CT Les 12_Examentraining 2_3u

Creatieve Typografie
Les 12- Oefenexamen 2
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Grafische VormgevingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Creatieve Typografie
Les 12- Oefenexamen 2

Slide 1 - Tekstslide

In de lessen Creatieve Typografie leer je wat typografie en wat je er allemaal mee kan doen.

Daarnaast oefen je tijdens de lessen de onderdelen van het examen.

Slide 2 - Tekstslide

Onderdelen van het examen

  1. Verwachting van de leidinggevende
  2. Plan van aanpak
  3. Schetsen
  4. Concept
  5. Logboek
  6. Definitief ontwerp (typografisch product)

Slide 3 - Tekstslide

Wat schrijf je op bij
de verwachting van de
leidinggevende?

Slide 4 - Woordweb

Wat laat de klant duidelijk zien hoe het product eruit gaat zien?
A
Doel & doelgroep
B
Schets
C
Concept
D
Verwachting leidinggevende

Slide 5 - Quizvraag

Wat schrijf je op bij
doel en doelgroep?

Slide 6 - Woordweb

Er wordt gevraagd
om verschillende invalshoeken
te gebruiken, wat moet je doen?

Slide 7 - Woordweb

Wat maak je bij
een concept/voorstel?

Slide 8 - Woordweb

Wat is een plan van aanpak
en wat zet je erin?

Slide 9 - Woordweb

Moet mijn plan van aanpak haalbaar zijn qua tijdsinschatting?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Moet ik mijn concept en plan van aanpak voorleggen aan de leidinggevende?
A
Nee
B
Nee, alleen de plan van aanpak
C
Nee, alleen het concept
D
Ja

Slide 11 - Quizvraag

Onderdelen van het examen - Opdracht
Bij de opdracht staat omschreven wat de opdracht is en waar het aan moet voldoen. Dit zijn grotendeels de verwachtingen van de leidinggevende!

Slide 12 - Tekstslide

Onderdelen van het examen - Onderdeel 1
B - Concept typografisch product
  1. Schetsen - verschillende invalshoeken
  2. Concept/voorstellen - uitgewerkte schetsen, gedetailleerd
  3. Bespreken concept/voorstellen - vertellen het WAAROM je welke keuzes hebt gemaak. De leidinggevende kiest een concept/voorstel
A - Voorbereiding 
  1. Vragen stellen om de opdracht duidelijk te krijgen
  2. Verslag - verwachting leidinggevende
  3. Verslag - omschrijving thema, doel en doelgroep
C - Plan van aanpak
  1. Stappenplan uitschrijven met een tijdsindeling per onderdeel
  2. Bespreken met leidinggevende en feedback verwerken

Slide 13 - Tekstslide

Verwachting leidinggevende
Dit geef je aan door de opdracht goed door te lezen en in een verslag op te schrijven wat er van je verwacht wordt. De verwachtingen van de leidinggevende zijn als volgt te vinden door de volgende vragen te beantwoorden: 

  1. Wat moet ik maken? Wat is opdracht.
  2. Welke onderdelen moeten gemaakt/verzameld worden. Stappen.
  3. Als je keuzes zijn omschrijf wat je hebt gekozen, het doel en de doelgroep. 
  4. Zijn er technische eisen waar ik aan moet voldoen? Dit kan zijn: formaat, kleur, sfeer, lettertypen, bestandstype, beeld, stijl van typografie. 
  5. Wat lever ik op? Hoe, wanneer, waar en aan/bij wie.

Slide 14 - Tekstslide

Schetsen
Bij schetsen gaat het erom dat je snel meerdere ideeën/insteken kan laten zien. Bijvoorbeeld voor een Kertskaart: Kerstbal, rendier, Kerstboom, sneeuwster en een Kerstklokje. Ze zijn allemaal anders qua uiterlijk maar hebben hetzelfde thema.

