17-1-2023 Hoofdstuk 1 arm & rijk

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

arm en rijk?
waar kijk je naar als je landen met elkaar vergelijkt?
A
naar het bruto binnenlands product
B
naar de werkgelegenheid per stad
C
naar de hoeveelheid mensen die in het land wonen
D
naar het geloof dat het meest voorkomt

Slide 2 - Quizvraag

Levensverwachting zegt iets over of een land arm of rijk is?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Wat leidt tot grote verschillen in welvaart en welzijn?
A
Minderheden met een eigen etniciteit
B
Arme en rijke mensen
C
Het verschil tussen hoog-en laagopgeleiden
D
Russen die in een ander land wonen

Slide 4 - Quizvraag

Welke uitspraken zijn juist?
1. In arme landen is het bbp per hoofd lager dan in rijke landen.
2. In arme landen is de levensverwachting hoger dan in rijke landen.
3. In arme landen werken meer mensen in de diensten dan in rijke landen.


A
1 is juist
B
1 en 2 zijn juist
C
1 en 3 zijn juist
D
1, 2 en 3 zijn juist

Slide 5 - Quizvraag

Leg uit, wat is alfabetiseringsgraad?

Slide 6 - Open vraag

Er worden drie uitspraken gedaan over landelijke en stedelijke gebieden in Nederland. Geef bij elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is.
I. In landelijke gebieden ver van de stad wonen meer mensen van buitenlandse afkomst dan in
gebieden dicht bij de stad.

II. In landelijke gebieden is het voorzieningenniveau hoger dan in stedelijke gebieden.

III. Winkelcentra aan de rand van de stad ontstaan doordat het stadscentrum met de auto moeilijk
bereikbaar is.

A
I. Onjuist, II. Onjuist, III. Onjuist
B
I. Juist, II. Onjuist, III. Juist
C
I. Onjuist, II. Onjuist, III. Juist
D
I. Onjuist, II. Juist, III. Juist

Slide 7 - Quizvraag

Wat wordt met "zuigelingensterfte" bedoeld?

Slide 8 - Open vraag

Kenmerken van bevolking
Inkomen en opleidingsniveau
Bebouwingsdichtheid
Verdeling van de beroepsbevolking
Werkgelegenheid / werkloosheid
Verhouding huur,- en koopwoningen
Leeftijdsopbouw

Slide 9 - Sleepvraag

Bedenk 10 woorden als je denkt aan arm en rijk
Arm en rijk

Slide 10 - Woordweb

Leg het begrip "exportsubsidies" uit

Slide 11 - Open vraag

In een stedelijk gebied........
A
is de bebouwingsdichtheid hoog en is er veel open ruimte
B
bebouwingsdichtheid laag en is er veel open ruimte
C
bebouwingsdichtheid hoog en is er weinig open ruimte
D
bebouwingsdichtheid laag en is er weinig open ruimte

Slide 12 - Quizvraag

Opleidingsniveau is een bewonerskenmerk. Vaak is hier nog een ander kenmerk aan verbonden, welk kenmerk?
A
De gezinssamenstelling
B
Het werk van mensen
C
De leeftijd van mensen
D
De afkomst van mensen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is welvaart?
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
C
Hoe leuk je je leven vindt
D
Hoeveel je kunt bewegen

Slide 14 - Quizvraag

Ontgroening is:
A
afname aandeel jonge mensen in de bevolking
B
afname aandeel oude mensen in de bevolking
C
toename aandeel migranten in de bevolking

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een welvaartziekte? (1 punt)
timer
0:20
A
Diabetes
B
Hart- en vaatziekten
C
Obesitas
D
Depressie

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekenen exportsubsidies voor de prijs van een product?
A
wordt lager
B
blijft hetzelfde
C
wordt hoger

Slide 17 - Quizvraag

Nigeria behoort tot:
A
Periferie
B
Semi-periferie
C
Centrum

Slide 18 - Quizvraag

Geef 2 redenen waarom Nigeria arm is.

Slide 19 - Open vraag

Armoede-gerelateerde ziekten
Omgeving-gerelateerde ziekten
tropische ziekten
Malaria/ebola
cholera/ infecties
door te weinig geld
ziekten door verontreiniging van milieu

Slide 20 - Sleepvraag

Geef minimaal 1 voorbeeld van een externe factor op het gebied van voedsel waarom Nigeria arm is.

Slide 21 - Open vraag

Geef voorbeelden van een interne factor op het gebied van gezondheidszorg waarom Nigeria arm is.

Slide 22 - Open vraag