Taal thema 3 les 5

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Taal thema 3 les 5

Herhaling van de doelen van de week

- themawoorden

- functiewoord

- hoofdletters

Een afbeelding van een situatie waar je een tijdje naar kijkt

1. het tafereel
2. de impressie
3. de bezienswaardigheid
4. uitvoerig

De manier waarop je denkt en voelt

1. afdruipen
2. mentaliteit
3. rampzalig
4. verontreiniging

weinig geld hebben

1. beknopt
2. het overblijfsel
3. rampzalig
4. het niet breed hebben

bezienswaardigheden

Welk voornaamwoord?
Vandaag waren we bij de Grand Canyon.

1. vandaag
2. bij
3. we
4. de

Welk voornaamwoord staat in de volgende zin?
Dat is een grote kloof in de bergen.

1. Dat
2. een
3. in
4. de

Wat is het voornaamwoord in de volgende zin?
Ik keek mijn ogen uit

1. ik
2. mijn
3. uit
4. ik, mijn

Wat is het lidwoord in de volgende zin?
Onder in de vallei stroomt een rivier

1. in
2. de, een
3. een
4. de

Lidwoord in de volgende zin?
Van grote hoogte lijkt de rivier heel klein.

1. Van
2. de
3. heel
4. hoogte

Voegwoord in de volgende zin?
we fietsen over dijken of leuke achterafweggetjes

1. we
2. over
3. of
4. leuke

Voegwoord in de volgende zin?
De tekst is beknopt, maar ik weet genoeg.

1. maar
2. de
3. ik
4. is

Voorzetsel in de volgende zin?
Het uitzicht over de Grand Canyon is geweldig.

1. Het
2. over
3. de
4. geweldig

Wat is het voorzetsel in de volgende zin?
Onder in de vallei stroomt een rivier.

1. Onder
2. Onder, in
3. in
4. de

Schrijf de zin juist met hoofdletters.
ik ga vanmiddag naar de hema.

het uitzicht over de grand canyon is geweldig.

uw reis naar californië begint in san francisco.