Slide 15 - Tekstslide

Concept
Bij je concept ga je in op je gekozen insteek/idee. Je werkt hem duidelijk uit. Je geeft aan:
  1. Welke kleuren je gaat gebruiken
  2. wat voor beeld/illustratie/woorden worden gebruikt
  3. Wees bewust van je product, maak je een poster vergeet dan logische informatie niet als website, datum en plaats
  4. Welke lettertypen je gaat gebruiken of wat voor soort stylen
In je verslag omschrijf je welke keuzes je hebt gemaakt en waarom je deze hebt gemaakt.
De klant moet na het zien van het concept een duidelijk beeld hebben wat voor een product hij/zij kan ontvangen.

Slide 16 - Tekstslide

Plan van aanpak
Een plan van aanpak is een verslag waarin je stap voor stap beschrijft wat je gaat maken en hoeveel tijd je verwacht daarmee bezig te zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Vragen over
examenonderdeel 1?

Slide 18 - Woordweb

Wat is een
typografisch product?

Slide 19 - Woordweb

Wat moet je doen
als er staat
controleer de kwaliteit
van de typografie?

Slide 20 - Woordweb

Moet je alles opschrijven in je logboek wat je controleert?
Ja
Nee
Weet ik veel

Slide 21 - Poll

Wat staat er in het logboek?
A
Lijst van veranderingen, afvinklijst van controle van het product en een verslag van de gesprekken
B
Een omschrijving hoe mooi het product is geworden
C
Een omschrijving van wat ik moest doen
D
Een omschrijving van wat ik heb veranderd aan mijn ontwerp

Slide 22 - Quizvraag

Wat voor soort bestand moet ik opleveren?
A
AI-bestand
B
AI-bestand en PDF-bestand
C
EPS-bestand
D
AI-bestand en PDF-bestand met letteromtrek

Slide 23 - Quizvraag

Moet ik fonts en typografische producten verzamelen in mijn portfolio?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Ik moet mijn product controleren op...
A
Kwaliteit
B
Typografie
C
Eisen van de opdracht
D
Kwaliteit en eisen van de opdracht

Slide 25 - Quizvraag

Onderdelen van het examen - Onderdeel 2
A - Opmaak 
  1. Je verzamelt of maakt fonts
  2. Je verzamelt of maakt onderdelen die je nodig hebt (typografische bestanden)
  3. Je gaat ontwerpen en houdt rekening met je concept/voorstel (uiterlijk) en je plan van aanpak (tijdschema)
  4. Je controleert de kwaliteit van je typografie en je product. Je controleert of je je aan de eisen van de opdracht houdt
  5. Je schrijft in je logboek wat je hebt verandert, tegen bent gekomen en geeft aan wat je hebt gecontroleerd

Slide 26 - Tekstslide

Definitief ontwerp
Dit is het uiteindelijk ontworpen product. 
  1. Je kiest en verzamelt alle fonts en/of andere typografische bestanden.
  2. Je maakt zelf fonts en/of bestanden, mocht dat nodig zijn.
  3. Je maakt het typografisch product. Je houdt rekening met het concept en je plan van aanpak.
  4. Je controleert regelmatig de kwaliteit van je typografie en of je aan de eisen voldoet van de opdracht. Vaak moet je het als Ai-bestand en PDF-bestand  (let hierbij op de aangegeven instellingen, bijvoorbeeld drukwerk kwaliteit en zorg dat de fonts omgezet zijn naar lettercontouren) opleveren.
  5. Je schrijft in je logboek alles op wat je bent tegengekomen tijdens het controleren van het product. Ook verwerk je je gesprekken hierin.

