't KofschipX_Groep6

't kofschip x
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

't kofschip x

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg
  • Verleden tijd is iets wat al is gebeurd – Bijv. Gister fietste ik naar school.
  • Om te weten of je een werkwoord in de verleden tijd moet schrijven met -te(n) of -de(n), gebruik je ’t kofschip x.
  • Bij ’t kofschip x gebruik je ALLEEN de medeklinkers, de o en de i doen dus niet mee.

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg
Er is een stappenplan voor het gebruiken van ’t kofschip x:
  1. Hele werkwoord min -en.
  2. Kijken of de laatste letter in ’t kofschip zit.
  3. Ja? Dan -te(n)
    Nee? Dan -de(n)

Oefenvraag 2
Hij gooit zelf ook graag met de bal.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvraag 3
Alle mensen klappen enthousiast mee.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat te doen?
Eerst het hele werkwoord (wij)
Dan - en
kijk of de laatste letter in het 't kofschip x zit.
ja..... dan te
nee......dan de

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Zit de laatste letter van het werkwoord min -en in het kofschip?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ruilen
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Gebeuren
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Knippen
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Haken
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Boksen
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Openen
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
- Schrijf het hele werkwoord op. 
- Schrijf de laatste letter van het hele werkwoord min -en op.
- Is het dan +te(n) of + de(n)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij korfbal mixen we de jongens en de meisjes.
A
mixen x ten
B
mixen x de
C
mixen x te
D
mixen x den

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De trainer eist dat iedereen op tijd komt.
A
eisen s de
B
eisen s ten
C
eisen s den
D
eisen s te

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoogspringer springt 6 meter omhoog
A
springen g de
B
springen g te
C
springen g sprong
D
springen g sprongen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij vieren de overwinning met een feest.
A
vieren r de
B
vieren r den
C
vieren r te
D
vieren r ten

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik speel in het eerste volleybalteam van ons dorp.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

's Nachts droom ik van een toekomst als volleyballer.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ineens trillen en bibberen mijn knieën tijdens de wedstrijden.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

't kofschip x

Slide 22 - Tekstslide

Uitleg
  • Verleden tijd is iets wat al is gebeurd – Bijv. Gister fietste ik naar school.
  • Om te weten of je een werkwoord in de verleden tijd moet schrijven met -te(n) of -de(n), gebruik je ’t kofschip x.
  • Bij ’t kofschip x gebruik je ALLEEN de medeklinkers, de o en de i doen dus niet mee.

Slide 23 - Tekstslide

Uitleg
Er is een stappenplan voor het gebruiken van ’t kofschip x:
  1. Hele werkwoord min -en.
  2. Kijken of de laatste letter in ’t kofschip zit.
  3. Ja? Dan -te(n)
    Nee? Dan -de(n)