenheid)

Slide 6 - Tekstslide

Welke eenheden ken je al?

Slide 7 - Woordweb

Voorbeelden van eenheden:

Slide 8 - Tekstslide

Symbolen
Om bij het maken van berekeningen niet telkens de namen van grootheden en eenheden volledig op te hoeven schrijven worden deze verkort genteerd met symbolen.

Voorbeeld: In plaats van: De tijd is 21 seconde
 
                                                                        t =  21  s

Slide 9 - Tekstslide

Meter is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 10 - Quizvraag

Snelheid is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 11 - Quizvraag

massa is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 12 - Quizvraag

seconde is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 13 - Quizvraag

6 Bewegen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bewegingen vastleggen:
1. Video
2. (stroboscopische) Foto

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Stroboscobische foto, wat moet je onthouden?
1. De foto wordt gemaakt in een donkere ruimte  met een stroboscooplamp
2. De stroboscooplamp geeft een kort lichtflits, alleen dan wordt het voorwerp zichtbaar.
3. De tijd tussen de lichtflitsen is altijd even lang

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Een afstand-tijdtabel van een stroboscopische foto, wat moet je onthouden?

1. De afstand weet je door de foto langs een meetlat te houden
2. De tijd weet je, omdat je de tijd tussen de lichtflitsen weet. 

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld



Hier zie je een voorbeeld van een stroboscopische foto
Gegeven: de tijd tussen de flitsen is altijd 0,5 seconden

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld



Hier zie je een voorbeeld van een stroboscopische foto
Gegeven: de tijd tussen de flitsen is altijd 0,5 seconden
We meten de afstand door naar de voorkant van de bal te kijken
I
I
I

Slide 23 - Tekstslide

Eerste stap van een afstand-tijdtabel maken: de tijd invullen



Er is gegeven dat er elke 0,5 
seconden en flits is, daarom 
ziet de afstand-tijdtabel er als
 volgt uit:

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel afstand heeft de bal afgelegd bij C?
I
A
1 cm
B
10 cm
C
100 cm
D
1 m

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel afstand heeft de bal afgelegd bij D?
I
A
2,2 cm
B
22 cm
C
220 cm
D
2,2 m

Slide 26 - Quizvraag

Tweede stap van een afstand-tijdtabel maken: de afstand invullen



Vul de afstand in cm in die de
bal afgelegd heeft voor 
A t/m G

Slide 27 - Tekstslide

Tweede stap van een afstand-tijdtabel maken: de afstand invullen



Vul de afstand in cm in die de
bal afgelegd heeft voor 
A t/m G

Slide 28 - Tekstslide

Van een afstand-tijdtabel naar een afstand-tijdgrafiek
Een afstand-tijdgrafiek maak je aan de hand van de tabel die je eerst maakt. 
1. Teken een assenstelsel en zet tijd langs de horzontale en afstand langs de verticale as
2. Teken de gegevens uit de tabel als punten in
3. Trek een vloeiende lijn door de punten heen

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 6.1 en maak de online opdrachten 
Hoe: Methode site, zelfstandig
Hulp: boek, vraag via privé chat 
Tijd:  15 minuten lang. Om 09:30 weer terug in de vergadering.
Huiswerk: opgave 1 tm 14 van paragraaf 6.1 
Klaar?: ga bezig met een ander vak! 

Slide 31 - Tekstslide