B5.H10.L6 groep 8

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

doel van deze les:

Je leert wat gebiedende wijs is.

Als je aangeeft wat iemand moet doen, gebruik je gebiedende wijs. bijvoorbeeld: een instructie, een opdracht, een bevel en een waarschuwing.

Een gebiedende wijs begint met een werkwoord.

1. waar
2. niet waar

Gebiedende wijs heeft niet altijd een hoofdletter.

1. waar
2. niet waar

Gebiedende wijs eindigt niet altijd met een punt of een uitroepteken.

1. waar
2. niet waar

Een gebiedende wijs is meestal een
ZZO.

1. waar
2. niet waar

Gebiedende wijs kan soms uit 1 woord bestaan.

1. waar
2. niet waar

Welke zin staat in de gebiedende wijs?

1. Begrijp je wat er wordt bedoeld?
2. Wees toch stil!
3. Ben je stil?

Welke zin staat in de gebiedende wijs?

1. Pak eens aan.
2. Pak jij het aan?
3. Ik pak het wel aan.

Welke zin staat in de gebiedende wijs?

1. Zal ik helpen?
2. Helpt hij?
3. Help!

Welke zin staat in de gebiedende wijs?

1. Spaar de zegeltjes!
2. Je spaart de zegeltjes!
3. Spaar je zegeltjes?

Zet de zin in GW:
Lees jij de zin voor?

Zet de zin in GW:
Je moet rechtop zitten.

Verhit

Strooi

Vouw

Bak

Klop

...de boter in een koekenpan

...de kruiden erover

...dubbel

....de omelet op een laag vuur

...de eieren los met zout en peper.