mavo 2 h4 winst

Hoofdstuk 4 Goed gemaakt?
4.1 hoe maak je dat?
4.2 Wat levert het op
4.3 Kan het sneller en beter?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Goed gemaakt?
4.1 hoe maak je dat?
4.2 Wat levert het op
4.3 Kan het sneller en beter?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2
- Je weet wat een ondernemer is en wat de voor- en nadelen zijn van ondernemerschap.
- Je weet wat het begrip concurrentie inhoudt
- Je kunt winst berekenen
- Je weet wanneer een bedrijf verlies maakt
- Je kunt uitleggen wat investeren is en waarom dat soms nodig is.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een ondernemer?

Slide 3 - Woordweb

Ondernemer
Een ondernemer is iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient. 

Het hebben van een eigen bedrijf kent zijn eigen voordelen en nadelen. 

Slide 4 - Tekstslide

Geef een voordeel en een nadeel van ondernemerschap.

Slide 5 - Open vraag

Voor- en nadelen ondernemerschap
Voordelen:
- VRIJHEID; Je bent zelf de baas, dus je eigen regels gelden
- Je kan er veel meer mee verdienen dan als je voor een baas werkt. 
Nadelen:
- Financiële onzekerheid, als je weinig verkoopt heb je ook weinig winst. 

Slide 6 - Tekstslide

Welke merken hieronder zijn concurrenten van elkaar? Maak de juiste combinaties door de afbeelding naar elkaar toe te slepen. 

Slide 7 - Sleepvraag

Concurrenten
Twee of meer bedrijven die dezelfde soort producten maken of dezelfde diensten leveren. 

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt winst berekenen

Slide 9 - Tekstslide

Mariam koopt bij AH een sixpack Poms (6 blikjes). Zij betaalt daar € 4,- voor. Iedere dag verkoopt zij aan Naoual 1 blikje voor € 1,-
Hoeveel verdient Mariam?

Slide 10 - Open vraag

Mariam gaat met de tram naar AH en koopt voor € 4 een sixpack Poms.. Het tramkaartje kost € 1. Zij verkoopt de blikjes voor in totaal € 6,-
Hoeveel verdient Mariam?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Je verkoopt fruit op de markt. Vandaag is je opbrengst € 772. De totale kosten zijn € 489. Bereken jouw winst.

Slide 13 - Open vraag

Yaser heeft een scooterwinkel. hij huurt de winkel voor € 500. Edis werkt bij hem. die krijgt € 400 salaris. Yaser betaalt aan elektriciteit € 100.
Hoeveel bedragen zijn kosten?

Slide 14 - Open vraag

Rachid is dit jaar zijn eigen bedrijf begonnen. Aan opbrengsten had hij € 68.200. Aan winst hield hij € 26.000 over. Bereken zijn kosten in het eerste jaar.

Slide 15 - Open vraag

Leerdoelen 4.2
- Je weet wat een ondernemer is en wat de voor- en nadelen zijn van ondernemerschap.
- Je weet wat het begrip concurrentie inhoudt
- Je kunt winst berekenen
- Je weet wanneer een bedrijf verlies maakt
- Je kunt uitleggen wat investeren is en waarom dat soms nodig is.

Slide 16 - Tekstslide

Tim is koerier. hij bezorgt 500 pakketten per maand. de autokosten zijn € 1,50 per pakketje.
Zijn telefoonabonnement kost € 39.
Hoeveel bedragen zijn totale kosten per maand?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Bedrijfskolom van kaas.

Zet in de juiste volgorde
Supermarkt
Boerderij
Groothandel
Kaasfabriek

Slide 21 - Sleepvraag

Yara maakt stoelen. zij heeft 6 stoelen gemaakt. Haar kosten bedragen € 450.
Hoeveel is de kostprijs per stoel?

Slide 22 - Open vraag

Maak opgave 5, 6 en 8
op pagina 99.
Ga rustig aan de slag
Heb je vragen laat het me weten

Slide 23 - Tekstslide