Relaties

Relaties
samen lezen blz. 2
Inhoud doornemen.

Goede en Foute vrienden.
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Relaties
samen lezen blz. 2
Inhoud doornemen.

Goede en Foute vrienden.

Slide 1 - Tekstslide

Familie

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Wat maakt iemand familie ( Meer dan een bloedband) & Echte vormen van vriendschap
Why magazine Relaties blz 6, 7, 10 en 11.
Why magazine Gezinshereniging en gezinsvorming blz 8 en 9
Je alleen en ellendig voelen 
Why magazine Relaties blz 12 t/m 15 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is familie?
Letterlijk genomen is familie iedereen die een 'bloedband'met je heeft: ouders, broers en zussen. Zij zijn familie van de 'Eerste graad'.
Ooms, tantes, nichten/neven zijn behoren tot de '
Tweede graad'.
Familie is een ieder met wie je genetisch gedeelde persoonskenmerken kan hebben. 
Toch kan de familie van je partner ( getrouwd of geregistreerd burgerschap) ook tot je familie behoren. in de volksmond noemen ze dat : familie van de 'koude kant'. 

 

 

Why magazine Relaties blz 6 en 7 

 

 

Je alleen en ellendig voelen 

 

Why magazine Relaties blz 12 t/m 15 

Slide 5 - Tekstslide

'Het gezin'
- Een kerngezin (twee ouders met eigen kinderen)
- Samengesteld gezin ( twee ouders met kinderen uit eerdere relatie)
- Eén-ouder gezinnen ( Er woont 1 ouder bij het gezin)
- LAT/LTA ( Living Apart Together)
- Holebi / Homo-ouderschap
- Nest-gezin

Slide 6 - Tekstslide

Nestgezin:
Is een nieuwe trend bij co-ouderschap. Het huis blijft bewoond door de kinderen en het zijn de ouders die elke week van woning wisselen. Door bijvoorbeeld een appartement te huren, bij de ouders in te wonen of een afgescheiden deel van het huis te betrekken.

Slide 7 - Tekstslide

- Alleenwonenden ( zonder relatie en kind(eren)
- Ongehuwd samenwonen 

Slide 8 - Tekstslide

Gezinshereniging en gezinsvorming

Je familie naar Nederland halen.
blz. 8 en 9

Slide 9 - Tekstslide

Gezinshereniging 

Lezen: Lili en Howick 
       vraag 1 t/m 4 maken blz. 8


Slide 10 - Tekstslide

Gezinsvorming
Lezen: Freek, Julie en Madeline
      vraag 3 en 4 maken

Slide 11 - Tekstslide

stop 1
wat is het verschil tussen gezinsvorming en gezinshereniging?
stop 2
wat zijn de voorwaarden om familie naar Nederland te halen?

Slide 12 - Tekstslide

Vrienden
Lezen : Blz 10 & 11
Aristoteles beschreef drie vormen van vriendschap. De ene vorm is niet beter dan de ander, maar vrienden 'om wie je bent'is het hoogst haalbare
1. Omdat het nuttig is ( Instrumenteel)
2. Om het plezier
3. Om wie je bent

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Eenzaamheid




                     De week tegen Eenzaamheid was van 28 september tot en met 4 oktober. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Eerste hit op 'Eenzaamheid':
Eenzaamheid is je niet verbonden voelen. Je ervaart een gemis aan een hechte, emotionele band met anderen. Of je hebt minder contact met andere mensen dan je wenst. Bij eenzaamheid horen kenmerken als negatieve gevoelens van leegte, verdriet, angst en zinloosheid en lichamelijke of psychische klachten.

Slide 19 - Tekstslide

Heb je een tip voor iemand die zich
eenzaam voelt?

Slide 20 - Open vraag

HUISWERK
maken opdracht 1, 2 en 3a

blz. 14

Slide 21 - Tekstslide

seksueel
grensoverschrijdend
gedrag

Slide 22 - Woordweb

Leerdoelen:
  • je weet wat er bedoeld wordt met seksueel grensoverschrijdend gedrag.
  • Je ontdekt je eigen grens en hoe het komt dat dit per situatie verschillend is
  • je weet hoe je aangeeft waar jouw grens ligt en wanneer iemand deze overschrijdt. 