Slide 27 - Tekstslide

Logboek
Tijdens het examen wordt er ook van je verwacht dat je een logboek bijhoudt. Hierin schrijf je wat je hebt gedaan en wat je hebt gecontroleerd. Je maakt bijvoorbeeld verslag van de gesprekken met de leidinggevende.
Daar hoort bij of je alle elementen van de opdracht erin hebt zitten (verwachting leidinggevende), dus je maakt een rijtje met elementen die je moet inleveren en die vink je af in het logboek. Als er foto's gebruikt worden moeten die gecontroleerd worden op het ppi. Dat beschrijf je dan ook in het logboek.
Verder zet je erin of je veranderingen hebben gemaakt t.o.v. het concept en waarom. Maar ook bijvoorbeeld of de doelgroep op de juiste manier wordt aangesproken, je zet er je bevindingen en gedachten in. Het hoeft geen heel groot document te worden.

Slide 28 - Tekstslide

Vragen over
examenonderdeel 2?

Slide 29 - Woordweb

Moet ik het product opleveren bij de leidinggevende?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Moet ik de gebruikte fonts aanleveren?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Onderdelen van het examen - Onderdeel 3
A - Opleveren 
  1. Je controleert of je product voldoet aan de eisen van de opdracht en past aan als nodig
  2. In je logboek heb je bijgehouden/hou je je wijzigingen bij
  3. Zet bestand om in lettercontouren
  4. Je levert op bij de leidinggevende
  5. Je vult de aangeleverde mappenstructuur (inclusief gebruikte afbeeldingen en gebruikte fonts)
  6. Je geeft alle bestanden een duidelijke naam en zet ze logisch neer

Slide 32 - Tekstslide

Portfolio - mappenstructuur
Bij het examen heet de mappenstructuur je portfolio.

De mappenstructuur wordt voor het examen aangeleverd!
Geef alle bestanden een duidelijk en herkenbare naam.

Bij het examen staat duidelijk per onderdeel wat je dient te verzamelen!

Slide 33 - Tekstslide

Vragen over
examenonderdeel 3?

Slide 34 - Woordweb

Ik mag 1 onderdeel onvoldoende hebben?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quizvraag

Ik mag 1 criteria per onderdeel onvoldoende hebben voor een voldoende?
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quizvraag

Beoordeling examen
Je examen wordt per onderdeel beoordeelt!
Je dient aan 3 voorwaarden te voldoen om beoordeelt te worden per onderdeel! 
Mis je 1 voorwaarden dan wordt je niet beoordeelt en is die onderdeel niet voldaan. Dan krijg je voor 1 onderdeel 1 onvoldoende en dan heb je je examen niet behaald en krijg je een 1 als cijfer. 
Als alle 3 onderdelen de voorwaarden voldaan zijn krijg je een cijfer vanaf 6 - 10. Per onderdeel zijn 4 criteria waar je op beoordeelt wordt.
Lees voor het starten en voor het inleveren van je examen de beoordeling door. Zo kan je controleren of jij beoordeelt wordt.

Slide 37 - Tekstslide

Vragen over
de beoordeling
van het examen?

Slide 38 - Woordweb

Heb je achterstanden voor creatieve typografie?
Ja
Nee

Slide 39 - Poll

Examen Creatieve typografie
EXAMEN KEUZEDEEL CREATIEVE TYPOGRAFIE
  • maandag 30 januari - A & C klas - tijdbestek 4 uur
  • dinsdag 31 januari - B klas - tijdbestek 4 uur

DEADLINE!
  • Maandag 23 (A & C klas) & 24 januari (B klas) vóór 16u30
Om mee te mogen doen aan het examen dien je alles af te hebben getekend
in de week vóór het examen . Is het niet afgetekend dan kan je helaas niet meedoen, dus aftekenen! Twijfel je of je alles af hebt, overleg met de docent.

DEELNAME EXAMEN?
Je ontvangt een mail met datum & tijdstip van Gerben als je examen mag doen. 

Slide 40 - Tekstslide

Heb je achterstanden?
Werk ze weg en teken het af!

Ben je bij/heb je géén achterstanden?
Maak de examentraining opdracht van vorige week af of maak de nieuwe examentraining opdracht.
Stel vragen zodat je voorbereid je examen in gaat!
Opdracht deze week

Slide 41 - Tekstslide