Slide 23 - Tekstslide

Seksueel grensoverschrijdend gedrag




Persoonlijke grens: denkbeeldige cirkel die je om je heen trekt waar een ander niet zomaar in mag komen. 
Over de grens
niet altijd om seks, maar ook om aanrakingen, opmerkingen of zoenen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

zweden
Sinds 2017 werden alle seksuele handelingen zonder nadrukkelijke toestemming strafbaar

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

[Aandachtsrichter]

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Vijf keer LHB

Slide 30 - Tekstslide

1. seks moet je leren

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Link

5 trots
Gaypride;  https://www.youtube.com/watch?v=Ucf635nqCJg&t=3s


maak de opdrachten op blz. 21

Slide 34 - Tekstslide

multiculturele samenleving blz. 32
START lezen gezamelijk.

multi = veel
multiculturele samenleving= 
multiculturele samenleving
wonen mensen van verschillende culturen bij elkaar

Slide 35 - Tekstslide

socialiseren
je leert je aanpassen, je maakt je de normen en waarden van een groep eigen.
cultuur
een groep mensen die ongeveer hetzelfde gedrag vertoont, eenzelfde soort leefregels en tradities heeft en het samen eens is hoe je moet leven.
dominante cultuur
datgene wat het meest voorkomt in een cultuur.
geinternaliseerd
aanpassen, het wordt een gewoonte, je gedraagt je zonder erbij na te denken.
subcultuur
Mensen/groepen die afwijken van de algemene cultuur

Slide 36 - Tekstslide

superdivers
de meerderheid van de inwoners bestaat uit allerlei kleine groepjes minderheden. (in grote steden)
inburgeren
leren hoe je je als Nederlandse burger gedraagt.

Slide 37 - Tekstslide

integratie, assimilatie en segregatie
Integratie; 


Assimilatie:   
I.
aangepast aan de dominante cultuur, maar houdt een aantal kenmerkende waarden en normen en gewoonten uit zijn/haar oude cultuur
A.
gooi je alle waarden van je oude cultuur overboord

Slide 38 - Tekstslide

segregatie
S.
Je past je helemaal niet aan aan de dominante cultuur.

bijvoorbeeld overwinteren in Spanje/Portugal en daar in speciale Nederlandse vakantieparken gaan verblijven

Slide 39 - Tekstslide

multiculturele samenleving
salademodel; je voegt verschillende ingrediënten bij elkaar, maar dan blijf je de losse onderdelen herkennen.

Stamppotmodel; alle ingrediënten bij elkaar gedaan en net zolang gekookt tot je één grote brij krijgt. De losse onderdelen vormen zo samen een nieuw geheel

Slide 40 - Tekstslide

socialisatieproces
1. aangeboren eigenschappen; kenmerken die je meekrijgt bij je geboorte van je ouders.
2. opvoeding; normen en waarden die je leert.
3. sociale controle; je omgeving kijkt kritisch hoe jij je gedraagt en geeft feedback
4. internalisatie; 1,2 en 3 leiden ertoe dat je je vanzelf gedraagt zoals de groep van je verwacht

Slide 41 - Tekstslide

één voor allen, allen voor één

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Dominante cultuur; de waarden en normen en gewoonten van de meeste mensen in een land

pluriforme samenleving

subcultuur; 

Tegencultuur
P.S
een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen
sub
een kleine groep mensen binnen de samenleving met afwijkende waarden, normen of andere cultuurkenmerken.
teg
kleine groep mensen binnen de samenleving die zich verzetten tegen de dominante cultuur

Slide 44 - Tekstslide

Groepsidentificatie; je voelt je verbonden met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.

wij-gevoel; een groep mensen voelt zich erg sterk met elkaar verbonden.
zij-groep; is een soort tegenstander

Slide 45 - Tekstslide

Sociale cohesie; mensen hebben het gevoel bij elkaar horen.

polarisatie; mensen en bevolkingsgroepen staan recht tegenover elkaar doordat de tegenstellingen de nadruk krijgen.

Slide 46 - Tekstslide

vluchtelingen

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

belang; het voordeel dat iemand ergens bij heeft
belangentegenstelling; het belang van de één botst met het belang van de ander
argumenten; redenen waarmee je kunt uitleggen waarom jouw mening goed is.

Slide 49 - Tekstslide